ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2986

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
394037
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van gefactureerde uren door uitzendkracht door opdrachtgever

In deze civiele zaak tussen Wijco Detachering B.V. en 1 Bite Products B.V. draait het om de betaling van gefactureerde uren voor uitzendkrachten. Wijco, als detacheringsbureau, heeft 1 Bite een offerte gestuurd voor het beschikbaar stellen van personeel, maar de facturen die daarop volgden zijn door 1 Bite niet volledig voldaan. Wijco heeft conservatoir beslag gelegd op de inboedel van 1 Bite en vordert betaling van een bedrag van EUR 163.085,05, vermeerderd met rente en kosten. 1 Bite betwist de facturen en stelt dat de uren niet zijn gewerkt, en dat er geen schriftelijke overeenkomsten zijn gesloten. De rechtbank oordeelt dat het aan Wijco is om te bewijzen dat de uren daadwerkelijk zijn gewerkt, aangezien de urenbriefjes niet door 1 Bite zijn getekend. De rechtbank wijst een deel van de vordering toe, maar laat Wijco toe om bewijs te leveren van de gewerkte uren. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 394037 / HA ZA 08-956
Vonnis van 19 november 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WIJCO DETACHERING B.V.,
gevestigd te Lochem,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. R.R.F. van der Mark,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1 BITE PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Huizen,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Partijen zullen hierna Wijco en 1 Bite worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 juni 2008,
- het proces-verbaal van comparitie van 2 oktober 2008 en de daarin genoemde processtukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Wijco voert een detacheringsbureau dat uitzendkrachten ter beschikking stelt aan andere ondernemingen. 1 Bite is een producent van, dan wel handelaar in levensmiddelen.
2.2. Bij brief van 20 november 2006 heeft Wijco aan 1 Bite een offerte gestuurd voor het beschikbaar stellen van uitzendkrachten. In de brief staat, voor zover hier van belang:
“De intentie is om structureel met elkaar te gaan samenwerken waarbij wij er naar streven uw behoefte met betrekking tot personeel volledig in te vullen.
(…)
Het overeengekomen tarief bedraagt € 17,50 per uur exclusief BTW.
(…)”
2.3. In december 2006, januari, juni en juli 2007 en in het najaar van 2007 heeft 1 Bite gebruik gemaakt van de diensten van Wijco. De facturen met betrekking tot de werkzaamheden die waren verricht in 2006 en in het eerste deel van 2007 zijn door 1 Bite voldaan.
2.4. Op 27 december 2007 heeft Wijco aan 1 Bite een factuur met nummer 2702087 gezonden voor een totaalbedrag van EUR 157.207,19 inclusief btw voor de verrichte werkzaamheden in week 51.
Op 28 december 2007 heeft Wijco aan 1 Bite een factuur met nummer 2702098 gezonden voor een totaalbedrag van EUR 2.629,16 inclusief btw voor eveneens in week 51 verrichte werkzaamheden.
Op 31 december 2007 heeft Wijco twee facturen gezonden aan 1 Bite. Een factuur met nummer 2702099 heeft betrekking op werkzaamheden die zijn verricht in week 52 en bedraagt EUR 1.832,60 inclusief btw. De andere factuur met nummer 2800033 betreft in week 2 verrichte werkzaamheden en bedraagt EUR 1.416,10. De betalingstermijn is blijkens de facturen steeds 14 dagen.
2.5. De facturen van december 2007 zijn niet geheel voldaan.
2.6. Na daartoe op 28 februari 2008 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft Wijco op 5 maart 2008 ten laste van 1 Bite conservatoir beslag gelegd op de inboedel van het kantoor van 1 Bite en tevens conservatoir derdenbeslag ten laste van 1 Bite onder ABN Amro Bank N.V. en onder Albert Heijn B.V.
Na daartoe op 28 februari 2008 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen heeft Wijco op 4 maart 2008 conservatoir derdenbeslag gelegd ten laste van 1 Bite onder de Coöperatieve Inkoopvereniging Superunie B.A. en [A] Diepvries B.V.
2.7. Bij brief van 18 februari 2008 heeft [B] Consultancy, aandeelhouder van 1 Bite, aan Wijco geschreven, voor zover hier van belang:
“Namens de directie van 1 Bite Products B.V. en in overleg met haar accountant (…) verzoeken wij u hierbij om ons te voorzien van alle werkbriefjes en/of urenregistraties ter zake van de via Wijco Detachering B.V. uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van 1 Bite Products B.V. over het gehele jaar 2007.
Na toetsing en goedkeuring door de directie van 1 Bite Products B.V. zal er definitief tot betaling en/of verrekening worden overgegaan.
(…)”
3. Het geschil
in conventie
3.1. Wijco vordert – samengevat – veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van 1 Bite tot betaling van EUR 163.085,05, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 1 februari 2008 tot en met de dag van algehele voldoening, alsmede met een bedrag van EUR 2.842,= aan buitengerechtelijke incassokosten en EUR 4.544,08 aan beslagkosten en veroordeling in de kosten van de procedure.
3.2. Wijco stelt daartoe, samengevat, het volgende. 1 Bite heeft de werkzaamheden, verricht in week 51 en gefactureerd eind december 2007, voor het grootste deel onbetaald gelaten. De facturering is gebaseerd op urenbriefjes waarop de namen en uren van de uitzendkrachten werden genoteerd en die door Wijco ter beschikking werden gesteld van 1 Bite om vervolgens weer mee te worden genomen door Wijco voor verwerking en facturering. 1 Bite heeft de beschikking gehad over alle urenbriefjes. 1 Bite heeft alleen in 2006 urenbriefjes voor akkoord getekend, nadien was dit niet de gewoonte. Toch heeft zij de facturen die gebaseerd waren op niet getekende urenbriefjes voldaan, ook een deel van de facturen van december 2007. 1 Bite kan nu niet meer op slechts formele gronden protesteren tegen de facturen.
De eerste overeenkomst met 1 Bite is gesloten in november 2006. Dat is de brief van 20 november 2006. De volgende overeenkomsten zijn gesloten onder dezelfde voorwaarden.
Artikel 4 lid 3 van de toepasselijke algemene voorwaarden van Wijco bepaalt dat betwisting van een factuur binnen acht dagen moet geschieden. 1 Bite heeft niet binnen die termijn geprotesteerd tegen de aan haar gezonden facturen.
3.3. 1 Bite voert gemotiveerd verweer. Dit verweer komt neer op het volgende.
1 Bite is niets, althans een lager bedrag dan gevorderd verschuldigd aan Wijco. De door Wijco gedeclareerde uren wijken af van de door 1 Bite gecontroleerde uren op de desbetreffende dagen. Zij heeft de eerdere facturen aanvankelijk wel betaald omdat Wijco haar had toegezegd dat eventueel te veel betaalde uren middels de laatste factuur konden worden verrekend. De betalingstermijn was steeds 60 dagen.
Aanvankelijk heeft Wijco urenbriefjes aan 1 Bite gegeven met het verzoek deze te controleren en voor akkoord te tekenen. Vanaf medio 2007 werden urenbriefjes niet meer door Wijco ter controle aangeboden en kwamen sommige toegezegde uitzendkrachten niet opdagen. De begeleiding liep ook niet goed en de kwaliteit van de uitzendkrachten liet te wensen over. In de weken 51 en 52 heeft Wijco evenmin werkbriefjes ingeleverd.
Partijen hebben geen schriftelijke overeenkomst gesloten. De door Wijco in het geding gebrachte brief van 20 november 2006 is een offerte en 1 Bite heeft hem nooit ontvangen.
Partijen zijn niet overeengekomen dat de algemene voorwaarden van Wijco van toepassing zijn. Er zijn ook geen algemene voorwaarden ter hand gesteld aan 1 Bite.
In de facturen van 27, 28 en 31 december 2007 heeft Wijco 2.110,5 uren te veel gefactureerd en zij heeft ten onrechte een bedrag van EUR 2.200,= exclusief btw in rekening gebracht voor “bijdrage huisvesting”. Wijco heeft dus voor EUR 46.569,16 te veel gefactureerd.
Omdat de hoogte van het ten onrechte door Wijco in rekening gebrachte bedrag niet direct kenbaar was, heeft 1 Bite de betaling opgeschort. De door Wijco in het geding gebrachte urenlijsten zijn achteraf opgesteld. 1 Bite heeft de bestreden uren niet schriftelijk gefiatteerd. De uren zijn ook niet gewerkt.
Ook in de eerdere facturen van 2007 heeft Wijco te veel uren in rekening gebracht, namelijk 918,25 uren voor een bedrag van EUR 19.122,56 inclusief btw dat 1 Bite ten onrechte heeft betaald.
1 Bite beroept zich ter zake van dit bedrag op verrekening, primair op grond van de afspraak dat de te veel betaalde uren zouden kunnen worden verrekend met latere facturen en subsidiair op grond van onverschuldigde betaling dan wel ongerechtvaardigde verrijking.
1 Bite heeft haar rechten om te reclameren niet verwerkt. 1 Bite betwist de verschuldigdheid van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Zij betwist ook de hoogte van de gevorderde beslagkosten nu Wijco had kunnen volstaan met één verzoekschrift. Ook is het in rekening gebrachte tarief voor de procureur buitensporig hoog.
in voorwaardelijke reconventie
3.4 1 Bite vordert onder verwijzing naar haar verweer in conventie en onder de voorwaarde dat haar beroep in conventie op verrekening niet wordt gehonoreerd – samengevat – veroordeling van Wijco bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad tot betaling van EUR 19.122,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verzuim, althans vanaf 7 mei 2008 tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van Wijco in de kosten van de procedure.
3.5. Wijco voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Het verweer van 1 Bite spitst zich toe op een deel van de in december 2007 bij factuur van 27 december 2007 voor week 51 (en de zondag van week 50) gefactureerde bedragen, totaal EUR 46.569,16.
Met betrekking tot het resterende bedrag van de door Wijco gevorderde hoofdsom, EUR 116.515,89, doet 1 Bite een beroep op verrekening met een eerder, naar zij stelt te veel, betaald bedrag van EUR 19.122,56.
Tegen het resterende bedrag van EUR 97.393,33 (zijnde het gevorderde bedrag van EUR 163.085,05 na aftrek van EUR 46.569,16 en EUR 19.122,56) heeft 1 Bite geen gemotiveerd verweer gevoerd zodat de vordering van Wijco tot de hoogte van dit bedrag zal worden toegewezen.
4.2. Met betrekking tot 2.110,5 betwiste uren in december 2007 en 918,25 betwiste uren in de eerdere maanden van 2007 geldt het volgende. Wijco beroept zich op het rechtsgevolg van haar stelling dat deze uren door haar uitzendkrachten bij 1 Bite zijn gewerkt. Daarom is het, overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv, aan Wijco om dit te bewijzen.
Ter ondersteuning van haar stelling dat de bestreden uren in december 2007 zijn gewerkt, heeft Wijco urenbriefjes in het geding gebracht die betrekking hebben op die uren. Deze urenbriefjes zijn evenwel niet door 1 Bite getekend en 1 Bite heeft bestreden dat zij aan haar ter beschikking zijn gesteld. Met de urenbriefjes is dan ook niet aangetoond dat de uren in december 2007 ook echt zijn gewerkt bij 1 Bite. Daarbij komt nog dat Wijco heeft betoogd dat 1 Bite het bijhouden van de gewerkte uren aan Wijco had overgelaten. Juist in een dergelijke situatie ligt het voor de hand ervoor te zorgen dat de geregistreerde uren voor akkoord worden getekend door de andere partij. Nu Wijco dit heeft nagelaten komt het voor haar risico om, bij een betwisting als die van 1 Bite, aan te tonen dat de uren feitelijk zijn gewerkt. Hetzelfde geldt voor de 918,25 betwiste uren die over de eerdere maanden van 2007 zijn gefactureerd. Dat de door 1 Bite in het geding gebrachte registratielijsten niet achteraf zijn opgemaakt, maar de planning vooraf betreffen, zoals Wijco heeft aangevoerd, leidt niet tot een andere conclusie. Wijco heeft nog gesteld dat 1 Bite haar recht heeft verwerkt om de gefactureerde uren te betwisten. Geoordeeld wordt dat het enkele feit dat 1 Bite voorheen steeds alle facturen voldeed die waren gebaseerd op niet door haar getekende urenbriefjes, niet maakt dat zij niet meer kan protesteren tegen facturen indien deze naar haar mening niet kloppen. Dit geldt te meer nu Wijco niet van 1 Bite verlangde dat zij de urenbriefjes tekende. In die situatie mocht Wijco er niet op vertrouwen dat 1 Bite de facturen zonder meer zou voldoen. Ook het recht om de 918,25 uren over de eerdere maanden van 2007 nog te betwisten heeft 1 Bite niet verwerkt. Zij heeft onbetwist aangevoerd dat Wijco druk op haar uitoefende om de facturen te voldoen, nog voordat 1 Bite in de gelegenheid was om te controleren of de gefactureerde uren daadwerkelijk waren gewerkt. Geoordeeld wordt dat het enkele feit dat 1 Bite de facturen die op de 918,25 uren betrekking hebben heeft voldaan, onder de omstandigheden zoals hiervóór geschetst, niet maakt dat 1 Bite deze uren niet meer kan betwisten. Voor zover Wijco zich nog beroept op artikel 4 lid 3 van haar algemene voorwaarden geldt dat 1 Bite de toepasselijkheid daarvan heeft bestreden en Wijco deze op geen enkele manier heeft onderbouwd, zodat de stelling van Wijco dat 1 Bite in strijd met de algemene voorwaarden te laat tegen de facturen heeft geprotesteerd wordt gepasseerd.
Wijco zal overeenkomstig haar bewijsaanbod in de gelegenheid worden gesteld bewijs bij te brengen van haar stelling dat de in totaal 3.028,75 betwiste uren door haar uitzendkrachten bij 1 Bite zijn gewerkt. Slaagt zij in dit bewijs, dan kan de vordering met betrekking tot het daarmee corresponderende bedrag worden toegewezen.
4.3. Tegen de betwisting door 1 Bite van de post “bijdrage huisvesting” heeft Wijco niets ingebracht. Zij heeft ook niet toegelicht op welke grond 1 Bite gehouden zou zijn het bedrag van EUR 2.200,= (te vermeerderen met de over dit bedrag in rekening gebrachte btw) te voldoen, zodat de vordering op dit punt zal worden afgewezen.
4.4. Hetgeen hiervóór onder 4.1. is overwogen ten aanzien van het in die rechtsoverweging genoemde deel van de vordering zal reeds thans in het dictum worden opgenomen. Hetgeen onder 4.3. is overwogen ten aanzien van de daar genoemde vordering, zal in het eindvonnis in een dictum worden opgenomen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
in voorwaardelijke reconventie
4.5. Nu de beantwoording van de vraag, of aan de voorwaarde waaronder de conventionele vordering is ingesteld is voldaan, afhangt van de bewijslevering in de conventie, wordt de beslissing in de reconventie aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt 1 Bite om aan Wijco te betalen een bedrag van EUR 97.393,33 (zevenennegentigduizend driehonderd drieënnegentig euro en drieëndertig eurocent),
5.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3. laat Wijco toe te bewijzen dat haar uitzendkrachten in 2007 3.028,75 uren (waarvoor zij een bedrag van EUR 65.691,72 heeft gedeclareerd) naast de niet betwiste uren (ter hoogte van het hiervóór onder 5.1 toegewezen bedrag van EUR 97.393,33) bij 1 Bite hebben gewerkt,
5.4. bepaalt dat getuigen kunnen worden gehoord door mr. L.S. Frakes, hierbij tot rechter-commissaris benoemd,
5.5. verwijst de zaak naar de rol van 17 december 2008 opdat Wijco alsdan kan doen meedelen of zij van de gelegenheid tot bewijslevering door getuigen en zo ja, door hoeveel, gebruik wil maken, en met opgave van de verhinderdata van alle betrokkenen in de eerstvolgende drie maanden, waarna de dag voor getuigenverhoor zal worden bepaald dan wel wordt voortgeprocedeerd,
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
5.5. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.S. Naarden en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2008.?