ECLI:NL:RBAMS:2008:BF1897
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van overlevering van een Nederlander aan Spanje wegens gebrek aan dubbele WOTS-garantie
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 augustus 2008 uitspraak gedaan in het kader van een vordering tot overlevering van een Nederlander aan Spanje, op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 1 april 2008 was uitgevaardigd door de Juzgado de Primera Instancia in Irun, Spanje. De rechtbank heeft de vordering afgewezen omdat de Spaanse autoriteiten, ondanks herhaald verzoek, geen dubbele WOTS-garantie hebben verstrekt. Dit is een vereiste volgens artikel 6 van de Overleveringswet (OLW), dat stelt dat overlevering van een Nederlander alleen kan plaatsvinden als er garanties zijn dat hij zijn straf in Nederland zal ondergaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon, die op dat moment gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting ‘Flevoland’, niet in overleveringsdetentie zat, maar op basis van een eerder vonnis van de rechtbank Den Bosch. De officier van justitie had verzocht om het EAB in behandeling te nemen, maar de rechtbank oordeelde dat de vereiste garanties ontbraken. De Spaanse autoriteiten gaven aan dat zij niet in staat waren om de gevraagde garantie te verstrekken, wat leidde tot de weigering van de overlevering.
De rechtbank benadrukte dat het aan de uitvaardigende justitiële autoriteit is om ervoor te zorgen dat de benodigde garanties tijdig worden verstrekt, en dat er geen bezwaar bestaat tegen het verstrekken van deze garantie door een andere bevoegde instantie. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering te weigeren en de detentie van de opgeëiste persoon op te heffen, voor zover deze op basis van de overleveringswet was.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.