ECLI:NL:RBAMS:2008:BF0821

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
371621
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een advocaat in een civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, stond de aansprakelijkheid van een advocaat centraal. Eiseres in conventie was de naamloze vennootschap A N.V., gevestigd te Rotterdam, en gedaagde in conventie was de naamloze vennootschap Heredium N.V., gevestigd te Amsterdam. De procedure volgde op een conflict tussen Heredium en Heerfur B.V. waarbij A N.V. als juridisch adviseur was ingeschakeld. De feiten van de zaak zijn complex en omvatten verschillende communicatie tussen de betrokken partijen, waaronder faxberichten en facturen. A N.V. had werkzaamheden verricht voor Heredium en een factuur gestuurd voor deze diensten. Heredium betwistte echter de aansprakelijkheid voor de betaling van deze factuur, met het argument dat A N.V. niet de juiste rechtspersoon was om de vordering te doen. In reconventie vorderde Heredium een schadevergoeding van A N.V. omdat zij meende dat A N.V. haar had laten zitten in een conflict met Heerfur B.V. De rechtbank oordeelde dat A N.V. niet aansprakelijk was voor de vorderingen van Heredium, omdat de twee vennootschappen verschillende rechtspersonen waren en A N.V. niet verplicht was om de zaak van Heredium verder te behandelen. De rechtbank wees de vorderingen van Heredium in reconventie af en veroordeelde Heredium tot betaling van de openstaande facturen aan A N.V. De uitspraak benadrukte de verantwoordelijkheden van advocaten in hun rol als opdrachtnemers en de noodzaak om de belangen van hun cliënten te waarborgen, zelfs wanneer zij besluiten een zaak niet te aanvaarden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 371621 / HA ZA 07-1572
Vonnis van 2 juli 2008
in de zaak van
de naamloze vennootschap
A N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
tegen
de naamloze vennootschap
HEREDIUM N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. C.P. van Eeghen.
Partijen zullen hierna A en Heredium genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 oktober 2007
- het proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2008
- de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. A heeft, in de persoon van mr. B en mr. C in de periode van 29 december 2003 tot en met 30 april 2004 werkzaamheden verricht voor Heredium Viae N.V. A heeft Heredium Viae N.V. daarvoor op 4 juni 2004 een factuur gestuurd voor een bedrag van € 13.208,56.
2.2. Eind 2003, begin 2004 heeft Heredium A verzocht haar te adviseren ter zake van haar fiscale structuur en een herinvesteringreserve. Voor de in dat kader door mr. D verrichte werkzaamheden heeft A aan Heredium op 15 april 2004 en 7 juni 2004 facturen gestuurd ten bedrage van respectievelijk € 16.430,12 en € 6.336,65. Heredium heeft een aanbetaling verricht van € 10.000,00, zodat openstaat € 12.766,77.
2.3. Begin juni 2004 heeft E, namens Heredium A verzocht haar bij te staan in een conflict met Heerfur B.V. aangaande de koop van de aandelen in Enero B.V. Hierop is een afspraak gemaakt voor een gesprek met mr. F, advocaat bij A dat op 15 juni 2004 zou plaatsvinden.
Voorafgaand aan dat gesprek heeft E stukken aan A toegezonden, waaronder een ingebrekestelling van 9 juni 2004. Bij afwezigheid van mr. F heeft E gesproken met mr. G,eveneens advocaat bij A. Mr. G heeft bij fax van 14 juni 2004 aan mr. H, de advocaat van Heerfur, namens Heredium aansprakelijkheid afgewezen, voorgesteld na terugkomst van mr. F een overleg te doen plaatsvinden en verzocht voordien geen rechtsmaatregelen te treffen.
2.4. Een op 16 juni 2004 verzonden faxbericht van mr. F aan Heredium houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
Onder referte aan mijn telefoongesprek met de heer I van hedenmiddag doe ik u bijgaand per fax de (…) aan mijn kantoorgenoot mr. G toegezonden stukken retour toekomen (…). Tevens doe ik u het faxantwoord van mr. H d.d. 15 juni 2004 toekomen in antwoord op de faxbrief van mijn kantoorgenoot mr. G van 14 juni 2004.
Zoals ik u telefonisch heb bevestigd zullen ik, noch mijn kantoorgenoten u in deze zaak bijstaan. Ik had een kennismakingsafspraak gemaakt met de heer E op dinsdag 15 juni jl. om te beoordelen of wij deze zaak zouden willen aannemen. (…)
Inmiddels was ik tot de conclusie gekomen dat wij als kantoor niet betrokken willen worden bij transacties waarin de heer J op enigerlei wijze betrokken is geweest. Ik heb daarop de afspraak met de heer E afgezegd, niet wetende dat mr. G inmiddels had gereageerd. (…)
Zoals telefonisch met u besproken doe ik u bijgaand een concept toekomen voor mijn brief aan mr. H, waarvan de inhoud voor zich spreekt. Ik ben voornemens dit briefje donderdagmiddag 17 juni a.s. aan mr. H te versturen.
Bij dit faxbericht is een conceptbrief van A aan mr. H gevoegd, waarin wordt medegedeeld dat A niet optreedt namens Heredium in de kwestie met Heerfur B.V. en de fax van 14 juni 2004 als niet geschreven moet worden beschouwd. Een gelijkluidende brief is op 17 juni 2004 aan mr. H verzonden.
2.5. Een faxbericht van 17 juni 2004 van I, bestuurder van Heredium, aan mr. D houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
Ik moet u namens de heer E en mijzelf als volgt berichten:
• De fax van Mr F bevat niet alleen onjuistheden, doch ook dermate evidente en bewuste verdraaiingen van de werkelijkheid dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat Mr F opzettelijk de waarheid geweld aandoet.
(…)
• Het is in dit stadium niet aan Mr F zomaar eenvoudig te berichten dat zijn kantoorgenoten dhr. E niet “zullen bijstaan”: Mr G heeft zich reeds gesteld, hij is een beëdigd advocaat en hij kan zich daarop niet zonder meer terugtrekken (…)
• (…) Uw kantoor is in de arm genomen om op te treden tegen enkele familieleden van wijlen dhr. J, niet voor dhr. J, en er is wel een groot verschil tussen partijen die samen met dhr. J investeringen verrichten (…) en iemand die eenmalig een belegging koopt in een transactie waarbij familieleden van dhr. J als verkopers optraden.
(…)
• Dhr E en ondergetekende hebben juist niet zo heel lang geleden expliciet met u afgesproken dat wij alle zaken betreffende Heredium N.V. (…) met volledige ondersteuning van uw kantoor zouden verrichten. Al onze andere adviseurs (…) zijn om die reden vervolgens expliciet door ons vaarwel gezegd (…) Indien u nu stelt dat wij niet langer welkom zijn, moeten al deze zaken door een ander kantoor opnieuw worden opgestart. De kosten daarvan zijn zeer aanzienlijk (…).
Het moge duidelijk zijn dat dhr. E en ondergetekende absoluut niet instemmen met de door Mr F gepropageerde handelswijze. Ik verzoek u vriendelijk doch dringend, namens ons beiden, de visie van Mr F onverwijld voor te leggen aan een vergadering van compagnons van uw kantoor en ons schriftelijk te berichten of uw kantoor als zodanig ons als cliënten inderdaad bij dezen de deur wenst te wijzen.
Zo dat de beslissing van uw kantoor is, (moeten, rechtbank) de kosten van deze overgang (…) integraal door uw kantoor gedragen worden.
2.6. Een faxbericht van 23 juni 2004 van mr. D aan I houdt
- voor zover hier van belang - het volgende in:
Met aandacht heb ik uw fax van 17 juni jl. gelezen en ik wil als volgt reageren.
De wijze waarop u en de heer E de heer G bij de zaak hebben betrokken wordt door de heer F als hoogst ongelukkig ervaren. (…)
Naast de inhoudelijke vraag of de heer F deze zaak wel of niet wilde aannemen ontbreekt thans in ieder geval de noodzakelijke vertrouwensbasis voor het aangaan van een advocaat-cliënt relatie. (…)
Voor de goede orde zij vermeld dat binnen ons kantoor geen afspraken bestaan over het aannemen van zaken van cliënten, die door een andere praktijkgroep worden bediend en heeft de heer F daarmee de vrijheid zaken wel of niet aan te nemen.
Terzake van de fiscale advisering ben ik uiteraard van harte bereid de relatie voort te zetten of beter: verder uit te bouwen. U zult zich echter kunnen voorstellen dat dit voor mij niet mogelijk is indien de door u gesuggereerde claim, die ik overigens afwijs, gehandhaafd blijft en zolang onze nog openstaande rekeningen onbetaald blijven.
2.7. Een faxbericht van 27 juni 2004 van I aan mr. D houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
In antwoord op uw fax dd. 23 dezer moet ik u berichten dat ik de handelswijze van uw kantoor niet anders kan benoemen dan als een beschamende vertoning.
(…)
Ik onderschrijf dat door deze gang van zaken ieder vertrouwen van Heredium N.V., dhr. E en mijzelf enerzijds in Mr F, u en uw kantoor anderzijds geheel is komen te vervallen, waarbij ik wil benadrukken dat alle blaam daartoe uitsluitend aan uw zijde ligt. Voortzetting van de relatie of enig deel daarvan is derhalve niet aan de orde.
(…)
De kosten van de overname van alle dossiers betreffende Heredium N.V. (…) worden begroot op EUR 75,000.00 plus BTW (…). Onder aftrek van enige declaraties welke uw kantoor competeren (…) zijn Heredium N.V., dhr. E en ikzelf eenmalig bereid (…) genoegen te nemen met betaling van een schadevergoeding ad EUR 50,000.00 plus BTW (…).
3. Het geschil
in conventie
3.1. A vordert samengevat - veroordeling van Heredium tot betaling van haar nog openstaande facturen ad in totaal € 25.975,33 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 dagen na de desbetreffende factuur datum.
3.2. Heredium voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. Heredium vordert samengevat - veroordeling van A tot betaling van een schadevergoeding van € 35.000,00.
3.4. A voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Heredium heeft allereerst aangevoerd dat zij niet gehouden is tot betaling van de door A ten behoeve van Heredium Viae N.V. verrichte werkzaamheden, zoals op 4 juni 2004 aan die vennootschap gefactureerd. Dit slaagt.
Tussen partijen is niet in geschil dat Heredium en Heredium Viae N.V. verschillende rechtspersonen zijn. Anders dan A heeft betoogd kan de omstandigheid dat Heredium Viae N.V. een 100% dochter van Heredium zou zijn en beide op hetzelfde adres gevestigd zijn, niet meebrengen dat Heredium als hoofdelijk medeschuldenaar voor de schulden van Heredium Viae N.V. aansprakelijk is. Als juridisch dienstverlener mag van A worden verwacht dat zij het onderscheid tussen verschillende rechtpersonen kent en daar naar handelt. De vordering zal in zoverre worden afgewezen.
4.2. Heredium heeft niet betwist dat zij het onder 2.2 genoemde openstaande bedrag verschuldigd is, doch zij wenst dit te verrekenen met hetgeen zij in reconventie heeft gevorderd. Derhalve zal nu eerst de vordering in reconventie worden besproken.
in reconventie
4.3. Heredium legt aan haar vordering ten grondslag dat A, nadat zij in de persoon van mr. F, althans mr. G, de daartoe strekkende opdracht op 10 juni 2004 althans 14 juni 2004 had aanvaard, ten onrechte en zonder gewichtige redenen heeft geweigerd Heredium verder bij te staan in het conflict met Heerfur B.V.
Heredium betoogt verder dat het A in ieder geval niet vrij stond de opdracht van Heredium niet (verder) in behandeling te nemen zonder een vervangende schadevergoeding aan te bieden.
Hierdoor is het vertrouwen tussen Heredium en A zodanig beschadigd dat Heredium zich gedwongen heeft gezien de relatie met A te beëindigen en haar fiscale en juridische advisering elders onder te brengen.
De dientengevolge door Heredium geleden schade bestaat uit de door I en E bestede tijd aan, aanvankelijk de overgang naar A en later de overgang van A naar een andere fiscale en juridische dienstverlener, begroot op 200 uren á € 375,00, welk bedrag Heredium wenst te beperken tot € 35.0000,00.
4.4. A bestrijdt de vordering en voert als verweer onder meer aan dat zij gerechtigd is zelf te bepalen of zij een zaak wil behartigen waarbij wijlen de heer J op enigerlei wijze betrokken is. Zij heeft in dit geval gekozen dat niet te doen. Ten aanzien van de gestelde schade betoogt A onder meer dat deze niet aan haar kan worden toegerekend, nu het de eigen keuze van Heredium is geweest haar zaken elders onder te brengen.
4.5. De rechtbank stelt voorop dat een advocaat, mede gelet op de door hem afgelegde eed en de aard van de door hem te verrichten werkzaamheden, steeds zelf zal moeten afwegen of hij een concrete zaak in behandeling wenst te nemen. Indien hij dat niet wil, dient hij de opdracht niet te aanvaarden of, indien de reden dat hij de zaak niet wil behandelen eerst nadien opkomt, zijn werkzaamheden te beëindigen. In het laatste geval dient de advocaat, gelijk ieder goed opdrachtnemer, rekening te houden met de belangen van zijn cliënt en de opzegging aldus te doen plaatsvinden, dat die belangen daardoor niet, althans zo min mogelijk worden geschaad.
4.6. Uit de hiervoor weergegeven vaststaande feiten volgt dat A, in de persoon van mr. F heeft gekozen geen zaken in behandeling te nemen waarbij de heer J op enigerlei wijze betrokken is geweest en dat zij om die reden heeft gemeend Heredium niet (verder) te moeten bijstaan in het conflict met Heerfur B.V.
Het stond A vrij die keuze te maken.
Mr. F heeft die beslissing vervolgens eerst mondeling aan Heredium meegedeeld en vervolgens schriftelijk bevestigd, waarbij de desbetreffende stukken retour zijn gezonden. Daarbij is tevens aangekondigd wanneer en hoe A aan de wederpartij zou meedelen dat zij Heredium niet zou bijstaan. Dat en, zo ja, op welke wijze Heredium door het feit dat A haar niet langer heeft bijgestaan in de zaak tegen Heerfur B.V. concreet in haar belangen is geschaad is gesteld noch gebleken. Onder deze omstandigheden is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, evenmin in te zien waarom A aan Heredium enige compensatie had moeten aanbieden.
4.7. De door Heredium gestelde schade bestaat veeleer in de omstandigheid dat zij, naar zij stelt en A betwist een “full-service” relatie met A was aangegaan en dat zij als gevolg van de weigering van mr. F de zaak tegen Heerfur B.V. te behandelen haar fiscale en juridische advisering elders heeft moeten onderbrengen.
Ter zake van de beëindiging van de relatie tussen partijen - wat de aard en de omvang daarvan ook moge zijn - blijkt uit de gevolgde briefwisseling dat men het niet eens is kunnen worden over de vraag of A de zaak had moeten aannemen en/of aanhouden en of Heredium mr. G dienaangaande zonder tussenkomst van mr. F had mogen benaderen. In die discussie is, mede als gevolg van de toonzetting daarvan, het vertrouwen tussen partijen steeds verder afgebrokkeld. Dit heeft Heredium er kennelijk toe gebracht haar relatie met A definitief te beëindigen. Dat is evenwel uiteindelijk de eigen keuze van Heredium geweest, waarvan zij zelf de gevolgen dient te dragen.
4.8. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het verweer van A slaagt en de vordering in reconventie zal worden afgewezen. Heredium zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie, aan de zijde van A begroot op € 1.158,00 aan salaris procureur.
In conventie
4.9. Nu de vordering in reconventie zal worden afgewezen, kan in conventie het beroep op verrekening niet slagen. Heredium zal derhalve worden veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag van de facturen van 15 april 2004 en 7 juni 2004 ad € 12.766,77, te vermeerderen met de onbetwist gevorderde rente.
4.10. Verder zal Heredium, als de in conventie in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding, aan de zijde van A begroot op:
- dagvaarding 70,85
- vast recht 570,00
- salaris procureur 904,00 (2 punten tarief € 452,00)
Totaal € 1.544,85
4.11. Het meer of anders gevorderde zal worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
In conventie
5.1. veroordeelt Heredium tot betaling van € 12.766,77 (zegge twaalfduizend zevenhonderd zesenzestig euro en zevenenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 6.430,12 vanaf dertig dagen na 15 april 2004 en over € 6.336,65 vanaf dertig dagen na 7 juni 2004, telkens tot aan de dag der voldoening;
5.2. veroordeelt Heredium in de proceskosten aan de zijde van A tot op heden begroot op € 1.544,85;
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
5.5. wijst de vorderingen af;
5.6. veroordeelt Heredium in de proceskosten aan de zijde van A tot op heden begroot op € 1.158,00;
5.7. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.H. Vink en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2008.?