ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4412
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.E. Wijnker
- C.C.W. Lange
- T. van Muijden
- Rechtspraak.nl
Toepassing van garantiedagloon bij werkloosheidsuitkering na beëindiging van dienstbetrekking
In deze zaak heeft eiser op 9 augustus 2006 een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd, waarbij hij verzocht om toepassing van het garantieloon. Eiser had eerder gewerkt bij BTB Organisatie BV en ontving een werkloosheidsuitkering, maar zonder het gevraagde garantiedagloon. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een besluit van verweerder op 9 september 2006, waarin aan eiser een werkloosheidsuitkering werd toegekend zonder het garantiedagloon. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Hij heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoerde dat hij recht had op het garantiedagloon op basis van zijn eerdere dienstbetrekking bij Hestia Landgraaf.
De rechtbank heeft overwogen dat artikel 17 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen niet uitsluit dat binnen een lopende garantietermijn een nieuwe garantietermijn kan gaan lopen. De rechtbank oordeelt dat de termijn van 36 maanden, die geldt voor het vaststellen van het WW-dagloon, niet in de weg staat aan de toepassing van het garantiedagloon bij de huidige WW-uitkering van eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere dienstbetrekking van eiser bij BJ Financieel Advies binnen de relevante termijn is aangegaan en beëindigd, en dat dit recht geeft op het garantiedagloon.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van verweerder vernietigd en bepaald dat verweerder een nieuw besluit moet nemen op de bezwaren van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is gedaan op 22 december 2008 door een meervoudige kamer van de Rechtbank Amsterdam, en is bekendgemaakt aan de betrokken partijen.