ECLI:NL:RBAMS:2008:BG4436
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K.D. van Ringen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot instellen van een moratorium in het kader van gedwongen woningontruiming
In deze zaak heeft verzoekster A een verzoek ingediend tot het instellen van een moratorium in het kader van een gedwongen woningontruiming. A is in de afgelopen zeven jaar meerdere keren veroordeeld tot betaling van achterstallige huurpenningen, met als laatste uitspraak een bevel tot ontruiming. Sinds twee maanden betaalt A de lopende huur en lost zij af op de achterstallige huurpenningen. De woningbouwvereniging Stadgenoot betwist echter dat er een rechtsgrond is om A in de woning te laten blijven, omdat de huurovereenkomst zou zijn ontbonden en er sprake zou zijn van een terugkerende betalingsachterstand.
De rechtbank Amsterdam heeft op 20 augustus 2008 geoordeeld dat het standpunt van Stadgenoot niet te verenigen is met artikel 305 van de Faillissementswet, dat een verbod tot ontruiming van de woning inhoudt. De rechtbank concludeert dat er sprake is van ernstige terugkerende wanbetaling door A, wat in dit geval niet rechtvaardigt dat het ontruimingsvonnis wordt opgeschort. A heeft in het verleden meerdere kansen gekregen om haar financiële situatie te verbeteren, maar heeft zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot het instellen van een moratorium afgewezen en A veroordeeld in de proceskosten van Stadgenoot.
De rechtbank heeft tevens aangegeven dat A bij afzonderlijke brief zal worden opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, die op 12 september 2008 zal plaatsvinden. A dient te overwegen of zij haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wil handhaven, afhankelijk van de uitkomst van het verzoek tot moratorium.