ECLI:NL:RBAMS:2008:BD5704
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- J.M. Vrakking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in civiele zaak tussen Bouwcombinatie en Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Zaanstad
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 maart 2008 uitspraak gedaan in de zaak tussen de vennootschap onder firma Bouwcombinatie van der Linden-Boers V.O.F. (verzoekster) en de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Zaanstad (verweerster). De Bouwcombinatie verzocht de rechtbank om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, met het doel om getuigen te horen over de schade die de Stichting zou hebben geleden door vermeend toerekenbaar tekortschieten van de Bouwcombinatie in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de bouw van het VMBO-college TRIAS te Krommenie. De Bouwcombinatie stelde dat zij voornemens was om een arbitrageprocedure tegen de Stichting aanhangig te maken, waarbij zij betaling van openstaande facturen zou vorderen. De Stichting verzet zich tegen het verzoek en stelt dat de Bouwcombinatie misbruik maakt van haar bevoegdheid door het verzoek tot getuigenverhoor in te dienen zonder dat er sprake is van betwiste feiten.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechter oordeelde dat de Bouwcombinatie geen belang had bij het verzochte getuigenverhoor, omdat de feiten die bewezen moesten worden door de Stichting niet werden betwist. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor moest worden afgewezen, omdat het verzoek niet voldeed aan de eisen voor toewijzing. De Bouwcombinatie werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Stichting werden begroot op EUR 1.155,00. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. J.M. Vrakking.