ECLI:NL:RBAMS:2009:BH8593

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
423484 / KG ZA 09-648
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over onrechtmatige uitlatingen en affiches betreffende muizenplaag

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 27 maart 2009, hebben eiseressen, een besloten vennootschap en de Stichting Winkelcentrum Hilvertshof, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, een besloten vennootschap, die affiches had geplaatst waarin melding werd gemaakt van een muizenplaag in het gehuurde. De eiseressen vorderden dat de gedaagde deze affiches zou verwijderen en zich zou onthouden van verdere uitlatingen over de vermeende ongedierteplaag. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, maar had wel contact opgenomen met de griffie om te melden dat hij niet tijdig kon verschijnen vanwege de korte dagvaardingstermijn. Tijdens de zitting werd besloten om de gedaagde als informant te horen via een telefoongesprek.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de uitlatingen van de gedaagde over de muizenplaag aan het publiek als disproportioneel en onrechtmatig moeten worden aangemerkt, vooral omdat niet was aangetoond dat de gedaagde de eiseres in gebreke had gesteld om de muizenplaag op te lossen. De voorzieningenrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen twee uur na betekening van het vonnis de affiches te verwijderen en zich te onthouden van verdere uitlatingen over de ongedierteplaag. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 5.000,- per overtreding, met een maximum van € 50.000,-. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen, die op dat moment zijn begroot op € 862,25, inclusief nakosten.

De uitspraak is gedaan met het oog op de spoedeisendheid van de zaak, waarbij de voorzieningenrechter heeft aangegeven dat de uitwerking van het vonnis op 9 april 2009 zal volgen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, en mr. C. Neve, griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 423484 / KG ZA 09-648
Vonnis in kort geding van 27 maart 2009
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 1],
gevestigd te Amsterdam,
2. de stichting
STICHTING WINKELCENTRUM HILVERTSHOF,
gevestigd te Hilversum,
eiseressen bij dagvaarding op verkorte termijn van 26 maart 2009,
advocaat mr. T.H.G. Steenmetser te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde].,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Ter terechtzitting van 27 maart 2009 zijn verschenen namens eiseressen [commercieel medewerker] (commercieel medewerker van eiseres sub 1, verder [eiseres 1]) en [penningmeester] (penningmeester van de Stichting Winkelcentrum Hilvertshof), bijgestaan door mr. Steenmetser. Eiseressen hebben gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en akte vermeerdering van eis. Vervolgens hebben eiseressen verzocht vonnis te wijzen.
1.2. Gedaagde is niet verschenen. Wel heeft namens gedaagde de heer [bestuurder gedaagde], middellijk bestuurder van gedaagde, voor de aanvang van de zitting contact opgenomen met de griffie van de rechtbank en medegedeeld dat hij gelet op de korte dagvaardingstermijn niet tijdig op de zitting kon verschijnen. Ook heeft hij medegedeeld dat op 26 maart 2009 dezelfde kwestie al aan de orde is geweest in een voorlopige voorzieningenprocedure bij de kantonrechter te Hilversum.
Met [bestuurder gedaagde] is afgesproken dat hij ter zitting zou worden gebeld om te worden gehoord als informant. Dit telefoongesprek heeft ter zitting in aanwezigheid van eiseressen plaatsgevonden. Tegen gedaagde is, nu zij niet op de voorgeschreven wijze in de procedure is verschenen en bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, wel verstek verleend. De vermeerdering van eis van eiseressen is evenwel niet in behandeling genomen, aangezien deze niet aan gedaagde is betekend.
1.3. Ter zitting is verder gebleken dat in de zaak bij de kantonrechter te Hilversum de onderhavige vordering wel mede aan de orde is geweest, maar dat in die zaak pas op 2 april 2009 een vonnis wordt verwacht, terwijl eiseressen hebben gesteld dat zij spoedeisend belang hebben bij een onmiddellijke uitspraak. Verder is gebleken dat de Stichting Winkelcentrum Hilvertshof in de procedure bij de kantonrechter geen partij was.
1.4. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is heden de beslissing gegeven en is aan partijen medegedeeld dat de uitwerking op 9 april 2009 zal volgen.
1.5. In die uitwerking zal in elk geval worden overwogen dat - in het midden gelaten of er daadwerkelijk sprake is van een muizenplaag in het gehuurde, hetgeen in deze kort geding procedure niet kan worden beoordeeld - de uitlatingen van gedaagde hierover aan het publiek voorshands als disproportioneel en derhalve als onrechtmatig jegens de Stichting Winkelcentrum Hilvertshof moeten worden aangemerkt, helemaal omdat niet is gebleken dat gedaagde [eiseres 1] - alvorens over te gaan tot zijn acties - in gebreke heeft gesteld om de door hem gestelde muizenplaag op te lossen en voorshands aannemelijk is dat de overige huurders van het winkelcentrum schade lijden door deze uitlatingen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt gedaagde om binnen twee uur na betekening van dit vonnis de affiches uit het gehuurde te verwijderen waarop vermeld staat dat er sprake is van een muizenplaag alsmede zich te onthouden van het (doen) plaatsen / uitdelen / bezigen van (nieuwe) affiches / flyers / communicatie al dan niet in de media waarmee op (in)directe wijze melding wordt gemaakt van een ongedierteplaag en/of woorden en/of acties van gelijke of vergelijkbare strekking, daaronder begrepen het plaatsen van al dan niet levend ongedierte en/of afbeeldingen daarvan in of aan het gehuurde;
5.2. bepaalt dat gedaagde voor iedere overtreding van het in 5.1 bepaalde en iedere dag dat deze overtreding voortduurt, een aan eiseressen te betalen dwangsom verbeurt van € 5.000,- tot een maximum van € 50.000,-;
5.3. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op € 72, 25 (kosten dagvaarding), € 262,- (vast recht) en € 527,-(salaris advocaat);
5.4. veroordeelt gedaagde om aan eiseressen € 131,- te voldoen aan nakosten zonder betekening van dit vonnis, te verhogen met € 68,- ingeval dit vonnis wel is betekend aan gedaagde.
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren;
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C. Neve, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2009.?