ECLI:NL:RBAMS:2009:BI3614
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot begroting van nakosten na uitspraak in betalingsregeling
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lindorff B.V., voorheen Transfair B.V., op 15 september 2008 een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, sector Kanton, met het doel om de nakosten te begroten die zijn ontstaan na een eerdere uitspraak. De verzoekende partij vraagt de kantonrechter om een bevelschrift af te geven voor een bedrag aan nakosten, zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verzoekende partij stelt dat zij kosten heeft gemaakt voor handelingen zoals het bestuderen van het vonnis, onderhouden van contacten met de verwerende partij en derden, en het registreren van betalingen.
De verwerende partij heeft een verweerschrift ingediend en voert aan dat er een betalingsregeling is getroffen die door hen wordt nagekomen. Tijdens de zitting op 17 maart 2009 is vastgesteld dat partijen inderdaad een betalingsregeling zijn overeengekomen, die door de verwerende partij steeds is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat het verzoek om nakosten af te wijzen is, omdat er onder de gegeven omstandigheden geen aanleiding is om nakosten toe te wijzen. De kantonrechter stelt dat artikel 237 lid 4 Rv niet van toepassing is in deze situatie, en dat de verzoekende partij geen substantiële werkzaamheden heeft verricht die het toewijzen van nakosten rechtvaardigen.
De kantonrechter wijst het verzoek af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beschikking is gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels en openbaar uitgesproken op 30 maart 2009 in aanwezigheid van de griffier.