a. BBN is een groothandel in bouwmaterialen.
b. [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1953, is sedert 1 juni 1999 in dienst van (de rechtsvoorganger van) BBN in de functie van magazijnmedewerker. Het brutosalaris bedraagt € [bedrag] per maand exclusief vakantietoeslag.
c. Op 14 mei 2007 is [verweerder] uitgevallen wegens schouderklachten. De klachten bleken van langdurige aard. In het re-integratietraject verrichtte [verweerder] aangepaste werkzaamheden bij BBN.
d. Op 24 januari 2008 is [verweerder] door de bedrijfsarts arbeidsgeschikt bevonden en vanaf die datum verricht hij de bedongen werkzaamheden.
e. Op 21 augustus 2008 vindt er op de werkvloer een voorval plaats tussen [verweerder] en een collega, [pers[persoon 3]. [persoon 3] wordt door [verweerder] klemgezet met een heftruck om te voorkomen dat [persoon 3] een pallet uit de stelling van [verweerder] zou halen. Naar aanleiding van het voorval heeft er tussen [verweerder], [persoon 3] en leidinggevende [persoon 4] een gesprek plaatsgevonden en zijn zowel [verweerder] als [persoon 3] aangesproken op hun gedrag.
f. Op 8 oktober 2008 heeft [verweerder] zich ziek gemeld wegens rugklachten. De bedrijfsarts adviseert naar aanleiding van een spreekuurbezoek op 14 oktober 2008: “(…) in gezamenlijk overleg binnen 1-2 weken het werk hervatten. Hierbij rekening houdend met (…) beperkingen. (…) Prognose (..) Binnen 3 weken weer volledig hervatten in eigen werk. (…)”
g. Op 22 oktober 2008 vindt er een gesprek plaats tussen [pers[persoon 5] en [verweerder], waarin wordt gesproken over de bereikbaarheid van [verweerder] tijdens zijn ziekte en de werkhervatting.
h. Op 3 november 2008 wordt [verweerder] door BBN 100% arbeidsgeschikt gemeld. Om 15.00 uur die dag meldt [verweerder] dat hij last heeft van zijn rug en dat hij naar huis gaat.
i. Op 4 november 2008 werkt [verweerder] weer, maar zegt om 15.00 uur dat hij naar huis moet omdat zijn vriendin uit het ziekenhuis komt. Leidinggevende [persoon 4] zegt tegen [verweerder] dat hij niet zomaar de werkvloer kan verlaten. Omdat [verweerder] toch naar huis gaat ontvangt hij een brief met een waarschuwing.
j. Op 5 november 2008 verschijnt [verweerder] niet op zijn werk. BBN kan hem ook niet bereiken. Naar aanleiding van zijn afwezigheid krijgt [verweerder] een tweede schriftelijke waarschuwing.
k. Op 6 november 2008 meldt [verweerder] zich ziek. [verweerder] bezoekt diezelfde dag de bedrijfsarts. Die oordeelt dat er beperkingen zijn ten aanzien van de belasting van de rug en dat er sprake is van stress. [verweerder] kan wel zijn werkzaamheden verrichten. De bedrijfsarts adviseert partijen in gesprek te gaan met een mediator.
l. Op 10 november 2008 nodigt BBN [verweerder] uit voor een bespreking op 12 november 2008. Daarin wordt [verweerder] aangesproken op zijn -in de ogen van BBN ontoelaatbare- gedrag.
m. Na dit gesprek is [verweerder] niet op zijn werk verschenen. Op 18 november 2008 wordt [verweerder] een brief gestuurd waarin is vermeld dat hij op 20 november 2008 op zijn werk wordt verwacht. Voor het geval dat [verweerder] niet zal verschijnen, wordt een salarisstop aangekondigd.
n. Op 20 november 2008 hervat [verweerder] zijn werkzaamheden.
o. Op 26 november 2008 deelt de vriendin van [verweerder] telefonisch aan [persoon 5] mee dat [verweerder] op 27 november 2008 niet op zijn werk komt omdat hij die avond wegens brommerpech 3,5 uur naar huis heeft moeten lopen in de regen. Hij kan zonder brommer niet op zijn werk komen. [persoon 5] deelt mee dat [verweerder] op zijn werk wordt verwacht. Omdat [verweerder] niet verschijnt wordt hem op 27 november 2008 een brief gestuurd waarin wordt vermeld dat als hij op 1 december 2008 zijn werkzaamheden niet hervat, een ontbindingsverzoek zal worden ingediend.
p. Op 28 november 2008 neemt de ingeschakelde mediator contact op met [verweerder] voor een intake gesprek vanwege de op 2 december 2008 ingeplande mediationbijeenkomst. [verweerder] deelt de mediator mee dat hij niet met zijn leidinggevende [persoon 4] om de tafel wil.
q. Op 1 december 2008 is [verweerder] niet op zijn werk verschenen.