ECLI:NL:RBAMS:2008:BE9624

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
198899
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
  • L. Biller
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bouwschade en aansprakelijkheid van Ballast Nedam vennootschappen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de Vereniging van Eigenaren (VVE) van een appartementencomplex een vordering ingesteld tegen verschillende vennootschappen van Ballast Nedam. De vordering betreft schade die is ontstaan door onrechtmatig handelen van de gedaagden, die verantwoordelijk zijn voor de bouw van het complex. De rechtbank heeft eerder in een tussenvonnis geoordeeld dat de gedaagden aansprakelijk zijn voor de schade en heeft de VVE opgedragen om de schade te begroten. In het huidige vonnis heeft de rechtbank de schade begroot op een totaalbedrag van EUR 431.960,37, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf verschillende peildata. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de VVE recht heeft op een bankgarantie van EUR 25.000,00 voor toekomstige lichte schade, en heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten. De gedaagden hebben zich niet verzet tegen de eiswijziging van de VVE, maar hebben wel de hoogte van de gevorderde schade betwist. De rechtbank heeft de vordering van de VVE grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele kosten die niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de gedaagden ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 29.159,21. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 28 mei 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 198899 / HA ZA 00-1406
Vonnis van 28 mei 2008
in de zaak van
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS VAN HET APPARTEMENTENGEBOUW LANGESTRAAT 27 TOT EN MET 49C, 51, 51A TOT EN MET 51I EN 53,
gevestigd te Hilversum,
eiseres,
procureur eerst mr. B. Schuit, thans mr. E.L. Polak,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM WONINGBOUW BV,
gevestigd te Hilversum,
2. de vennootschap onder firma
BALLAST NEDAM PARKING VOF,
gevestigd te Hilversum,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM I.G.B. BV,
gevestigd te Hilversum,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BALLAST NEDAM BETON EN WATERBOUW BV,
gevestigd te Hilversum,
gedaagden,
procureur mr. J.W. van Rijswijk.
Partijen zullen hierna VVE en Ballast c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 december 2006,
- de akte zijdens de VVE van 2 januari 2008, tevens houdende verandering van eis, met producties;
- de antwoordakte zijdens Ballast c.s. van 27 februari 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere gronden van de beslissing
2.1. In bovengenoemd tussenvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat Ballast c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens de VVE en voor de daardoor geleden schade aansprakelijk zijn. Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat de door de VVE gevorderde schade, nader op te maken bij staat, reeds in de onderhavige procedure zal worden begroot. Aan de VVE is derhalve opgedragen zich bij akte over de omvang van haar schade uit te laten. Tevens is aan de VVE opgedragen zich uit te laten over het verweer van Ballast c.s. dat de VVE niet bevoegd is een vordering in te stellen met betrekking tot de schade aan individuele appartementen.
2.2. De VVE heeft bij akte haar eis gewijzigd, met dien verstande dat zij thans vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van Ballast c.s.
- tot betaling aan de VVE van EUR 462.661,46 (EUR 488.446,46 minus EUR 5.950,00 en minus EUR 19.835,00),
- tot afgifte aan de VVE van een bankgarantie met een geldigheidsduur van tien jaren voor een bedrag van EUR 25.000,00, aan te wenden indien de toekomstige lichte schade daadwerkelijk ontstaat,
- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding,
- tot betaling van de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van de deskundige ter hoogte van EUR 19.835,00.
2.3. Ter onderbouwing van haar vordering verwijst de VVE naar de in het deskundigenrapport genoemde herstelkosten, met dien verstande dat de op pagina 24
onder B van het deskundigenrapport genoemde advies- en begeleidingskosten kosten inclusief btw betreffen, terwijl de overige schadeposten exclusief btw begroot zijn.
Voorts stelt de VVE dat zij sinds het uitbrengen van het deskundigenrapport extra kosten voor onderzoek, advies en begeleiding heeft gemaakt ter hoogte van EUR 41.504,24, te vermeerderen met btw, die eveneens voor vergoeding in aanmerking komen.
Verder stelt de VVE dat rekening moet worden gehouden met een kostenstijging van 3,5% over de door de deskundige bepaalde herstelkosten gedurende de periode eind 2005 tot eind 2007, te weten een bedrag van EUR 11.235,00.
De VVE verklaart tenslotte dat in de onderhavige procedure geen schade is gevorderd van individuele appartementseigenaars, maar uitsluitend schade aan het gebouw.
2.4. Ballast c.s. hebben bij akte gereageerd.
Ballast c.s. betwisten de door de VVE gevorderde extra kosten voor onderzoek, advies en begeleiding en alsmede de gestelde kostenstijging. Ballast c.s. verzetten zich voorts, evenals in eerdere processtukken, tegen de gevorderde wettelijke rente. Ballast c.s. voeren tenslotte aan dat, gelet op de verklaring van de VVE, de door hen verlangde vrijwaring met betrekking tot de schade van individuele appartementseigenaars niet meer noodzakelijk is. Voor het geval de vrijwaring door de rechtbank in het vonnis wordt opgenomen, dan dient dit een vrijwaring van alle appartementseigenaars te zijn.
3. De verdere beoordeling
3.1. Ballast c.s. hebben zich niet tegen de eiswijziging als zodanig verzet, zodat op basis van de gewijzigde eis recht zal worden gedaan.
3.2. Bij de begroting van de schade zal de rechtbank, evenals partijen, aansluiten bij het deskundigenrapport.
a. De rechtbank begroot de herstelkosten per datum deskundigenrapport op EUR 321.000,00.
b. De tot en met 2002 gemaakte advies- en begeleidingskosten worden begroot op EUR 44.824,93 en EUR 9.909,44 (in afwijking van het deskundigenrapport, waar deze bedragen inclusief btw zijn vermeld).
c. De door de VVE gestelde kosten na deskundigenrapport, die door Ballast c.s. zijn betwist, komen bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing zijdens de VVE (door bijvoorbeeld facturen) niet voor vergoeding in aanmerking. In plaats daarvan zal de rechtbank de door de deskundige genoemde bedragen van EUR 10.00,00 en EUR 2.800,00 toewijzen.
d. Van de hiervoor genoemde bedragen dient, overeenkomstig het deskundigenrapport, EUR 25.000,00 te worden afgetrokken voor de initieel aanwezige schade.
e. Alle genoemde bedragen dienen voorts met 19 % btw te worden verhoogd.
f. De kosten voor de deskundigenrapportage en de procureurskosten zullen onderdeel gaan uitmaken van de apart te vermelden kostenveroordeling.
3.3. De door de VVE gevorderde kostenstijgingen, die door Ballast c.s. zijn betwist, worden bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing afgewezen.
3.4. De door de VVE gevorderde rente zal als volgt worden toegewezen.
Partijen zijn het erover eens dat de hoogte van de schade in de vorm van herstelkosten uitkomt op het door de deskundige genoemde bedrag van EUR 321.000,00 (te vermeerderen met btw), peildatum 2 mei 2006, zijnde de datum van het deskundigenrapport. De wettelijke rente over de herstelkosten (te verminderen met de reeds aanwezige schade) zal derhalve verschuldigd zijn vanaf 3 mei 2006. Het verweer van Ballast c.s. dat de VVE in 2007 langdurig heeft stilgezeten wordt verworpen. Dat de zaak op verzoek van de VVE op de parkeerrol is geplaatst en dat de VVE volgens Ballast c.s. meer tijd heeft genomen dan nodig was voor het indienen van de akte, doet daaraan niet af, nu het Ballast c.s. op elk moment had vrijgestaan de zaak weer op de rol te brengen en van de VVE voortprocederen te verlangen.
De rente over de onder 2.2.b genoemde begeleidingskosten ter hoogte van EUR 44.824,93 (te vermeerderen met btw) - die grotendeels gemaakt zijn tussen maart 1999 en mei 2000 - zal ingaan op 1 januari 2000. De rente over de onder 2.2.b genoemde begeleidingskosten ter hoogte van EUR 9.909,44 (te vermeerderen met btw) - die gemaakt zijn tussen april 2001 en november 2002 - zal ingaan op 1 januari 2002.
De rente over de onder 2.2.c genoemde kosten na deskundigenrapport van EUR 12.800,00 (te vermeerderen met btw) - die zien op verwachte onderzoeks- en begeleidingskosten tot eind 2006- zal ingaan op 1 januari 2007.
3.5. Resumerend ziet de toe te wijzen schade er uit als volgt:
EUR exclusief btw
EUR inclusief btw
rente vanaf
herstelkosten
321.000,00
381.990,00 (19 %)
3 mei 2006 over EUR 352.240,00 (= 381.990,00 min 29.750,00)
begeleidingskosten 44.824,93
9.909,44 52.696,13 (17,5 %)
11.792,24 (17,5 %) 1 januari 2000
1 januari 2002
begeleidingskosten na 2002
12.800,00
15.232,00 (19 %)
1 januari 2007
subtotaal
388.534,37
461.710,37
af: reeds bestaande schade
25.000,00
29.750,00
totaal
431.960,37
rente p.m.
Het bedrag van EUR 431.960,37, te vermeerderen met rente zoals vermeld, zal worden toegewezen.
3.6. De deskundige acht het risico op toekomstige lichte schade in verband met mogelijke restzakkingen aanwezig en stelt voor een depot van EUR 25.000,00 aan te houden voor reparaties. De VVE heeft afgifte van een bankgarantie voor het genoemde bedrag, te vermeerderen met btw, met een geldigheidsduur van tien jaren gevorderd. Ballast c.s. hebben deze vordering niet betwist. Kennelijk zijn partijen het erover eens dat ook toekomstige lichte schade in verband met restzakkingen door Ballast c.s. dient te worden vergoed en dat ter zekerheid daarvan door Ballast c.s. een bankgarantie dient te worden gesteld. De desbetreffende vordering van VVE zal dan ook worden toegewezen.
3.7. De vorderingen van de VVE zien op hoofdelijke veroordeling van Ballast c.s. Nu Ballast c.s. noch de hoofdelijkheid noch de betrokkenheid van alle gedaagde Ballast Nedamvennootschappen bij de schadetoebrengende werkzaamheden hebben betwist, zal de hoofdelijke veroordeling worden toegewezen.
3.8. Ballast c.s. voeren nog aan dat de VVE ingevolge artikel 5:126 Burgerlijk Wetboek niet bevoegd is voor zover haar vordering strekt tot vergoeding van schade van individuele appartementseigenaars. De VVE heeft in reactie daarop verklaard dat zij slechts schade aan het gebouw heeft gevorderd en geen schade van de individuele appartementseigenaars. Gelet op deze verklaring van de VVE en de daaropvolgende reactie van Ballast c.s. dat de verlangde vrijwaring met betrekking tot de schade van individuele appartementseigenaars niet meer noodzakelijk is, wordt het bevoegdheidsverweer van Ballast c.s. verworpen.
3.9. Ballast c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van VVE worden begroot op:
- dagvaarding EUR 112,70
- vast recht 181,51
- deskundigen 19.835,00
- salaris procureur 9.030,00 (3,5 punten × tarief EUR 2.580,00)
Totaal EUR 29.159,21
4. De beslissing
De rechtbank
4.1. veroordeelt Ballast c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan de VVE te betalen een bedrag van EUR 431.960,37 (vierhonderdeenendertigduizend negenhonderdzestig euro en zevenendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW
- over EUR 352.240,00 vanaf 3 mei 2006,
- over EUR 52.696,13 vanaf 1 januari 2000,
- over EUR 11.792,24 vanaf 1 januari 2002,
- over EUR 15.232,00 vanaf 1 januari 2007,
alles tot de dag van volledige betaling,
4.2. veroordeelt Ballast c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, tot afgifte aan de VVE van een bankgarantie met een geldigheidsduur van tien jaren voor een bedrag van EUR 25.000,00, aan te wenden indien de toekomstige lichte schade, zoals hiervoor onder 3.6 vermeld, daadwerkelijk ontstaat,
4.3. veroordeelt Ballast c.s. in de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van de deskundige, aan de zijde van VVE tot op heden begroot op EUR 29.159,21,
4.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Biller en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2008.?