Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
ONDERNEMERSVERENIGING BESTRATINGSBEDRIJVEN NEDERLAND (O.B.N.),
verzoeksters,
1.De procedure
- het verzoekschrift inzake verzet ex artikel 2:334l Burgerlijk Wetboek (BW)
- het verweerschrift van SFB
- het verweerschrift van BN
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 april 2009, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
(…)
c. het bevorderen van het belang van werknemers en werkgevers in het algemeen en werknemers en werkgevers in de bouwnijverheid in het bijzonder.
De stichting tracht haar doel te bereiken:
(…)
c. door het (doen) verrichten en financieren van diensten ten behoeve van werknemers en werkgevers in het algemeen en werknemers en werkgevers in de bouwnijverheid in het bijzonder.
(…)
- BN, de bij CONGA aangesloten werkgeversorganisaties, VBKO en OBN zijn partij bij de CAO voor de Bouwnijverheid en BN, VBKO en OBN zijn daarmee tevens dragende organisaties van de bij cao in leven geroepen stichtingen;
- BN vormt (namens de werkgeversorganisaties, na overleg met die organisaties,) een cao-delegatie en vult de werkgeversgeleding in van het bestuur van SFB en de met name genoemde, cao-gerelateerde, gremia;
- één vertegenwoordiger van CONGA neemt zitting in deze delegatie en gremia;
- in deze delegatie en gremia wordt een verantwoordelijke bestuurlijke vertegenwoordiger aangewezen die de aandachtsgebieden OBN en VBKO heeft en de communicatie onderhoudt;
- aan CONGA c.s. wordt een evenredig deel van de B-gelden (Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid) en de Convenantsgelden (Convenant Info- en Verwijstaken) toebedeeld;
- uiterlijk in september 2009 treden de ondertekenaars van het convenant met elkaar in overleg om - ten aanzien van CONGA - te bezien of de verhouding van de ledenaantallen alsdan ertoe leidt dat het aantal zetels in de in de genoemde delegatie en gremia aanpassing behoeft, waarbij uitgangspunt is het convenant op basis daarvan te continueren en om
3.Het verzoek van CONGA c.s.
3.2. CONGA c.s. leggen aan hun verzoek – samengevat – het volgende ten grondslag.
allewerkgevers in de bouwnijverheid zal behartigen. BN heeft op grond van de statuten van SFB Werkgevers het benoemingsrecht ten aanzien van vier van de vijf bestuurszetels van deze stichting, terwijl zij slechts een deel van de werkgevers in de bouwnijverheid vertegenwoordigt. Aangezien er op grond van deze statuten geen besluiten zijn die unaniem moeten worden genomen, zal BN naar eigen inzicht kunnen beschikken over het gehele vermogen van SFB Werkgevers, dat naar de doelomschrijving dient te worden aangewend ten behoeve van alle werkgevers in de bouwnijverheid. Alleen de bij BN aangesloten werkgevers zullen dan ook worden bediend, hetgeen betekent dat de rechtsverhouding tussen de overige werkgevers en SFB niet overgaat op SFB Werkgevers.
4.Het verweer van SFB en BN
5.De beoordeling
(p. 3) Juridische fusie en juridische splitsing zijn in veel opzichten elkaars spiegelbeeld. De belangen die door de fusie of splitsing kunnen worden geraakt, zijn dat evenzeer. Kunnen bij fusie (…) vooral aandeelhouders nadeel lijden (…) bij splitsing bestaat in de eerste plaats het gevaar van benadeling van schuldeisers. Zij worden na de splitsing immers geconfronteerd met een nieuwe schuldenaar, die slechts een deel van het oorspronkelijke vermogen van splitsende rechtspersoon bezit, dat bestemd was voor verhaal van hun vorderingen. In een splitsingsregeling moet aan de positie van schuldeisers daarom in het bijzonder aandacht worden besteed. Het wetsvoorstel bevat een samenstel van waarborgen dat tot gevolg heeft dat schuldeisers door een splitsing niet behoeven te worden geschaad. (…)(p. 12-13) Ter bescherming van de schuldeisers geeft het wetsvoorstel daarom een eigen regeling.Daartoe bepaalt allereerst artikel 334j lid 1 als hoofdregel dat bij de splitsing een rechtsverhouding in beginsel alleen in haar geheel mag overgaan. De regel geldt zowel voor een enkele schuld of verplichting (…), als voor meer omvattende rechtsverhoudingen, zoals het samenstel van rechten en verplichtingen dat uit een overeenkomst voortvloeit.
6.De beslissing
- heft op het verzet tegen het voorstel tot splitsing van SFB;
- veroordeelt CONGA c.s. hoofdelijk in de kosten van deze procedure, aan de zijde van SFB tot op heden begroot op EUR 516,- aan vastrecht en EUR 904,- aan salaris procureur en aan de zijde van BN tot op heden begroot op EUR 262,- aan vastrecht en EUR 904,- aan salaris procureur;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.