ECLI:NL:RBAMS:2008:BF0422
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.P.M. Eberhard
- A.M.F. Huigen
- C. Petiet
- Rechtspraak.nl
Vrijspraken voor geweldpleging in Mirandabad
In de zaak tegen de verdachte, die op 12 juni 2006 in of bij het Mirandabad in Amsterdam zou hebben deelgenomen aan openlijk geweld, heeft de rechtbank Amsterdam op 8 september 2008 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op die dag door een groep jongeren geweld is gepleegd, maar dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte en zijn medeverdachten te veroordelen. De rechtbank baseert zich op de aangiften en getuigenverklaringen, maar concludeert dat de concrete handelingen van de verdachten niet overtuigend kunnen worden bewezen. Er was slechts één getuigenverklaring per feit, wat niet voldoende is voor een veroordeling. De verdachte heeft verklaard dat hij op het moment van de geweldpleging in de kiosk op station RAI was en dat hij is weggegaan toen hij een bedreiging hoorde. De rechtbank oordeelt dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, en spreekt hem vrij van beide ten laste gelegde feiten. Tevens verklaart de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in de strafzaak, ondanks dat de verdachte meerderjarig was ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer en de uitspraak is gedaan bij verstek.