ECLI:NL:RBAMS:2008:BF8860

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV 08-1510
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van tijdelijk abonnement op mobiele telefoon en beëindiging daarvan

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 september 2008, staat de beëindiging van een tijdelijk abonnement op een mobiele telefoon centraal. De eiser, Tele 2 (Netherlands) BV, vordert betaling van openstaande facturen van de gedaagde, die stelt dat het abonnement in maart 2005 telefonisch is opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor deze opzegging. De overeenkomst, die oorspronkelijk voor zes maanden was aangegaan, is na deze termijn voor onbepaalde tijd voortgezet. De kantonrechter wijst op bijzondere omstandigheden die de redelijkheid en billijkheid in het geding brengen, zoals de wijze van totstandkoming van de overeenkomst tijdens een straatactie en het uitblijven van betaling van facturen door de gedaagde. De kantonrechter concludeert dat Tele 2 in redelijkheid kon aannemen dat de gedaagde de overeenkomst per 1 september 2005 wenste te beëindigen, en wijst de vordering van Tele 2 af, omdat de gevorderde bedragen betrekking hebben op abonnementskosten na deze datum. Tele 2 wordt veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden gesteld omdat de gedaagde in persoon procedeert.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : CV 08-1510
Datum : 19 september 2008
497
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
de besloten vennootschap Tele 2 (Netherlands) BV, h.o.d.n. Tele 2-Versatel
hierna te noemen Tele 2
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: Van Arkel gerechtsdeurwaarders
t e g e n:
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
procederende in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op de inleidende dagvaarding van 15 januari 2008 heeft [gedaagde] mondeling geantwoord, welk antwoord is neergelegd in een proces-verbaal van de (rol)zitting van 11 februari 2008. Bij tussenvonnis van 27 februari 2008 is besloten tot schriftelijk voortprocederen, waarna Tele 2 een conclusie van repliek heeft genomen. Bij tussenvonnis van 20 mei 2008 is alsnog een comparitie van partijen gelast, welke op 16 juni 2008 is gehouden. Namens Tele 2 zijn verschenen: [persoon 1] (manager credit collection), [persoon 2] (manager incasso), haar incasso gemachtigde [persoon 3] (Intrum Justitia) en haar gemachtigde [persoon 4], werkzaam bij Van Arkel gerechtsdeurwaarders. [gedaagde] is eveneens verschenen.
Ter zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Voorts heeft Tele 2 bij brieven van 10 juni 2008 en 12 juni 2008 producties toegezonden, welke op de comparitie van partijen zijn overgelegd.
De zaak staat voor vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feiten
1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1. Tijdens een straatactie op of omstreeks 31 augustus 2004 heeft [gedaagde] met Tele 2 een overeenkomst met betrekking tot een abonnement op een mobiele aansluiting met telefoonnummer voor de duur van 6 maanden gesloten.
1.2. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Tele 2 van toepassing.
1.3. De abonnementskosten bedragen € 10,00 per maand. Daarnaast worden de gesprekskosten in rekening gebracht.
1.4. [gedaagde] heeft (in ieder geval) een 4 tal door Tele 2 verzonden facturen onbetaald gelaten.
vordering
2. Tele 2 vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 106,80, waarvan € 64,84 wegens hoofdsom, € 37,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten en € 4,96 wegens voor de dagvaarding verschuldigd geworden wettelijke rente, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 9 januari 2008. Dit alles met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3. Tele 2 legt aan de vordering ten grondslag, dat [gedaagde] in strijd met haar contractuele verplichting de facturen van 2 februari 2006 (€ 21,21), 2 april 2006 (€ 21,21), 2 juni 2006 (€ 11,21) en 2 september 2007 (€ 11,21) onbetaald heeft gelaten, ten gevolge waarvan Tele 2 schade lijdt bestaande uit gederfde rente en buitengerechtelijke incassokosten.
verweer
4. [gedaagde] verweert zich tegen deze vordering. [gedaagde] voert - kort gezegd – aan, dat haar pleegdochter de overeenkomst met Tele 2 tegen maart 2005 telefonisch heeft opgezegd. [gedaagde] heeft na de telefonische opzegging het mobiele nummer ook niet meer gebruikt.
beoordeling
5. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of de overeenkomst in of omstreeks maart 2005 door opzegging is geëindigd.
6. Ter zitting heeft Tele 2 de volgende toelichting gegeven.
Tijdens een straatverkoop op 31 augustus 2004 heeft Tele 2 een overeenkomst met [gedaagde] gesloten.
Vanaf de aanvang van de overeenkomst in augustus 2004 tot het einde van de overeenkomst in november/december 2007 heeft Tele 2 aan [gedaagde] een 13-tal facturen verzonden, waarvan de eerste 4 facturen door [gedaagde] zijn voldaan. De overige 9 facturen zijn onbetaald gelaten. Van die 9 facturen is er nog in één factuur (van 2 mei 2005) gesprekskosten (van maart en/of april 2005) in rekening gebracht. De overige 8 facturen (vanaf 2 juli 2005 tot en met 2 november 2007) betreffen louter abonnementskosten en administratiekosten.
Tele 2 heeft [gedaagde] bij brieven van 30 mei 2005 en 14 juni 2005 aangemaand de openstaande factuur van 2 mei 2005 van € 41,26 te voldoen. Toen betaling uitbleef, heeft Tele 2 [gedaagde] op 21 juni 2005 op zodanige wijze van haar netwerk afgesloten, dat zij nog wel op het door Tele 2 gegeven nummer gebeld kon worden, maar dat zij niet meer zelf kon bellen. Ter zitting heeft Tele 2 verklaard, dat in haar conclusie van repliek ten onrechte staat dat [gedaagde] tot en met december 2005 van de aansluiting gebruikt heeft gemaakt. Dit moet zijn tot en met april 2005.
Tele 2 heeft voorts aan de hand van het facturenoverzicht toegelicht, dat de abonnementskosten over geheel 2005 aan [gedaagde] in rekening zijn gebracht. In 2006 zijn er slechts 3 facturen aan [gedaagde] verzonden die betrekking hebben op de abonnementskosten van 5 maanden. In 2007 zijn er 2 facturen verzonden – op 2 september 2007 en 2 november 2007 – die betrekking hebben op 2 maanden. Dit betekent dat Tele 2 voor de jaren 2006 en 2007 slechts 7 maanden aan abonnementskosten heeft gefactureerd. Tele 2 beschouwt sedert november/december 2007 de overeenkomst met [gedaagde] als geëindigd. Tele 2 zal de nog niet in rekening gebrachte 17 maanden over 2006 en 2007 niet meer aan [gedaagde] factureren.
Tele 2 heeft ter zitting verklaard er voor te hebben gekozen 4 van de 9 openstaande facturen in procedure te brengen. Indien ten laste van [gedaagde] een veroordelend vonnis wordt uitgesproken, zal Tele 2 met [gedaagde] overleggen over betaling van de overige 5 openstaande facturen. Als daarover geen minnelijke overeenstemming wordt bereikt, is Tele 2 voornemens voor die overige 5 facturen opnieuw een gerechtelijke procedure tegen [gedaagde] starten.
7. [gedaagde] handhaaft haar verweer. Ter zitting heeft [gedaagde] nog verklaard, dat zij weinig inkomsten heeft en indertijd het abonnement bij Tele 2 aanging, omdat zij dacht dat zij voor € 10,00 per maand onbeperkt kon bellen. Toen zij de eerste factuur ontving en begreep dat voor die gefactureerde maand naast de abonnementskosten van € 10,00 nog ca € 56,00 aan gesprekskosten in rekening werd gebracht, heeft zij de overeenkomst met Tele 2 na ommekomst van de 6 maanden in maart 2005 willen beëindigen. Haar pleegdochter heeft hierover met Tele 2 gebeld. Op 23 maart 2005 - welke datum staat genoteerd in haar telefoonboekje dat zij ter zitting heeft getoond - heeft zij ook bij een andere provider een abonnement genomen en vanaf die dag van het abonnement van Tele 2 geen gebruik meer gemaakt.
8. Partijen verschillen van mening over de vraag op welk moment de overeenkomst is geëindigd. [gedaagde] stelt dat haar pleegdochter namens haar de overeenkomst telefonisch tegen (eind) maart 2005 heeft opgezegd. De algemene voorwaarden van Tele 2 staan in artikel 9 lid 5 op zichzelf een telefonische opzegging toe.
Tele 2 betwist evenwel een telefonische opzegging te hebben ontvangen. Zij stelt dat inkomende telefoongesprekken worden geregistreerd en dat in haar administratie geen inkomend telefoongesprek met (de pleegdochter van) [gedaagde] staat genoteerd.
9. De kantonrechter is van oordeel, dat nu [gedaagde] zich op een telefonische opzegging beroept zij daarvan het bewijs heeft te leveren. [gedaagde] heeft geen specifiek bewijs aangeboden, zodat gelet op de gemotiveerde betwisting naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aannemelijk is geworden dat [gedaagde] haar overeenkomst met Tele 2 telefonisch heeft opgezegd.
10. Dit betekent dat het er voor dient te worden gehouden, dat de overeenkomst tussen partijen niet in maart 2005 door opzegging is geëindigd en de overeenkomst na ommekomst van de 6 maanden termijn voor onbepaalde tijd is voortgezet.
Op grond van de overeenkomst is [gedaagde] jegens Tele 2 verplicht de abonnementskosten en administratiekosten te betalen totdat de overeenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd.
11. Onder bijzondere omstandigheden is denkbaar dat de redelijkheid en billijkheid eraan in de weg staat dat Tele 2 [gedaagde] onverkort aan deze betalingsverplichting houdt.
In dit geval is de overeenkomst ten gevolge van een straatactie tot stand gekomen. Bij een dergelijke wijze van totstandkomen van een overeenkomst is denkbaar dat bij de consument een misverstand ontstaat over de voor- en nadelen van de overeenkomst. Indien een dergelijk misverstand is ontstaan, zal de consument in de regel niet kunnen bewijzen dat dit misverstand door toedoen van de (vertegenwoordiger van) Tele 2 is ontstaan. Daarnaast staat Tele 2 op zichzelf in haar algemene voorwaarden weliswaar telefonische opzegging toe, maar een consument zal dit in regel niet kunnen bewijzen als die telefonische opzegging door Tele 2 niet op adequate wijze is geregistreerd.
Voorts dient Tele 2 als professionele partij bedacht te zijn op gedragingen - bij overeenkomsten als de onderhavige in het bijzonder het niet meer betalen van facturen en het niet meer gebruikmaken van het mobiele netwerk voor uitgaande gesprekken - van haar (niet professionele) wederpartij.
In dit geval is tussen partijen niet in geschil dat [gedaagde] vanaf maart, althans april, 2005 geen uitgaande gesprekken meer via het mobiele netwerk van Tele 2 heeft gevoerd, [gedaagde] vanaf 2 mei 2005 de facturen van Tele 2 onbetaald heeft gelaten en Tele 2 haar op 21 juni 2005 op zodanige wijze van het netwerk heeft afgesloten dat zij geen uitgaande gesprekken meer kon voeren of sms’jes kon verzenden.
In de regel wordt met het (gedeeltelijk) afsluiten van het mobiele netwerk beoogd de consument te bewegen aan haar betalingsverplichting alsnog te voldoen, zodat – veelal tegen vergoeding van kosten – de afsluiting ongedaan kan worden gemaakt. De afsluiting heeft immers tot gevolg dat een normaal gebruik van de mobiele aansluiting niet meer mogelijk is en vanaf dat moment ook geen gebruik meer kan worden gemaakt van de diensten van de provider.
De kantonrechter is van oordeel dat als een consument binnen een redelijke termijn na de (gedeeltelijke) afsluiting van het mobiele netwerk geen contact zoekt met de provider, zodat de (gedeeltelijke) afsluiting gehandhaafd blijft het abonnement voor de consument (nagenoeg) geen praktisch nut meer heeft, zodat een provider als Tele 2 daaruit kan afleiden dat de consument de overeenkomst wenst te beëindigen. Mede gelet op de termijn die Tele 2 voor afsluiting hanteert nadat een factuur onbetaald is gelaten, stelt de kantonrechter de redelijke termijn op 2 maanden na (gedeeltelijke) afsluiting.
12. De kantonrechter is van oordeel dat Tele 2 in dit geval - mede in het licht van voornoemde omstandigheden - in redelijkheid per 1 september 2005 kon veronderstellen dat [gedaagde] de overeenkomst met Tele 2 wenste te beëindigen. Nu de overeenkomst in maart 2005 na ommekomst van de bepaalde termijn in een overeenkomst voor onbepaalde tijd is voortgezet, leidt dit ertoe dat de redelijkheid en billijkheid zich er tegen verzet dat Tele 2 aanspraak maakt op betaling van de na 1 september 2005 gemaakte abonnementskosten. De onderhavige 4 facturen hebben allen betrekking op abonnementskosten na 1 september 2005, zodat de vordering van Tele 2 wordt afgewezen.
13. Het voorgaande leidt ertoe dat Tele 2 op zichzelf jegens [gedaagde] nog aanspraak kan maken op betaling van openstaande facturen tot 1 september 2005. Die facturen zijn in deze procedure niet gevorderd, zodat de kantonrechter die facturen in deze procedure niet kan toewijzen. Voorzover [gedaagde] die facturen – eventueel met rente - op eerste verzoek van Tele 2 niet voldoet, zal daarvoor een nieuwe procedure met alle daarmee gemoeide kosten voor beide partijen nodig zijn.
14. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Tele 2 als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Nu [gedaagde] in persoon procedeert en geen gemachtigde heeft ingeschakeld worden haar kosten op nihil gesteld.
BESLISSING
De kantonrechter haalt de zaak op de rol door.
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt Tele 2 tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] gevallen, welke worden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter