ECLI:NL:RBAMS:2008:BH1368
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Vrakking
- A.C.A. Wildenburg
- A.W.H. Vink
- Rechtspraak.nl
Arbitragebeding als onredelijk bezwarend aangemerkt in consumentenovereenkomst
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Amsterdam op 17 december 2008, staat de vraag centraal of een arbitragebeding in de Uniforme Administratieve Voorwaarden 1989 (UAV 89) onredelijk bezwarend is voor consumenten. De eisers, A en B, hebben C opdracht gegeven voor werkzaamheden aan een nieuw te bouwen woning. A c.s. stellen dat C tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en vorderen ontbinding en schadevergoeding. C verzet zich tegen de rechtsbevoegdheid van de rechtbank, stellende dat de UAV 89 van toepassing zijn en dat het arbitragebeding in paragraaf 49 van deze voorwaarden een bijzondere rechtsgang voorschrijft.
De rechtbank overweegt dat het arbitragebeding in paragraaf 49 van de UAV 89 als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt, omdat het de consument de mogelijkheid ontneemt om te kiezen voor overheidsrechtspraak in plaats van arbitrage. Dit is in strijd met de Richtlijn 93/13/EEG, die bepaalt dat bedingen die de consument belemmeren in het instellen van rechtsvorderingen als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat het arbitragebeding in deze zaak niet kan worden ingeroepen door C, waardoor de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van het geschil.
De rechtbank wijst het gevorderde af in het incident en bepaalt dat de hoofdzaak weer op de rol komt voor conclusie van antwoord. C wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van A c.s. tot op heden zijn begroot op € 452,00. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumenten in overeenkomsten en de noodzaak van richtlijnconforme interpretatie van arbitragebedingen.