vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Rolnummer: 903445 CV EXPL 07-32042
Vonnis van: 4 april 2008
F.no.: 472
Vonnis van de kantonrechter
De vennootschap naar het recht van de staat Zwitserland “EASY TO BOOK GMBH”
geregistreerd te Zwitserland, kantoorhoudende te Amsterdam
eiseres
ook nader te noemen Easy to Book
gemachtigde: mr. I. Drory
1) de vennootschap naar het recht van de staat Panama “INTERNATIONAL HOTEL BUSINESS S.A”.
gevestigd te Panama City, Panama
gedaagde
ook nader te noemen International Hotel Business S.A.
niet verschenen
2) [gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen [gedaagde sub 2]
gemachtigde: mr. A.T. Eisenmann
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 1 oktober 2007 inhoudende de vordering van eiseres, met producties;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 2] met producties.
Ingevolge tussenvonnis van 30 november 2007 zijn vervolgens nog ingediend:
- de conclusie van repliek van eiseres met producties;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde sub 2] met een productie.
- de akte waarin eiseres heeft gereageerd op die laatste producties.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1. Eiseres heeft een internetsite waarop personen wereldwijd hotels kunnen boeken die zijn aangesloten bij eiseres. Eiseres ontvangt voor elke boeking een minimum commissie van 10%, zij verstrekt daartoe maandelijks een overzicht van de gerealiseerde boekingen aan de aangesloten hotels.
1.2. Gedaagde sub 1, International Hotel Business S.A., exploiteerde van 20 februari 2004 tot 15 september 2006 een of twee hotel(s) in Amsterdam, onder de naam [hotel 1] en [hotel 2]. De hotels waren gevestigd aan de [adres 1].
1.3. Volgens een uittreksel d.d. 24 oktober 2006 van de Nederlandse Kamer van Koophandel staat International Hotel Business S.A. ingeschreven in het “Registro Publico de Panama” onder nummer [nummer]. In het uittreksel staat als bestuurder vermeld: “First Company Directors Inc.”, welke onderneming op hetzelfde adres in Panama is gevestigd als International Hotel Business S.A.
1.4. In twee uittreksels van het Panamese Registro Publico van respectievelijk 25 oktober 2006 en 10 december 2007 staat [gedaagde sub 2] genoemd als ‘presidente’ van International Hotel Business S.A. en is het maatschappelijk kapitaal van de onderneming aangemerkt als zijnde US $ 10.000,=. Als ‘vice-presidente’, ‘tesorero’ en ‘secretario’ staat steeds de onderneming genoemd die is genaamd “First Executive Directors Inc.”.
1.5. In het Nederlandse handelsregister stond [gedaagde sub 2] vanaf 21 februari 2005 tot 22 september 2006 als bestuurder van International Hotel Business S.A. geregistreerd. Vanaf 15 maart 2004 had zij, volgens het register, een volledige volmacht tot vertegenwoordiging van [hotel 1] en de rechtspersoon International Hotel Business S.A..
1.6. Eiseres heeft in elk geval vanaf begin 2006 facturen aan [hotel 1] gestuurd en betaald gekregen vanwege via de door eiseres geëxploiteerde site gedane reserveringen.
1.7. Eiseres heeft op 10 juli 2006 een rekening aan [hotel 1] gezonden vanwege commissie over de maand juni 2006 ten bedrage van
€ 5.830,14. Zij heeft daarvan € 1.830,14 betaald gekregen. Facturen van 11 september 2006 voor [hotel 1] en [hotel 2] betreffende commissie over de maand augustus 2006 zijn onbetaald gebleven.
1.8. Eiseres heeft [gedaagde sub 2] bij brief van 20 oktober 2006 en International Hotel Business S.A. bij brief van 13 november 2006 voor het eerst aangemaand tot betaling van voornoemde openstaande facturen.
1.9. [gedaagde sub 2] heeft zich bij brieven van 14 november 2006 en 26 januari 2007 op het standpunt gesteld dat zij niet verantwoordelijk is voor openstaande schulden van [hotel 1].
2. Eiseres vordert om gedaagden, naar de kantonrechter begrijpt hoofdelijk, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling aan haar van € 4.862,80, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de voldoening en met veroordeling van gedaagden in de proceskosten. Het gevorderde bedrag bestaat uit € 4.000,= aan hoofdsom, € 284,= aan wettelijke rente en € 578,= aan buitengerechtelijke incassokosten.
3. Zij stelt daartoe, zakelijk weergegeven dat International Hotel Business S.A. als eigenaar van de beide hotels en [gedaagde sub 2] op grond van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen (hierna Wfbv) als bestuurder en tevens als daarmee gelijk te stellen volledige gevolmachtigde van International Hotel Business S.A., aansprakelijk zijn voor de schulden van de hotels.
4. Alleen [gedaagde sub 2] voert verweer. Zij stelt primair dat zij nooit enige overeenkomst met eiseres is aangegaan op grond waarvan zij zou kunnen worden aangesproken tot betaling. Subsidiair voert [gedaagde sub 2] aan dat zij enkel als gevolmachtigde en niet als bestuurder is opgetreden voor International Hotel Business S.A. en reeds daarom niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schulden van [hotel 1]. De Wfbv is niet toepasselijk aangezien aan de criteria van artikel 1 niet is voldaan. Zo de Wfbv wel toepasselijk zou zijn, is er geen sprake van een rechtshandeling die is verricht in een periode dat [gedaagde sub 2] bestuurder was. Tenslotte zijn er geen andere gronden aangevoerd voor het aannemen van enige persoonlijke aansprakelijkheid van [gedaagde sub 2].
5. De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat er op enig moment een overeenkomst tot stand is gekomen tussen eiseres en [hotel 1]. Niet weersproken is immers dat het hotel voorkwam op de internetsite van eiseres en via die site boekingen kreeg, waarvoor zij ook commissie aan eiseres betaalde. Verder wordt aangenomen dat ook in de maand juni 2006 aldus boekingen via eiseres zijn gedaan. De hoogte van de verschuldigde commissie is evenmin betwist, zodat ook van de juistheid daarvan wordt uitgegaan.
6. Het vooroverwogene leidt er toe dat de vordering tegen International Hotel Business S.A. voor toewijzing gereed ligt.
7. Voor de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] is allereerst van belang of de Wfbv toepasselijk is.
a) Ingevolge artikel 1 van de Wfbv wordt onder formeel buitenlandse vennootschap verstaan een naar een ander dan Nederlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschap die haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verricht en voorts geen werkelijke band heeft met de staat waarbinnen het recht geldt waarnaar zij is opgericht.
b) [gedaagde sub 2] stelt dat er geen sprake is van het ontbreken van een ‘werkelijke band’ omdat de bestuurder van International Hotel Business S.A. ook een Panamese vennootschap is.
c) Dit betoog wordt niet gevolgd. Niet is gesteld en uit niets is gebleken dat International Hotel Business S.A enige (bedrijfs)activiteit heeft ontplooid in Panama of enig ander land buiten Nederland. Uit de stukken kan alleen worden afgeleid dat zij een hotel in Nederland heeft geëxploiteerd. Dat een van haar bestuurders ook een Panamese vennootschap is, maakt dat niet anders alleen al nu van die vennootschap helemaal geen activiteit is gebleken. Geoordeeld wordt dan ook dat International Hotel Business S.A een formeel buitenlandse vennootschap is als bedoeld in de Wfbv.
d) Eiseres stelt dat [gedaagde sub 2] op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 4 van de Wfbv aansprakelijk is voor de schulden die zijn ontstaan in de periode waarin zij als bestuurder van International Hotel Business S.A optrad, dan wel dat zij als onbeperkt gevolmachtigde op grond van artikel 7 van de Wfbv met een bestuurder gelijkgesteld moet worden gehouden.
e) Artikel 4 lid 4 Wfbv luidt: “De bestuurders zijn naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor elke tijdens hun bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat is voldaan aan artikel 2, eerste lid, en aan het eerste tot en met derde lid van dit artikel, of in enig ander tijdvak gedurende hetwelk niet is voldaan aan het eerste lid of het eigen vermogen door uitkeringen aan aandeelhouders of inkoop van aandelen daalt onder het bedrag, bedoeld in het eerste lid.
f) Artikel 7 Wfbv luidt: “Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 6 worden met de bestuurders van de vennootschap gelijk gesteld degenen die met de dagelijkse leiding van de aan de vennootschap toebehorende onderneming zijn belast.”
g) [gedaagde sub 2] voert aan dat de vereisten van artikel 2 lid 1 en artikelen 4 leden 1 tot en met 3 Wfbv zijn nageleefd, zodat die wet toepassing mist.
h) Eiseres heeft haar stelling dat niet aan de inschrijvingseisen van artikel 2 lid 1 Wfbv zou zijn voldaan, niet onderbouwd en het volgt ook niet uit de stukken, integendeel lijkt aannemelijk dat daaraan wel is voldaan gelet op de inhoud van het hiervoor onder 1.3. genoemde uittreksel uit het Nederlandse handelsregister.
i) Evenwel is niet gebleken dat is voldaan aan de minimumkapitaalvereisten als bedoeld in artikel 4 lid 2 Wfbv, te weten een geplaatst kapitaal en eigen vermogen van tenminste € 18.000,= nu een accountantsverklaring als bedoeld in lid 3 van artikel 4 Wfbv ontbreekt en uit de vermelding in het Panamese Registro Publico dat het kapitaal
US $ 10.000,= is, niet blijkt dat dat vermogen ook werkelijk bestaat.
Bij gebreke van enige concrete onderbouwing van de stellingen van [gedaagde sub 2] aangaande deze vereisten, wordt dan ook geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat aan de vereisten van artikel 2 lid 1 en artikelen 4 leden 1 tot en met 3 Wfbv is voldaan, zodat de wet wel toepassing vindt.
j)Uit de onder 1 genoemde uittreksels uit het Nederlandse en Panamese handelsregister volgt dat [gedaagde sub 2] onbeperkt gevolmachtigde en in juni 2006 ook bestuurder van International Hotel Business S.A. was. Het doen laten plaatsvinden van hotelboekingen via de site van eiseres wordt aangemerkt als het verrichten van rechtshandelingen in de zin van de Wfbv. [gedaagde sub 2] is daarvoor als bestuurder c.q. onbeperkt gevolmachtigde ofwel feitelijk beheerder hoofdelijk aansprakelijk. Dat de initiële overeenkomst niet door haar met eiseres is aangegaan, doet hieraan niet af.
8. [gedaagde sub 2] zal dan ook met International Hotel Business S.A hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van de gevorderde hoofdsom met de wettelijke rente daarover. De buitengerechtelijke incassokosten zijn niet betwist en vallen binnen het alhier gehanteerde tarief, zodat zij zullen worden toegewezen.
I. veroordeelt International Hotel Business S.A. en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd tot betaling aan Easy to Book Gmbh van:
- € 4.000,= aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2007 tot aan de voldoening;
- € 578,= aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 284,= aan rente, berekend tot 1 oktober 2007;
II. veroordeelt International Hotel Business S.A. en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd tot betaling aan Easy to Book Gmbh van de proceskosten, die door Easy to Book Gmbh zijn gemaakt en die tot op heden begroot worden op:
€ 199,= vastrecht
€ 84,31 explootkosten
€ 500,= salaris gemachtigde
€ 783,31 TOTAAL
inclusief eventueel verschuldigde BTW;
III. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.M. Berkhout, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter