ECLI:NL:RBAMS:2009:BI2868
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning tot storten van slib in het Gooimeer
In deze zaak heeft de Federatie van Hensportverenigingen Noordwest Nederland een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat. Dit besluit, genomen op 19 juni 2008, verklaarde de bezwaren van verzoekster ongegrond tegen de verlening van een vergunning voor het storten van slib in het Gooimeer. Het beroep van verzoekster tegen dit besluit werd behandeld op 13 januari 2009. De voorzieningenrechter heeft op 5 maart 2009 uitspraak gedaan.
De rechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de spoedprocedure niet het juiste kader biedt om het juridische geschil ten gronde te beoordelen. De kern van het geschil betreft de vraag of artikel 3, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) is geschonden. Dit artikel stelt dat vergunningen alleen kunnen worden geweigerd ter bescherming van waterstaatswerken en voor het veilig gebruik daarvan. Verzoekster stelt dat zij gebruik maakt van de visserijfunctie van het Gooimeer, maar de rechter oordeelt dat de Wbr niet ziet op het visserijgebruik, maar uitsluitend op het kwantitatieve beheer van water.
De rechter wijst erop dat de belangen van de recreatieve visserij niet onder de bescherming van de Wbr vallen en dat deze belangen in andere wet- en regelgeving moeten worden beoordeeld. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen en heeft het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.