ECLI:NL:RBAMS:2008:BG3633
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die sinds 23 augustus 2001 een bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De rechtbank behandelt de intrekking van de bijstandsuitkering van eiseres over de periode van 24 december 2001 tot en met 31 oktober 2006, na een onderzoek door verweerder naar de leefomstandigheden van eiseres. Verweerder concludeerde dat eiseres onjuiste informatie had verstrekt en vermogen had verzwegen, wat leidde tot de herziening van de bijstandsverlening en de terugvordering van teveel verstrekte bijstand.
De rechtbank oordeelt dat verweerder bevoegd was om de bijstand te herzien en terug te vorderen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Eiseres had niet betwist dat zij haar inlichtingenplicht had geschonden, maar kwam enkel op tegen het terugvorderingsbesluit. De rechtbank stelt vast dat het teruggevorderde bedrag van € 26.218,50 correct is vastgesteld, waarbij verweerder het bruto inkomen van eiseres als basis heeft genomen. Eiseres had geen belasting betaald over dit inkomen, en verweerder was niet gebleken van bijzondere omstandigheden om van terugvordering af te zien.
De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiseres niet leiden tot een aantasting van het bestreden besluit. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank wijst erop dat eiseres gedurende zes weken na de uitspraak hoger beroep kan instellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.