ECLI:NL:RBAMS:2008:BG5727
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring van de Indonesische Overzeese Bank N.V. na omzetting van noodregeling
Op 1 december 2008 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van de naamloze vennootschap DE INDONESISCHE OVERZEESE BANK N.V. (Indover), die gevestigd is te Amsterdam. Het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend door de bewindvoerders, mr. A. van Hees en [persoon 1], die eerder waren benoemd door de rechtbank. Tijdens de behandeling van het verzoek in raadkamer is vastgesteld dat Indover een negatief eigen vermogen heeft en dat er geen redelijk vooruitzicht meer bestaat om het doel van de verleende machtiging te verwezenlijken. De bewindvoerders hebben een balans overgelegd die een negatief eigen vermogen aantoont, en zij hebben aangegeven dat het niet is gelukt nieuw kapitaal aan te trekken of een overname door een andere bank te realiseren. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de situatie van de beleggingen en leningen van Indover, die voor een groot deel in Oost-Europa en Indonesië zijn, en waarbij aanzienlijke afschrijvingen noodzakelijk waren. De directie van Indover, De Nederlandsche Bank N.V. en de aandeelhouders zijn gehoord, maar hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek tot faillietverklaring. Gezien de eensluidende standpunten van partijen heeft de rechter-commissaris, mr. M.L.D. Akkaya, geen advies aan de rechtbank gegeven. De rechtbank heeft op basis van de Faillissementswet geoordeeld dat het faillissement van Indover dient te worden uitgesproken. De rechtbank heeft de noodregeling beëindigd en de bewindvoerders benoemd tot curatoren. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 1 december 2008.