ECLI:NL:RBAMS:2009:BI3614

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EA VERZ 08-1844
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot begroting van nakosten na uitspraak in betalingsregeling

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lindorff B.V., voorheen Transfair B.V., op 15 september 2008 een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, sector Kanton, met het doel om de nakosten te begroten die zijn ontstaan na een eerdere uitspraak. De verzoekende partij vraagt de kantonrechter om een bevelschrift af te geven voor een bedrag aan nakosten, zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verzoekende partij stelt dat zij kosten heeft gemaakt voor handelingen zoals het bestuderen van het vonnis, onderhouden van contacten met de verwerende partij en derden, en het registreren van betalingen.

De verwerende partij heeft een verweerschrift ingediend en voert aan dat er een betalingsregeling is getroffen die door hen wordt nagekomen. Tijdens de zitting op 17 maart 2009 is vastgesteld dat partijen inderdaad een betalingsregeling zijn overeengekomen, die door de verwerende partij steeds is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek om nakosten af te wijzen is, omdat er onder de gegeven omstandigheden geen aanleiding is om nakosten toe te wijzen. De kantonrechter stelt dat artikel 237 lid 4 Rv niet van toepassing is in deze situatie, en dat de verzoekende partij geen substantiële werkzaamheden heeft verricht die het toewijzen van nakosten rechtvaardigen.

De kantonrechter wijst het verzoek af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beschikking is gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels en openbaar uitgesproken op 30 maart 2009 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Zaaknummer: EA VERZ 08-1844
Beschikking van: 30 maart 2009
481
Beschikking van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap Lindorff B.V., voorheen genaamd Transfair B.V.
gevestigd te Zwolle
verzoekende partij
gemachtigde: [gemachtigde], gerechtsdeurwaarder
t e g e n
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verschenen in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De verzoekende partij heeft op 15 september 2008 een verzoek ingediend dat strekt tot begroting van de na de uitspraak ontstane kosten.
De verwerende partij heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 17 maart 2009. De verzoekende partij is verschenen bij de heer [vertegenwoordiger verzoeker]. De verwerende partij is verschenen in persoon.
Er is beschikking bepaald op heden.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
1. Bij vonnis van de kantonrechter te Amsterdam van 2 januari 2006, is de verwerende partij veroordeeld tot betaling van de in dat vonnis genoemde bedragen, waaronder een bedrag aan proceskosten.
2. De verzoekende partij vraagt de kantonrechter een bevelschrift af te geven voor een bedrag aan nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3. De verzoekende partij voert hiertoe aan dat zij vergoeding verlangt van de door haar verrichte handelingen, zoals het bestuderen van het vonnis, het onderhouden van schriftelijke en telefonische contacten met de verwerende partij en derden, het voeren en bewaken van betalingsregelingen, het rappelleren van de verwerende partij, het registreren en verwerken van betalingen en het informeren naar verhaalsmogelijkheden.
Zij wenst de met deze werkzaamheden gemoeide kosten op de verwerende partij te verhalen.
4. De hoogte van de nakosten worden door de verzoekende partij gesteld op een half punt van het destijds toepasselijke liquidatietarief bij de competentiegrens voor zogenoemde “niet-aardvorderingen, een bedrag van € 75,00.
5. De verwerende partij heeft -kort gezegd- als verweer gevoerd dat er een regeling is getroffen die door de verwerende partij wordt nagekomen.
6. Het gevoerde verweer treft doel.
Ter zitting is komen vast te staan dat partijen met elkaar een betalingsregeling zijn overeengekomen, die door de verwerende partij steeds is nagekomen.
7. Geoordeeld wordt dat onder deze omstandigheden er geen aanleiding is nakosten toe te wijzen. Naar het oordeel van de kantonrechter is artikel 237 lid 4 Rv niet geschreven voor de onder 6 beschreven situatie. Bovendien heeft de verzoekende partij in deze zaak geen substantiële werkzaamheden verricht, die het toewijzen van nakosten rechtvaardigen.
8. Aan het bovenstaande doet niet af dat er vóór het treffen van de betalingsregeling executiemaatregelen zijn genomen, zoals het leggen van beslag. Voor deze executiemaatregelen zijn immers aan de verwerende partij ook kosten in rekening gebracht.
9. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2009 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter