ECLI:NL:RBAMS:2008:BG9183
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- S. van Eunen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van de Faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 december 2008 uitspraak gedaan in het verzoek van A tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. A had op 27 mei 2008 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van bijlagen, waarin hij vroeg om toepassing van de schuldsaneringsregeling en het instellen van een moratorium op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. De rechtbank verleende op 3 juni 2008 een moratorium voor de duur van zes maanden, met als doel A de gelegenheid te geven een minnelijke regeling met zijn schuldeisers te treffen. Gedurende deze periode heeft A echter niet de benodigde medewerking verleend aan zijn schuldhulpverlener en heeft hij nagelaten informatie aan te leveren die noodzakelijk was voor het aanvragen van een saneringskrediet. Bovendien heeft hij gedurende het moratorium twee maanden huur onbetaald gelaten.
De rechtbank oordeelde dat A niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in staat zou zijn om de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling naar behoren na te komen. A heeft zich onttrokken aan de hulpverlening en heeft niet meegewerkt aan het tot stand brengen van een minnelijke regeling met zijn schuldeisers. De rechtbank concludeerde dat A niet voldeed aan de vereisten van artikel 288 lid 1 sub c van de Faillissementswet, die vereist dat de verzoeker de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal voldoen. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.
De beslissing van de rechtbank is als volgt: het verzoek wordt afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. S. van Eunen op 2 december 2008.