ECLI:NL:RBAMS:2008:BD1175
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor waterlevering op basis van inschrijving in het GBA
In deze zaak vorderde de stichting Waternet betaling van kosten voor de levering van water aan een woning waar de gedaagde, geregistreerd in het GBA, volgens Waternet als contractant moest worden beschouwd. Waternet stelde dat de inschrijving van de gedaagde als bewoner van het adres voldoende was om hem aansprakelijk te stellen voor de waterkosten, ongeacht of hij daadwerkelijk in de woning had gewoond. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij nooit in de woning had gewoond en enkel bij een vriend was ingeschreven. Hij had dit ook schriftelijk aan Waternet medegedeeld.
De kantonrechter beoordeelde de zaak en concludeerde dat de enkele inschrijving in het GBA niet voldoende was om de wil van de gedaagde aan te nemen om een overeenkomst aan te gaan voor de levering van water. Er waren geen andere feiten of omstandigheden die konden aantonen dat er een overeenkomst tot stand was gekomen. De rechter oordeelde dat Waternet niet had aangetoond dat er een contractuele relatie bestond tussen partijen, en wees de vordering van Waternet af. Tevens werd Waternet veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die in persoon was verschenen.
Het vonnis werd uitgesproken op 17 maart 2008 door de kantonrechter C.L.J.M. de Waal, waarbij de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard.