ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7382
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.J. Peeters
- R.A.J. van der Linde
- G.H. Marcus
- Rechtspraak.nl
Wraking van een politierechter in een strafzaak met betrekking tot de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 12 juni 2008 uitspraak gedaan over een mondeling verzoek tot wraking van een politierechter in een strafzaak. Het verzoek tot wraking was ingediend door de verzoeker, die stelde dat de rechter de objectieve indruk had gewekt al vooruitgelopen te zijn op het eindoordeel over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Dit zou zijn gebeurd doordat de rechter het pleidooi van de raadsman onderbrak en stelde dat de uitkomst van een bestuursrechtelijke procedure niet relevant was voor de strafzaak. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat zij van oordeel was dat de rechter niet vooringenomen was. De rechtbank overwoog dat, hoewel de rechter vroegtijdig had aangegeven het verweer niet te zullen honoreren, dit niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De rechter had de raadsman de gelegenheid geboden om de zaak aan te houden voor een uitgebreider pleidooi, maar de raadsman had ervoor gekozen om het kort te houden. De rechtbank concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. Het verzoek werd als ongegrond afgewezen, en de rechtbank bepaalde dat het onderzoek ter terechtzitting werd hervat in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het verzoek tot wraking.