ECLI:NL:RBAMS:2008:BF0525

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/421019-07
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Interlocutoir vonnis inzake seksuele misdrijven tegen minderjarigen

Op 11 september 2008 heeft de Rechtbank Amsterdam een interlocutoir vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van seksuele misdrijven tegen minderjarigen. De rechtbank heeft de officier van justitie de gelegenheid gegeven om haar stelling, die door de verdediging wordt betwist, nader te onderbouwen. Dit betreft de gelegenheid die de verdachte zou hebben gehad om de ten laste gelegde feiten te plegen, zowel in termen van tijd als plaats. De rechtbank heeft ook aangegeven dat zij meer informatie wenst over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kinderen, gezien hun leeftijd en de wijze waarop deze verklaringen tot stand zijn gekomen. Om dit te faciliteren, heeft de rechtbank besloten de stukken in handen te stellen van de rechter-commissaris, die een deskundige zal benoemen om een schriftelijk rapport op te stellen op basis van het dossier.

De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, zodat de officier van justitie de uitkomsten van de onderzoeken kan toevoegen aan het dossier. De rechtbank heeft specifieke verzoeken gedaan aan de officier van justitie, waaronder het verkrijgen van een rooster van de overblijfkrachten op de basisschool waar de feiten zich zouden hebben afgespeeld, evenals een plattegrond van de school en getuigenverklaringen van de overblijfkrachten. De rechtbank heeft ook vragen geformuleerd over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kinderen, waarbij de verdediging heeft aangevoerd dat deze verklaringen mogelijk gebaseerd zijn op 'hear-say' of fantasie.

Dit vonnis is gewezen door de voorzitter mr. F. Wieland en de rechters mrs. A.M. van der Linden-Kaajan en K.A. Baggerman, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.N. van Gelderen, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 september 2008.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/421019-07
Datum uitspraak: 11 september 2008
op tegenspraak
INTERLOCUTOIR VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum] 1939,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het [adres 1].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 augustus 2008.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam met [persoon 1], geboren op [geboortedatum] 2001, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 1] gestopt/gebracht;
(artikel 244 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige te weten [persoon 1], geboren op [geboortedatum] 2001, immers heeft hij verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 1] gestopt/gebracht en/of de billen van die [persoon 1] afgeveegd -zulks terwijl die [persoon 1] nog niet haar behoefte op het toilet had gedaan- en/of de billen van die [persoon 1] aangeraakt en/of betast en/of aan/in de schaamlippen en/of clitoris van die [persoon 1] getrokken/geknepen en/of de vagina en/of schaamlippen en/of clitoris betast;
(artikel 249 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam met [persoon 2], geboren op [geboortedatum] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte een of meermalen zijn tong in de mond van die [persoon 2] gestoken/gestopt;
(artikel 244 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij in of omstreeks 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [persoo[persoon 2], geboren op [geboortedatum] 2002, immers heeft hij, verdachte een of meermalen zijn tong in de mond van die [persoon 2] gestoken/gestopt en/of die [persoon 2] een of meermalen op de mond gekust;
(artikel 249 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam met [persoon 3], geboren op [geboortedatum] 2003, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 3] gestopt/gebracht een of meermalen zijn tong in de mond van die [persoon 3] gestoken/gestopt;
(artikel 244 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [persoon 3], geboren op [geboortedatum] 2003, immers heeft hij verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 3] gestopt/gebracht een of meermalen zijn tong in de mond van die [persoon 3] gestoken/gestopt en/of de billen en/of vagina van die [persoon 3] aangeraakt/betast en/of die [persoon 3] een of meermalen op de mond gekust;
(artikel 249 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij in of omstreeks 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [persoon 4], geboren op [geboortedatum] 2001, immers heeft hij verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de mond van die [persoon 4] gestopt/geduwd (waarna die [persoon 4] aan die vinger(s) moest zuigen);
(artikel 249 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam met [persoon 5], geboren op [geboortedatum] 2003, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft, hij verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 5] gestopt/gebracht;
(artikel 244 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 april 2007 te Amsterdam ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [persoon 5], geboren op [geboortedatum] 2003, immers heeft hij verdachte een of meermalen een of meer vinger(s) in de vagina van die [persoon 5] gestopt/gebracht en/of de vagina en/of billen van die [persoon 5] aangeraakt en/of betast;
(artikel 249 Wetboek van Strafrecht)
Onderzoek onvolledig
Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband daarmee dienen te worden hervat.
De rechtbank stelt de officier van justitie in de gelegenheid om haar stelling – die door de verdediging wordt betwist – inhoudende dat verdachte gelegenheid heeft gehad om de telastegelegde feiten te plegen in de zin van tijd en plaats, nader te onderbouwen door:
- onderzoek te doen uitvoeren of de openbare basisschool [naam basisschool] beschikt over een rooster met betrekking tot de in de telastelegging genoemde periode, waaruit de inzet van de overblijfkrachten blijkt, in het bijzonder de dagen en uren waarop de verschillende overblijfkrachten werkzaamheden voor de school hebben verricht, en indien dit het geval blijkt, dit rooster toe te voegen aan het dossier;
- een plattegrond toe te voegen van de openbare basisschool [naam basisschool], in het bijzonder van de verdiepingen op welke het/de overblijfloka(a)l(en) van groep 1/2C zich bevind(t)(en), alsook foto’s van dat/die overblijfloka(a)l(en) en de aangelegen gang met (kinder)toiletten en van deze toiletten;
- de in de telastegelegde periode werkzame overblijfkrachten te (doen) horen aangaande de vraag of zij verdachte op enig moment met een kind alleen hebben gezien en/of met een kind naar de toiletten hebben zien lopen;
- te onderzoeken of de openbare basisschool [naam basisschool] ten tijde van de telastegelegde periode instructies verstrekte aan overblijfkrachten en zo ja, wat deze instructies inhielden ten aanzien van het (voor korte tijd) onbeheerd alleen laten van een klas met kinderen, en hoe de overblijfkrachten met betrekking tot deze instructies werden geïnformeerd en mogelijkerwijs gecontroleerd;
- te onderzoeken, al dan niet door het (doen) horen van getuigen, of het mogelijk is om een klas kinderen gedurende enige tijd enige/korte tijd onbeheerd alleen achter te laten.
De rechtbank verzoekt de officier van justitie de raadsvrouw in de gelegenheid te stellen desgewenst bij getuigenverhoren aanwezig te zijn.
De rechtbank verzoekt de officier van justitie haar bevindingen toe te voegen aan het dossier.
Voorts wenst de rechtbank nader te worden geïnformeerd over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kinderen, mede gelet op hun leeftijd en de wijze waarop deze verklaringen tot stand zijn gekomen. Daartoe zal de rechtbank de stukken stellen in handen van de rechter-commissaris teneinde een deskundige te benoemen om – op basis van het dossier – schriftelijk rapport uit te brengen. De rechtbank wenst in ieder geval antwoord op de volgende vragen:
- In hoeverre kunnen de verklaringen van de in de processen-verbaal opgevoerde kinderen, in het licht van de wijze waarop deze zijn verkregen, betrouwbaar worden geacht, gelet op hun leeftijd?
- Door de verdediging is aangevoerd dat hetgeen de kinderen hebben verklaard berust op “hear-say” of fantasie. In dat verband wenst de rechtbank antwoord op de vraag in hoeverre de in de processen-verbaal opgevoerde kinderen, gelet op hun leeftijd, in staat moeten worden geacht te verklaren op grond van feitelijke gebeurtenissen? Verder wenst de rechtbank antwoord op de vraag of – en zo ja, in hoeverre – kinderen in de leeftijd van 4/5 jaar in staat zijn “hear-say” of fantasie-verklaringen af te leggen met betrekking tot de aan verdachte verweten handelingen, zoals telastegelegd.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
3. Beslissing
Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de uitkomst van de hiervoor bedoelde onderzoeken aan het dossier toe te voegen.
Stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde een onderzoek als hiervoor bedoeld te doen verrichten en voorts al datgene te doen wat deze in het belang van het onderzoek acht.
Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen tijdstip met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Wieland, voorzitter,
mrs. A.M. van der Linden-Kaajan en K.A. Baggerman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. P.C.N. van Gelderen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 september 2008.