5. [gedaagde] verweert zich tegen deze vordering. [gedaagde] voert - kort gezegd – aan, dat hij geen overeenkomst met Tele 2 heeft gesloten.
beoordeling
6. De kantonrechter heeft eerst te onderzoeken of Tele 2 met [gedaagde] een overeenkomst met betrekking tot telecommunicatiediensten is aangegaan.
7. Ter zitting heeft Tele 2 de volgende toelichting gegeven.
Op of omstreeks 18 maart 2005 is telefonisch een overeenkomst voor de duur van een jaar gesloten tussen Tele 2 en [gedaagde]. Voor het incasseren van de tweemaandelijkse facturen heeft [gedaagde] zijn bankrekeningnummer opgegeven en een machtiging tot automatische incasso afgegeven. Vervolgens zijn op 18 mei 2005 en 18 juli 2005 aan [gedaagde] facturen verzonden voor de maandelijkse abonnementskosten en de door [gedaagde] gevoerde telefoongesprekken. Een bank werkt alleen aan automatische incasso mee als de naam en de naam op de bankrekening met elkaar corresponderen. Beide facturen zijn door automatische incasso voldaan, zodat daarmee volgens Tele 2 ook vast staat dat het desbetreffende bankrekeningnummer aan [gedaagde] toebehoorde.
8. Gelet op deze gemotiveerde toelichting, die door [gedaagde] niet is bestreden, acht de kantonrechter voldoende aannemelijk dat tussen Tele 2 en [gedaagde] een overeenkomst voor de duur van een jaar is gesloten.
9. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] de overeenkomst met Tele 2 heeft opgezegd. Dit leidt ertoe dat de overeenkomst na ommekomst van de overeengekomen termijn van een jaar op 18 maart 2006 voor onbepaalde tijd is voortgezet.
Op grond van de overeenkomst is [gedaagde] jegens Tele 2 verplicht de abonnementskosten en administratiekosten te betalen totdat de overeenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd.
10. Zoals onder meer in het vonnis van de kantonrechter in een andere zaak van 19 september 2008 LJN: BF 8860 is overwogen, is onder bijzondere omstandigheden denkbaar dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid Tele 2 haar wederpartij niet onverkort aan haar betalingsverplichting kan houden.
Zo dient Tele 2 als professionele partij bedacht te zijn op gedragingen - bij overeenkomsten als de onderhavige in het bijzonder het niet meer betalen van facturen en het niet meer gebruikmaken van het mobiele netwerk voor uitgaande gesprekken - van haar (niet professionele) wederpartij.
In dit geval heeft Tele 2 gesteld dat [gedaagde] vanaf 25 mei 2005 – derhalve amper 2 maanden na aanvang van het jaarcontract - geen uitgaande gesprekken meer via het mobiele netwerk van Tele 2 heeft gevoerd. Tele 2 heeft [gedaagde] halverwege het jaarcontract op 31 oktober 2005 van het mobiele netwerk afgesloten, zodat [gedaagde] vanaf dat moment (nagenoeg) geen gebruik meer kon maken van het mobiele netwerk. [gedaagde] heeft in ieder geval vanaf 15 februari 2006 geen enkele factuur van Tele 2 meer voldaan.
In de regel wordt met het (gedeeltelijk) afsluiten van het mobiele netwerk door de provider beoogd enerzijds verdere schade voor niet betaalde uitgaande gesprekken te voorkomen en anderzijds de consument te bewegen aan haar betalingsverplichting alsnog te voldoen, zodat – veelal tegen vergoeding van kosten – de afsluiting ongedaan kan worden gemaakt. De afsluiting heeft immers tot gevolg dat een normaal gebruik van de mobiele aansluiting niet meer mogelijk is en vanaf dat moment ook geen gebruik meer kan worden gemaakt van de diensten van de provider.
11. De kantonrechter is van oordeel dat als een consument binnen een redelijke termijn na de (gedeeltelijke) afsluiting van het mobiele netwerk geen contact zoekt met de provider, zodat de (gedeeltelijke) afsluiting gehandhaafd blijft en het abonnement voor de consument (nagenoeg) geen praktisch nut meer heeft, een provider als Tele 2 daaruit kan afleiden dat de consument de overeenkomst wenst te beëindigen, althans na de overeengekomen contractsduur de overeenkomst niet voort te zetten. Mede gelet op de termijn die Tele 2 voor afsluiting hanteert nadat een factuur onbetaald is gelaten, stelt de kantonrechter de redelijke termijn op 2 maanden na (gedeeltelijke) afsluiting doch niet eerder dan de overeengekomen termijn.
12. Gelet op de datum van afsluiting (31 oktober 2005) en het onbetaald laten van tenminste 2 facturen heeft Tele 2 zich naar het oordeel van de kantonrechter zich kunnen realiseren dat [gedaagde] na ommekomst van de eenjaarstermijn de overeenkomst niet wilde verlengen. Tele 2 heeft zich dit kennelijk ook gerealiseerd doordat in de twee maandelijkse factuur van 17 april 2006 de maand maart is meegenomen en Tele 2 in dat jaar geen verdere termijnen aan [gedaagde] in rekening heeft gebracht. Merkwaardig genoeg heeft Tele 2 bijna 1,5 jaar later op 18 augustus 2007 nog een factuur voor slechts 1 maand naar [gedaagde] gezonden – welke thans ook wordt gevorderd – en op 18 oktober 2007 nog een factuur van een maand. Verdere facturen zijn door Tele 2 niet verzonden.
13. De kantonrechter leidt hieruit af dat ook Tele 2 op of omstreeks april 2006 uit de gedragingen van [gedaagde] heeft afgeleid dat hij in ieder geval vanaf maart/april 2006 de overeenkomst niet wilde verlengen en heeft Tele 2 lange tijd ook geen facturen aan [gedaagde] in rekening gebracht. Dit leidt ertoe dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid Tele 2 geen aanspraak kan maken op betaling van abonnementskosten vanaf april 2006.
14. Van de onderhavige 3 facturen hebben 2 nog betrekking op de contractsperiode van een jaar – de facturen van 15 februari 2006 en 17 april 2006- en één factuur van ver daarna – de factuur van 18 augustus 2007 - . Gelet op de hiervoor aangegeven maatstaf worden alleen de eerste twee facturen toegewezen, hetgeen leidt tot een hoofdsom van € 40,00.
15. Voor het niet tijdig betalen van de facturen is [gedaagde] wettelijke rente verschuldigd. Het door Tele 2 tot dagvaarding gevorderde bedrag heeft tevens betrekking op de in deze procedure afgewezen factuur van 18 augustus 2007. De kantonrechter zal daardoor de wettelijke rente toewijzen na het verstrijken van de betalingstermijn van de factuur van 17 april 2006, zijnde 1 mei 2006.
16. Voor het incasseren van de vordering zijn buitengerechtelijke werkzaamheden verricht waarvan de kosten worden vergoed overeenkomstig de bij deze rechtbank, sector kanton gehanteerde staffel.
17. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [gedaagde] als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.