Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De beoordeling
527,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 8 oktober 2009, hebben eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. M.H.J. van Maanen, een kort geding aangespannen tegen NACAR HOLDING N.V., die niet verschenen was. De eisers hadden hun vordering ingediend bij dagvaarding op 18 september 2009. Tijdens de zitting op 29 september 2009 was alleen [naam 1] aanwezig, die een volmacht overhandigde van de directeur van gedaagde, [naam 2]. De voorzieningenrechter oordeelde dat [naam 1] geen statutair bestuurder was en dus niet bevoegd om gedaagde te vertegenwoordigen. Dit leidde tot de conclusie dat gedaagde niet was verschenen, waardoor het gevraagde verstek werd verleend.
Eisers hebben hun eis verminderd door de vordering tot het opleggen van een dwangsom in te trekken. Tijdens de zitting verklaarde [naam 1] dat NACAR de vordering erkende, maar op dat moment niet in staat was om te voldoen. De voorzieningenrechter beoordeelde de vordering van eisers als niet onrechtmatig of ongegrond en besloot deze toe te wijzen. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 146.706,37, vermeerderd met contractuele rente, en EUR 2.842,00 aan buitengerechtelijke kosten. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eisers tot dat moment waren begroot op EUR 3.902,98. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.Y.C. Poelmann, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 8 oktober 2009.