ECLI:NL:RBAMS:2009:BH9341
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over opheffing van beslagen tegen bankgarantie
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 26 maart 2009, hebben eisers H.P.G. Services B.V., [eiser 2], en [eiser 3] een kort geding aangespannen tegen de vennootschap naar Duits recht, WestInvest Gesellschaft für Investment-Fonds mbH. De eisers vorderden de opheffing van beslagen die waren gelegd op hun vermogen, onder voorwaarde dat WestInvest een bankgarantie van EUR 2.200.000,-- zou stellen. Tijdens de zitting op 5 maart 2009 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en is de zaak pro forma aangehouden om hen de gelegenheid te geven tot een schikking te komen. Op 19 maart 2009 hebben partijen overeenstemming bereikt over de opheffing van de beslagen, maar er was nog onenigheid over de inhoud van de bankgarantie.
De voorzieningenrechter heeft op 26 maart 2009 geoordeeld dat de door WestInvest voorgestelde bankgarantie niet voldeed aan de vereisten van voldoende zekerheid. De rechter heeft bepaald dat de bankgarantie die door mr. Van Rijckevorsel was overgelegd, als de te stellen zekerheid moest worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft WestInvest veroordeeld tot opheffing van de beslagen, mits de bankgarantie werd gesteld zoals overeengekomen. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat WestInvest onmiddellijk moet voldoen aan de uitspraak, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, en mr. G.H. Felix, griffier, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.