2.8. In deze dossiers bevonden zich – onder meer – de volgende (passages van) brieven en e-mails:
• E-mail van 27 april 2007 van gedaagde sub 1 aan buurtregisseur
P. Zwagerman: “Vorige zomer heeft u met mijn man een gesprek gevoerd over de nachtelijke geluidsoverlast die de studenten op nummer 109-111 ons gaven. Bij die gelegenheid liet u helder weten dat er na 10.00 uur ’s avonds rust diende te zijn en zeker stilte na 24.00 uur ’s nachts. Deze zomer is opnieuw begonnen en afgelopen nacht hebben de studenten mij tot 14.30 uur uit de slaap weten te houden, ondanks het feit ik de ramen dicht heb gehouden (…) In feite zakken ze bij mooi weer gewoon door in de tuin. Aan de plastic stoelen is te zien dat ze zeker van plan zijn dat te herhalen. Vorige jaren hebben meerdere partijen (de overlast loopt in elk geval van nummer 101 tot en met 115) geprobeerd de studenten tot de orde te roepen, met brieven en gesprekken en ook meerdere keren met behulp van de politie. Dat kost allemaal veel tijd en inspanning en het heeft geen succes. Ze luisteren niet en zijn snel beledigd. Dat hoort ook een beetje bij hun leeftijd maar daarom is het nog niet aanvaardbaar. Onze belangen zijn hen onverschillig. Bovendien worden sommigen in het contact grof (maar niet als de politie erbij is).
• Een brief van 21 mei 2007 van een aantal bewoners - nummers 99, 101, 105, 107, 113, 115 en 131 - aan Woonstichting De Key (hierna: De Key) als verhuurder van het studentenhuis:
“Het studentenhuis bezorgt ons al lange tijd overlast. In toenemende mate wordt de tuin, behorend bij dat huis, gebruikt als sociëteit. Waar zo’n 10 jaar geleden theedrinken, studeren en een enkel nachtelijk kampvuurtje met gitaarspel nog het beeld bepaalde is dat nu meer een ongebreideld misbruik van een binnentuin in een woonbuurt voor drank en lawaai tot ver in de nacht. De studenten geven er feesten en zakken er door. Geluid galmt, in binnentuinen en gaat bovendien omhoog. Wij kunnen daar natuurlijk niet van slapen –ook niet met de ramen dicht- en kennelijk in tegenstelling tot de studenten, werken wij weer de volgende ochtend. De situatie is dus onaanvaardbaar. (…) Zij trekken zich letterlijk niets van ons of de politie aan. Ook brieven hebben in het verleden niets opgeleverd, worden niet eens beantwoord. Onze belangen zijn hen onverschillig. Het heeft in de afgelopen jaren allemaal al veel tijd en inspanning gekost en de situatie wordt elk jaar erger. (…) In overleg met de politie, in de persoon van de buurtregisseur (…) Zwagerman en zijn collega, die ons vertelde dat u als eigenaren/beheerders van dit studentenhuis, aansprakelijk bent voor burengerucht en misbruik van pand resp. tuin, verzoeken wij u nu om op korte termijn hieraan een einde te maken.”
• Op 28 juni 2007 heeft een medewerkster van De Key hierop gereageerd en daarop heeft gedaagde sub 1 mede namens de andere bewoners geantwoord. Op 4 september 2007 heeft de medewerkster van De Key het volgende aan gedaagde sub 1 bericht:
“Uw brief van 23 augustus 2007 heb ik ontvangen. U vindt dat wij voorbij gaan aan de kern van de zaak. Dat is mij niet duidelijk. Wanneer wij een klacht krijgen over één van onze huurders, of in dit geval een groep huurders, dan spreken wij deze daar op aan. Aangezien hier niet duidelijk is wie de veroorzaker is van de overlast, vermoedelijk zijn het verschillende mensen, zijn alle bewoners van het complex door ons aangeschreven. Ik heb u verzocht ons te informeren wanneer dit niet het gewenste effect heeft. Tot op heden heb ik geen nieuwe klachten ontvangen. Uw brief doet mij uiteraard wel vermoeden dat er nog overlast is.”
• Bij e-mail van 14 september 2007 heeft gedaagde sub 1 mede namens de groep bewoners van nummers 99 tot en met 131 het volgende aan Zwagerman bericht: “Bijgaand de laatste brief van mevr. Hofhuis, casemanager overlast bij De Key. Om nu te voorkomen dat de correspondentie verzandt en er intussen niets wordt opgelost, hebben wij gedacht dat, alvorens haar te antwoorden, het goed zou zijn om meer duidelijkheid te hebben over wat wij kunnen doen. Daartoe zouden wij graag binnenkort nog een met je overleggen.”
• In een verslag van de bespreking gehouden op 19 oktober 2007 over de brief van 4 september 2007 van de medewerkster van De Key, waarbij Zwagerman, gedaagde sub 1 en de bewoonster van 101 aanwezig waren, is het volgende opgenomen:
“Het is duidelijk dat bewoners zeer actief moeten worden, wil er ooit iets bereikt worden. Hier wordt over gedacht. De politie ziet zichzelf niet als handhaver van de regels, de woonstichting ook niet. Of dat onjuist is of dat wij het daar niet mee eens zijn, legt geen gewicht in de schaal. Conclusie: Regelhandhaving moet door benadeelden worden afgedwongen. De buurtregisseur geeft tenslotte te kennen dat het lawaai hier in de buurt de komende jaren alleen maar zal toenemen en dat als wij daar moeite mee hebben wij misschien beter kunnen verhuizen.”
• Op 28 oktober 2007 heeft gedaagde sub 1 samen met de bewoonster van 101 de volgende brief aan de buren geschreven:
“Na een half jaar overleg met de politie, de buurtregisseur en de woonstichting/eigenaar van het studentenhuis de Key over hoe om te gaan met burengerucht vanuit het studentenhuis op 109-111, vallen de volgende 2 conclusies te trekken:
1. De problematiek van de overlast door studentenhuizen is inmiddels dusdanig doorgedrongen en erkend, dat bij het stadsdeel Centrum een ambtelijke werkgroep Zorg en Overlast is ingesteld om in samenwerking met de politie, in casu de buurtregisseurs, nieuw beleid te ontwikkelen om overlast vanuit de studentenhuizen te bestrijden. Het is zinvol om overlast bij het betreffende meldpunt te melden.
2. De politie kan druk uitoefenen op de Woonstichting en de studenten op basis van het aantal getelde meldingen. Wij moeten zorgen voor een zo groot mogelijk aantal getelde meldingen d.w.z. registraties van door de politie zelf waargenomen overlast. Dat betekent voor ons als bewoners dat wij –hoe vervelend ook- met zoveel mogelijk mensen, maximaal moeten melden, ook vragen om een auto te sturen want alleen dat leidt tot een waarneming door de politie en tot bewaren van de melding, niet de studenten eerst benaderen, maar direct de politie vragen om naar het eigen adres te komen om vandaaruit een waarneming te doen en vervolgens ook nog controleren of de melding bewaard wordt (dat is in het verleden nog nooit gebeurd!).”
• Bij brief van 17 januari 2008, mede ondertekend door verkopers, werd aan de hoofdcommissaris van de politie, voor zover hier van belang, het volgende geschreven:
“Waar gaat hier om? In de afgelopen jaren hebben wij (bewoners nr.99 t/m/131) zeer regelmatig telefonisch klachten gemeld betreffende enorme geluidsoverlast die wij ondervinden van het studentenhuis 109-111. Naar aanleiding hiervan zijn er in de laatste jaren meerdere gesprekken gevoerd tussen ons – (mede namens andere buurtgenoten) – met de betreffende buurtregisseurs van bureau Y-tunnel. Eveneens is er regelmatig emailcontact geweest tussen ons en de buurtregisseurs; eerst met Linda Smit en vervolgens met P. Zwagerman van het IJ-team. Op 21 mei na voortdurende klachten over geluidsoverlast hebben wij als groep bewoners (…) een brief geschreven naar de eigenaar van het betreffende pand – woonstichting De Key / mw.I.Hofhuis – als uiteindelijk verantwoordelijke voor deze regelmatige, langdurige en ernstige geluidsoverlast, om haar langs deze weg te bewegen een eind te laten maken aan de veroorzaakte ellende. Een kopie van deze brief is verstuurd aan de politie (…). U kunt zich wellicht voorstellen dat een dergelijke buurt-brief niet zomaar wordt verzonden. Daar gaat een lange periode van ongenoegen en overlast aan vooraf, voordat iemand het werk op zich neemt een actie te gaan coördineren. (…) Wie schetst onze verbazing dat hij op …??? ons per mail meldde dat er in het geheel geen klachten waren te vinden. ‘Nihil’ meldde hij doodleuk. Dit nadat wij en velen met ons jarenlang – meestal ’s avonds laat en vaak ten einde raad midden in de nacht – een klacht bij de politie hebben ingediend. (…) Het zal u duidelijk zijn dat wij in elk geval dermate ontmoedigd zijn om nog enige klacht of ander soortige informatie aan u als politie te melden. Wij besteden onze energie voortaan liever anders en zoeken zelf wel een oplossing.”