ECLI:NL:RBAMS:2008:BC6191

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
388931 / KG ZA 08-104 P/CN; 389897 / KG ZA 08-174 P/CN
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.Y.C. Poelmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding inzake de Yukos-zaak met betrekking tot handhaving van Amerikaanse freezing order en opheffing van executoriale beslagen

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van de Yukos-zaak, heeft de voorzieningenrechter op 6 maart 2008 uitspraak gedaan in kort geding. De eiseressen, OOO Promneftstroy en OAO Rosneft, vorderden handhaving van een Amerikaanse 'Freezing Order' en opheffing van executoriale beslagen die eerder waren gelegd op de aandelen van Yukos Finance. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de eiseressen reeds waren voldaan en dat handhaving van de beslagen zou leiden tot misbruik van recht. De rechtbank stelde vast dat de Nederlandse Yukos-dochters niet onrechtmatig hadden gehandeld jegens de schuldeisers van de moedermaatschappij Yukos Oil door de herstructurering van de Nederlandse entiteiten. De rechtbank oordeelde dat de executoriale beslagen moesten worden opgeheven, omdat de vorderingen waarvoor deze waren gelegd, volledig waren voldaan. De rechtbank benadrukte dat de herstructurering van Yukos Nederland niet had geleid tot schade voor de schuldeisers en dat de vorderingen van Rosneft en Promneftstroy summierlijk ondeugdelijk waren. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseressen af en bepaalde dat de beslagen moesten worden opgeheven, met inachtneming van de belangen van de betrokken partijen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 388931 / KG ZA 08-104 P/CN
en
zaaknummer / rolnummer: 389897 / KG ZA 08-174 P/CN
Vonnis in kort geding van 6 maart 2008
in de zaak onder nummer 388931 / KG ZA 08-104 van:
1. de rechtspersoon naar het recht van de Russische Federatie, OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
eiseres bij dagvaarding van 21 januari 2008,
procureur mr. D.J. Oranje,
2. de rechtspersoon naar het recht van de Russische Federatie, OAO ROSNEFT,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
eiseres bij dagvaarding van 21 januari 2008,
procureur mr. M. Deckers,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [bestuurder A],
wonende te [woonplaats],
3. [bestuurder B],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur mr. R. J. van Galen,
4. de vennootschap naar buitenlands recht,
MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
gevoegde partij aan de zijde van gedaagden,
procureur mr. A.A.H.J. Huizing,
alsmede in de zaak onder nummer 389897 / KG ZA 08-174 van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
YUKOS FINANCE B.V.,
2. de stichting,
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
allen gevestigd te Amsterdam,
eiseressen bij dagvaarding van 31 januari 2008 en herstelexploot van 11 februari 2008,
procureur mr. R.J. van Galen,
4. de vennootschap naar buitenlands recht,
MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
gevoegde partij aan de zijde van eiseressen,
procureur mr. A.A.H.J. Huizing,
tegen
1. de rechtspersoon naar het recht van de Russische Federatie,
OAO ROSNEFT,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
gedaagde (bij herstelexploit van 11 februari 2008),
procureur mr. M. Deckers,
2. de (voormalig) rechtspersoon naar het recht van de Russische Federatie,
OAO YUKOS OIL COMPANY,
laatstelijk gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
gedaagde,
3. de rechtspersoon naar het recht van de Russische Federatie, OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
gedaagde,
procureur mr. D.J. Oranje.
Eiseressen sub 1 en 2 in de procedure onder nummer 388931 / KG ZA 08-104, tevens gedaagden sub 1 en 3 in de procedure onder nummer 389897 / KG ZA 08-174 zullen hierna Promneftstroy en Rosneft worden genoemd. Gedaagden sub 1 tot en met 4 in de procedure onder nummer 388931 / KG ZA 08-104 zullen hierna respectievelijk Yukos International, [bestuurder A], [bestuurder B], en Moravel worden genoemd. Eiseressen sub 1 tot en met 3 in de procedure onder nummer 389897 / KG ZA 08-174 zullen hierna afzonderlijk Yukos Finance, Stichting Yukos en Yukos International worden genoemd, danwel gezamenlijk Yukos Nederland. Gedaagde sub 2 in die procedure zal hierna Yukos Oil worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Moravel heeft op 12 februari 2008 een incidentele conclusie houdende vordering tot voeging aan de zijde van gedaagden in de procedure onder nummer 388931 / KG ZA 08-104 en aan de zijde van eiseressen in de procedure onder nummer 389897 / KG ZA 08-174 ingediend. Een kopie van deze conclusie wordt aan dit vonnis gehecht. De vordering tot voeging is ter terechtzitting van 14 februari 2008 behandeld en toegestaan.
1.2. Op voormelde terechtzitting hebben Promneftstroy en Rosneft in de zaak onder nummer 388931 / KG ZA 08-104 gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Yukos International, [bestuurder A], [bestuurder B] en Moravel hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
1.3. In de zaak onder nummer 389897 / KG ZA 08-174 hebben Yukos Nederland en Moravel ter zitting van 14 februari 2008 gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding alsmede het herstelexploot, met dien verstande dat de dagvaarding in samenhang met de later overgelegde akte tot rectificatie dient te worden gelezen. Rosneft en Promneftstroy hebben in die procedure verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen ook in de zaak onder nummers 389897 / KG ZA 08-174 verzocht vonnis te wijzen.
1.4. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.5. Verder zijn ter zitting van 14 februari 2008 twee op 12 februari 2008 door Rosneft ingediende beslagrekesten met nummers 390985 RK 08-491 en 390987 RK 08-493 behandeld. Yukos Oil is in deze procedures gerekwestreerde. De beslissing op deze rekesten zullen in twee afzonderlijke beschikkingen worden gegeven.
2. De feiten
Het faillissement van Yukos Oil
2.1. Yukos Oil is in 1993 opgericht door de Russische staat. Zij is in 1995 en 1996 geprivatiseerd. De belangrijkste aandeelhouder van Yukos Oil werd Group Menatep Ltd. (hierna: GML).
2.2. Yukos Oil hield alle aandelen in Yukos Finance, die op haar beurt alle aandelen hield in Yukos International alsmede in deelnemingen in buitenlandse vennootschappen. Bij een reorganisatie in 2005 binnen Yukos Nederland zijn deelnemingen van Yukos Finance in de buitenlandse vennootschappen overgedragen aan Yukos International. Stichting Yukos houdt thans alle aandelen in Yukos International. Yukos Finance houdt alle door Stichting Yukos uitgegeven certificaten van aandelen in Yukos International. [bestuurder B] was Chief Financial Officer van Yukos Oil. [A] was Hoofd juridische zaken van Yukos Oil. [bestuurder A] is thans bestuurder van Stichting Yukos. Met ingang van 21 november 2005 zijn [bestuurder A] en [bestuurder B] benoemd tot bestuurders van Yukos Finance en Yukos International.
2.3. In de jaren 1995 tot en met 2003 heeft het Yukos-concern een aanzienlijke groei doorgemaakt. Het is eigenaar geworden van aanzienlijke olie- en gasreserves, pijpleidingen en raffinaderijen.
2.4. In 2004 was Yukos Oil uit hoofde van aan haar verstrekte kredieten een bedrag van ongeveer USD 480 miljoen verschuldigd aan een consortium van internationale banken (hierna: het consortium). Als gevolg van het in 2004 uitblijven van betalingen van Yukos Oil is deze vordering in zijn geheel opeisbaar geworden. Bij overeenkomst van 13 december 2005 heeft het consortium zijn aldus opeisbaar geworden vordering op Yukos Oil verkocht aan Rosneft.
2.5. Op 6 maart 2006 heeft het consortium bij de Arbitrazh rechtbank te Moskou (hierna: de arbitrazh rechtbank) een verzoek ingediend om ten aanzien van Yukos Oil de Russische insolventieprocedure te openen. Op 14 maart 2006 heeft het consortium voormelde vordering op Yukos Oil overgedragen aan Rosneft.
2.6. Bij vonnis van 28 maart 2006 heeft de arbitrazh rechtbank de zogeheten ‘waarnemingsprocedure’ op Yukos Oil van toepassing verklaard, waarbij […] (hierna: [de curator]) als waarnemer werd benoemd.
2.7. Op 20 en 25 juli 2006 heeft de eerste bijenkomst van schuldeisers in de waarnemingsprocedure plaatsgevonden. Blijkens het verslag van die bijeenkomst was op dat moment een totaal aan stemgevende schulden van (in Russische Roebels) RUR 258.841.581.080 opgenomen in de lijst van toegelaten crediteuren. Op de bijeenkomst was voor RUR 257.878.766.984 aan crediteuren vertegenwoordigd. Daarvan bestond circa RUR 242,97 miljard uit vorderingen van de Russische Federale belastingdienst (RUR 135,31 miljard), Rosneft (RUR 12,98 miljard) en OAO Yuganskneftegaz, hierna te noemen Yuganskneftegaz, (RUR 94,68 miljard). Op de bijeenkomst van schuldeisers is een door Yukos Oil voorgesteld financieel rehabilitatieplan gepresenteerd. Voor de faillissements-aanvraag en tegen de implementering van het financieel rehabilitatie plan hebben gestemd de Russische Federale Belastingdienst, Rosneft, Yuganskneftegaz en een kleine crediteur.
2.8. Bij beslissing van 1 augustus 2006, vastgelegd in een vonnis van 4 augustus 2006, is Yukos Oil door de arbitraz rechtbank in Rusland failliet verklaard, met benoeming van [de curator] tot curator. Yukos Oil heeft van de beslissing van de arbitrazh rechtbank hoger beroep ingesteld. Bij beslissing van 19 september 2006 van de negende arbitrazh appel rechtbank te Moskou, vastgelegd in een arrest van 26 september 2006, is het faillissement - kort gezegd - bekrachtigd. Namens Yukos Oil is geen cassatieberoep ingesteld.
2.9. Na zijn aantreden als curator heeft [de curator], bij door hem namens Yukos Oil genomen aandeelhoudersbesluit van 11 augustus 2006, [bestuurder A] en [bestuurder B] ontslagen als statutair bestuurders. Bij door [de curator] namens Yukos Oil genomen aandeelhoudersbesluiten van 14 augustus 2006 en 30 augustus 2006 zijn [bestuurder C] en [bestuurder D] benoemd tot bestuurders van Yukos Finance.
2.10. Op 15 augustus 2007 heeft [de curator] de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance via een in Rusland gehouden veiling verkocht aan Promneftstroy voor USD 307 miljoen. Op 10 september 2007 zijn deze aandelen geleverd. De rechten van de (hierna te noemen) beslagleggers op de aandelen zijn behouden gebleven.
2.11. In het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 met zaaknummer / rolnummer 355622 / HA ZA 06-3612 is in rechtsoverweging 3.21 onder meer overwogen dat:
“(…) het Russische faillissementsvonnis waarbij [de curator] tot curator in het faillissement van Yukos Oil is benoemd tot stand is gekomen op een wijze die niet in overeenstemming is met de Nederlandse beginselen van een behoorlijke procesorde en aldus strijdig is met de Nederlandse openbare orde. Het faillissementsvonnis kan om die reden niet worden erkend en de daaruit naar Russisch recht voortvloeiende bevoegdheden van de curator kunnen door [de curator] in Nederland niet worden uitgeoefend. Dit brengt mee dat [de curator] niet bevoegd was Yukos Oil in Nederland te vertegenwoordigen ter zake van de uitoefening van het stemrecht op de door haar gehouden aandelen in Yukos Finance. De door [de curator] namens Yukos Oil genomen aandeelhoudersbesluiten, waaronder het besluit tot ontslag van [bestuurder A] en [bestuurder B] van 11 augustus 2006 en de besluiten tot benoeming van [bestuurder C] en [bestuurder D] als bestuurders van Yukos Finance, zijn dan ook niet genomen door het daartoe door de wet aangewezen orgaan van de vennootschap en derhalve nietig. Dit brengt voorts mee dat [bestuurder C] en [bestuurder D] nooit tot bestuurders van Yukos Finance zijn benoemd, zodat ook alle door hen in die hoedanigheid genomen besluiten nietig zijn.”
In het dictum van het vonnis is onder meer het volgende bepaald:
- verklaart voor recht dat alle aandeelhoudersbesluiten met betrekking tot Yukos Finance, voor zover genomen door [de curator] in zijn hoedanigheid van curator van Yukos Oil, daaronder begrepen doch niet beperkt tot het besluit tot ontslag van [bestuurder A] en [bestuurder B] als bestuurder van Yukos Finance B.V. d.d. 11 augustus 2006 alsmede de beweerdelijke besluiten tot benoeming van [bestuurder C] en [bestuurder D] als bestuurder van Yukos Finance, nietig zijn;
- verklaart voor recht dat alle besluiten genomen door [bestuurder C] en/of [bestuurder D] in hun vermeende hoedanigheid van bestuurder van Yukos Finance B.V. nietig zijn;
- gebiedt [de curator] om onmiddellijk en onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan het ongedaan maken van (de gevolgen van) de door hem in Yukos Finance genomen aandeelhoudersbesluiten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 10.000,00 voor iedere afzonderlijke overtreding en van € 1.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 500.000,00;
- verbiedt [de curator] enig recht met betrekking tot de aandelen Yukos Finance uit te oefenen of te doen uitoefenen zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere afzonderlijke overtreding en van € 1.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 500.000,00;
- gebiedt [bestuurder C] en [bestuurder D], zowel tezamen als elk afzonderlijk om onmiddellijk en onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan het ongedaan maken van (de gevolgen van) de door elk van hen of door hen gezamenlijk in Yukos Finance genomen bestuursbesluiten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere afzonderlijke overtreding en van € 1.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 500.000,00;
- verbiedt [bestuurder C] en [bestuurder D] enig recht met betrekking tot hun vermeende vertegenwoordigingsbevoegdheid in Yukos Finance uit te oefenen of te doen uitoefenen zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere afzonderlijke overtreding en van € 1.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 500.000,00; (…)”
Tegen het vonnis is hoger beroep ingesteld door [de curator] en [bestuurder C]. Ook Promneftstroy heeft als rechtsopvolger van [de curator] hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
2.12. Bij vonnis van de arbitrazh rechtbank te Moskou van 12 november 2007 is het faillissement van Yukos Oil beëindigd per 4 november 2007. In dat vonnis staat onder meer, op pagina 13 en 14 van de Engelse vertaling:
“Information on the amount of the creditors’ claims included in the register of creditors’ claims
Name of creditor (…) Percentage of creditors’ claims settled
Second priority in 100% of 2nd priority claims
total, (…)
Third priority in total,
(…) 100% of 3rd priority claims (…)
100% of 3rd priority claims (Para.3, Art. 137 FL “On insolvency (Bankruptcy)”
Op pagina 22 van de vertaling van dit vonnis is onder meer het volgende opgenomen:
“RULED:
To complete the bankruptcy proceedings in respect of Yukos Oil Company OJSC.
Creditors’ claims not settled by reason of there being insufficient property of the debtor are deemed discharged. Also deemed discharged are creditors’ claims not recognized by the Receiver, if the creditor has not filed a claim in the arbitration court or if such claims are declared unfounded by the arbitration court. (…)”
2.13. [de curator] heeft Yukos Oil hierna laten schrappen uit het Russische register voor ondernemingen. Yukos Oil is hierdoor naar Russisch recht opgehouden te bestaan.
De executoriale beslagen
1. De bankenvordering
2.14. Een consortium van internationale banken had, zoals hiervoor onder 2.4 is vermeld, een vordering op Yukos Oil van circa USD 480 miljoen (hierna: de bankenvordering). Het consortium heeft in verband met deze vordering op 26 april 2005 conservatoir beslag gelegd voor USD 600 miljoen op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance.
2.15. In verband met deze vordering heeft het consortium twee vonnissen verkregen van de High Court in Londen, zijnde de vonnissen van 17 en 24 juni 2005. In het vonnis van 17 juni 2005 is Yukos Oil tot het volgende veroordeeld:
“IT IS ORDERED THAT:
1. The defendant (Yukos Oil, vzr.) do forthwith pay to the Claimants (het consortium, vzr.) the sum of US $ 472,787,663.10 together with interest thereon up to 29 April 2005 in the further sum of US $ 5,060,769.64 together with further interest thereon from 29 April 2005 to be assessed if not agreed;
2. The Defendant do pay the Claimants’ cost of and occasioned by these proceedings to be subject to detailed assessment if not agreed.”
En in het vonnis van 24 juni 2005:
“IT IS ORDERED THAT:
1. The further interest for the period 29 april 2005 to 17 june 2005 referred to in the Order in these proceedings dated 17 june 2005 be assessed in the sum of US $ 4,398,373.54.
2. The Defendant do forthwith pay the said further sum of US $ 4,398,373.54 to the Claimants.
3. The Defendant be refused permission to appeal the Judgment/Order; and
4. The Defendant be refused a stay of the Judgment/Order.”
2.16. Bij beschikking van 1 juli 2005 van deze rechtbank zijn voornoemde vonnissen uitvoerbaar bij voorraad in Nederland verklaard, op grond van artikel 38 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Voornoemd conservatoir beslag van 26 april 2005 is hierdoor overgegaan in een executoriaal beslag.
2.17. De bankenvordering is op 14 maart 2006 overgedragen aan Rosneft in verband met de koopovereenkomst van 13 december 2005. De bankenvordering is ingediend in het Russische faillissement, erkend en de in de vonnissen genoemde bedragen zijn volledig voldaan.
2.18. Onder de stukken bevindt zich een brief van mr. Deckers aan mr. Van Galen van 16 januari 2008, die verwijst naar een bijlage waarin - kort gezegd - staat dat de resterende vordering van Rosneft op Yukos Oil in verband met de bankenvordering USD 38.481.040,74 aan niet-betaalde rente bedraagt vanaf de faillissementsdatum tot aan de dag van betaling.
2. De Commission Agreement-vordering
2.19. Yuganskneftegaz stelde een vordering van RUR 62.359.504.905 (circa EUR 1,8 miljard) te hebben op Yukos Oil in verband met een “Commission Agreement” van 18 juni 2004. Bij vonnis van de arbitrazh rechtbank te Moskou van 13 mei 2005 (uitgegeven op 19 mei 2005) is de vordering van Yuganskneftegaz volledig toegewezen. Verder is Yukos Oil in dat vonnis veroordeeld tot betaling van ‘staatsleges’ van RUR 100.000,-. Het vonnis is in Rusland bekrachtigd in hoger beroep en cassatie.
2.20. Yuganskneftegaz heeft voor deze vordering op 15 september 2005 conservatoir beslag gelegd op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance en is een bodemprocedure in Nederland gestart om een in Nederland te executeren titel te verkrijgen. Rosneft, die Yuganskneftegaz had gekocht waarna de ondernemingen zijn gefuseerd, heeft als rechtsopvolger van Yuganskneftegaz de vordering overgenomen. De procedure is ter rolle van 3 oktober 2007 ambtshalve doorgehaald.
2.21. De vordering is ingediend in het Russische faillissement en erkend voor een bedrag van RUR 75.155.774.346,36.
2.22. Op 8 mei 2007 is een authentieke schuldbekentenis verleden voor notaris mr. B.C.M. Waaijer te Amsterdam. Hierin is door [de curator] als vertegenwoordiger van Yukos Oil onder meer het volgende erkend:
“DEED OF ACKNOWLEDGMENT YUKOS
(…)
1.1 The Debtor (Yukos Oil, vzr) irrevocably acknowledges that it owes to Rosneft (as a result from the Legal Merger from Yuganskneftegaz and Rosneft) the Claim up to the Admitted Amount of (…) (62,359,604,905.92) roubles with interest amounting to (…) (12,796,169,440.44) roubles (hereinafter: the “Debt”).
1.2 The Debtor acknowledges that the debt is due and payable to Rosneft.
1.3 The Debtor understands that by acknowledging the Debt in this Notarial Deed, this Notarial Deed provides Rosneft with an enforceable title under Dutch law. (…)”
2.23. Rosneft heeft op basis van deze notariële akte op 22 mei 2007 executoriaal beslag gelegd op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance.
2.24. De vordering zoals omschreven in de notariële akte is inclusief de daarin genoemde rente volledig voldaan in het faillissement van Yukos Oil.
2.25. In voornoemde brief van mr. Deckers aan mr. Van Galen van 16 januari 2008 wordt verwezen naar een bijlage waarin staat dat Rosneft ter zake van de Commission Agreement nog een vordering heeft op Yukos Oil van USD 251.320.594,90, in verband met onbetaalde rente vanaf de faillissementsdatum tot aan de dag van betaling.
3. De vordering van Moravel
2.26. Moravel is een (indirecte) dochtervennootschap van de grootaandeelhouder van Yukos Oil, GML. Moravel heeft een vordering op Yukos Oil in verband met een lening die door Société Générale aan Yukos Oil is verstrekt op grond van de leningsovereenkomst van 30 september 2003 (de zogenaamde “B-loan”). Moravel heeft op grond van een garantie de positie van Société Générale overgenomen op 25 mei 2004.
2.27. Moravel heeft voor deze vordering op 21 april 2005 conservatoir beslag gelegd op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance voor een bedrag van USD 910.000.000,- met inbegrip van rente en kosten.
2.28. Moravel heeft vervolgens voor deze vordering een arbitraal vonnis verkregen in Engeland, zijnde het vonnis van 16 september 2005 van het ‘London Court of International Arbitration’ (het LCIA) in combinatie met het separate memorandum van 3 oktober 2005. In deze beslissing is Yukos Oil - kort gezegd - veroordeeld om het per 31 augustus 2005 uitstaande bedrag van de hoofdsom van de leningsovereenkomst van USD 655.725.238,60 aan Moravel te betalen, een bedrag van USD 24.750.423,16 aan opgelopen rente en boeterente per 31 augustus 2005 alsmede rente en boeterente over het uitstaande bedrag van de hoofdsom vanaf 31 augustus 2005 totdat volledige betaling is ontvangen.
2.29. Bij vonnis van 24 november 2005 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank is het verzoek tot tenuitvoerlegging van voornoemd arbitraal vonnis toegewezen. Moravel heeft hiermee een in Nederland geldende executoriale titel voor haar vordering verkregen.
2.30. De vordering van Moravel op basis van het arbitrale vonnis is in Rusland tijdens de crediteurenvergadering in de waarnemingsprocedure op 20 en 25 juli 2006 niet erkend. De vordering is ook niet erkend in het faillissement.
2.31. De vordering bedroeg per 31 december 2007 USD 834 miljoen en per 14 februari 2008 USD 843 miljoen.
(Overige) Conservatoire beslagen
A. Conservatoir beslag op aandelen en certificaten Yukos International
2.32. Op 6 oktober 2005 is aan Yuganskneftegaz verlof verleend tot het leggen van conservatoir beslag op aandelen op naam dan wel certificaten van aandelen op naam in de in het rekest genoemde Nederlandse (Yukos) entiteiten alsmede op de aandelen op naam in de in het rekest genoemde buitenlandse (Yukos) vennootschappen, een en ander ten laste van Yukos Finance, Yukos International en Stichting Yukos. De vordering is begroot op EUR 2.340.000.000,- met inbegrip van rente en kosten. Blijkens het beslagrekest ligt aan de vordering - kort gezegd - ten grondslag dat Yukos Nederland door de herstructurering de activa van Yukos Finance buiten het bereik van de schuldeisers van Yukos Oil heeft gehouden en daarmee onrechtmatig handelt jegens Yuganskneftegaz in verband met haar mogelijkheden tot verhaal van de Commission Agreement-vordering. Op 7 oktober 2005 is blijkens de overgelegde beslagstukken ten laste van Stichting Yukos conservatoir beslag gelegd op alle aandelen in Yukos International, staande op naam van Stichting Yukos. Verder is op 7 oktober 2005 ten laste van Yukos Finance beslag gelegd op alle certificaten van aandelen in het kapitaal van Yukos International, staande op naam van Yukos Finance. In verband met deze vordering is een bodemprocedure aanhangig bij deze rechtbank. Het conservatoire beslag op de aandelen van Yukos International in haar buitenlandse vennootschappen is bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 24 november 2005 opgeheven.
B. Conservatoir derdenbeslag op Fortisrekening Yukos International
2.33. Op 21 december 2007 is conservatoir derdenbeslag gelegd onder de Fortis Bank ten laste van Yukos International. Blijkens het beslagrekest is aan dit conservatoire beslag - kort gezegd - ten grondslag gelegd dat Rosneft een restant rentevordering heeft op Yukos Oil uit hoofde van de Commission Agreement van USD 187.000.000,- en uit hoofde van de bankenvordering een restant rentvordering van USD 38.900.000,- en dat (onder meer) Yukos International onrechtmatig jegens Rosneft heeft gehandeld door de herstructurering van Yukos Nederland, aangezien hierdoor de verhaalsmogelijkheden van Rosneft zijn beperkt. Op deze rekening staat onder meer de verkoopopbrengst van de dochter van Yukos International, Mazeikiu Nafta (hierna: Mazeikiu). Op 20 december 2007 was verlof verleend tot het leggen van beslag voor USD 293.700.000,- inclusief rente en kosten.
C. Conservatoir beslag aandelen Yukos Finance
2.34. Verder is op 10 augustus 2007 nog ten laste van Yukos Oil conservatoir beslag gelegd op de aandelen in Yukos Finance door een dochtervennootschap van Yukos International, Yukos Capital Sarl (hierna: Yukos Capital) en op 14 augustus 2007 door Glendale Group Ltd. (hierna: Glendale) voor respectievelijk USD 840 miljoen plus RUR 200 miljard en USD 3 miljard.
Yukos Capital heeft op 20 december 2006 en 10 januari 2008 ook conservatoir beslag gelegd ten laste van Rosneft op de vordering van Rosneft op Yukos Oil (onder de deurwaarders die een aandeel in de executieopbrengst aan Rosneft zouden moeten uitkeren), voor een vordering van RUR 17 miljard en USD 1.150.000,- inclusief rente en kosten. Glendale heeft hierop op 14 mei 2007 conservatoir beslag gelegd ten laste van Rosneft voor een vordering van USD 130.000.000,- (inclusief rente en kosten).
De artikel 474g Rv-procedure
2.35. Op 15 juli 2005 heeft het consortium in verband met zijn vordering en het hiervoor liggende executoriale beslag een verzoek bij deze rechtbank ingediend ex artikel 474g Rv tot openbare verkoop van de beslagen aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance. Nadien zijn ook door Moravel en Rosneft verzoeken op grond van artikel 474g Rv gedaan.
2.36. In verband met de verzoeken ex artikel 474g Rv heeft deze rechtbank beschikkingen gegeven op 29 september 2005, 20 oktober 2005, 3 november 2005, 15 december 2005, 16 december 2005, 16 maart 2006, 17 augustus 2006, 1 februari 2007 en 20 december 2007.
2.37. Bij beschikking van 16 maart 2006 is het verzoek van Moravel gevoegd met het door het consortium ingediende verzoekschrift.
2.38. In de beschikking van 17 augustus 2006 is onder meer overwogen dat Rosneft met ingang van 26 april 2006 in plaats van het consortium beslaglegger en verzoekster ex artikel 474g Rv is.
2.39. Bij de beschikking van 20 december 2007 is onder meer Promneftstroy als belanghebbende in de procedure toegelaten en is Rosneft tevens toegelaten als verzoekster krachtens artikel 474g Rv op grond van haar executoriale titel terzake van de Commission Agreement op grond van de notariële akte.
2.40. Verder is in die beschikking bepaald dat de beslagen aandelen in Yukos Finance bij openbare veiling ter executie zullen worden verkocht volgens nader vast te stellen veilingvoorwaarden.
De New Yorkse Freezing Order
2.41. Yukos Oil heeft in het verleden een deelneming in de Litouwse vennootschap Mazeikiu en een 49% deelneming in de Slowaakse vennootschap Transpetrol ondergebracht in Yukos Finance.
2.42. Na de herstructurering van Yukos Nederland heeft het bestuur van Yukos International begin 2006 te kennen gegeven de Litouwse olieraffinaderij van Mazeikiu te zullen verkopen. Na een verzoek van [de curator] heeft de faillissementsrechtbank te New York, na bereikte overeenstemming hierover tussen partijen ([de curator], Yukos Oil, Yukos Finance, Stichting Yukos, Yukos International en GML), in de Order van 26 mei 2006 - kort gezegd - bevolen dat de opbrengst van de verkoop direct overgeboekt dient te worden naar een bankrekening van een Nederlandse deurwaarder of een afgezonderde bankrekening ten name van Yukos International, onder de bepaling dat de opbrengst voor geen ander doel zal worden gebruikt dan overeenkomstig een overeenkomst tussen alle betrokken partijen dan wel een beslissing van de Nederlandse rechter (hierna: de freezing order).
2.43. De olieraffinaderij van Mazeikiu is verkocht voor USD 1,2 miljard. De opbrengst is - conform de freezing order - geplaatst op een bankrekening ten name van Yukos International. Thans staat bij de Fortis Bank een bedrag van circa USD 1,25 miljard. Daarnaast staat een bedrag van circa USD 250 miljoen op een Escrow-rekening ten name van Yukos International.
2.44. Op 29 november 2007 hebben Yukos Oil, Yukos Finance en GML - kort gezegd - opheffing van de freezing order gevraagd naar aanleiding van het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007. Promneftstroy en [de curator] hebben verweer tegen dit verzoek gevoerd. In de beslissing van 4 januari 2008 van de bankruptcy court te New York (hierna: de Order van 4 januari 2008) is onder meer het volgende bepaald:
“ (…)
1. The relief requested in the Motion is hereby GRANTED in part and DENIED in part, as set forth more fully herein:
(…)
4. The obligation under the May 26 Order to maintain the proceeds from the sale of the interests of Yukos International in AB Mazeikiu Nafta in a segregated interest bearing bank account (…) in the name of Yukos International, and the prohibition on use or distribution from the Bank Account (…), shall terminate at 5.00 p.m. (EST) on January 21, 2007 (…), unless [de curator], Promneftstroy, or any other party that may have standing under Dutch law shall have properly commenced, prior to the Termination Date, a proceeding in accordance with Dutch law before a Dutch court of competent jurisdiction seeking to impose Injunctive Relief or similar relief as may be available in accordance with Dutch law, on notice to the Remaining Yukos Parties, GML Limited (…), counsel to (…) [de curator] and counsel to Promneftstroy, in which case (x) the Dutch court shall have exclusive authority to determine whether to grant or deny such relief and (y) except as provided below, the Injunctive Relief issued by this Court in the May 26 Order shall continue until the Dutch court renders a decision on such request, subject to further or other direction of the Dutch Court. (…)”
De beslagrekesten van 12 februari 2008
2.45. Op 12 februari 2008 zijn door Rosneft twee beslagrekesten ingediend. Het rekest met nummers 390985 RK 08-491 strekt tot het leggen van conservatoir beslag voor een bedrag van USD 326.700.000,- inclusief rente en kosten ten laste van Yukos Oil op haar aandelen in Yukos Finance in verband met rente over de Commission Agreement-vordering van USD 251.320.594,90, een en ander voor zover deze rente niet onder de executoriale titel van de notariële akte zou vallen in welk geval Rosneft een nieuwe procedure hiervoor stelt te zullen starten.
2.46. Het rekest met nummers 390987 RK 08-493 strekt tot het leggen van conservatoir beslag voor een bedrag van USD 49.000.000,- inclusief rente en kosten ten laste van Yukos Oil op haar aandelen in Yukos Finance in verband met rente over de banken-vordering van USD 37.697.548,03, een en ander voor zover deze rente niet valt onder het executoriale beslag voor de bankenvordering in welk geval Rosneft een nieuwe procedure hiervoor stelt te zullen starten.
3. Het geschil in procedure 388931 / KG ZA 08-104
3.1. Promneftstroy en Rosneft vorderen samengevat - Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] te bevelen de opbrengsten van de verkoop van olieraffinaderij Mazeikiu op een afzonderlijke bankrekening te houden en daarover niet te beschikken en om niet over de 49% deelneming in de Slowaakse vennootschap Transpetrol te beschikken, een en ander op straffe van een dwangsom van EUR 10 miljoen voor iedere overtreding en met hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de kosten van dit geding.
3.2. Promneftstroy en Rosneft beogen met deze vordering een voorziening te krijgen als bedoeld in de Order van 4 januari 2008, op grond waarvan Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] niet kunnen beschikken over de opbrengsten van de verkoop van de Litouwse olieraffinaderij. Tevens achten zij eenzelfde voorziening noodzakelijk ten aanzien van de 49% deelneming in Transpetrol. Voornoemde activa behoorden oorspronkelijk toe aan Yukos Oil en zijn door gedaagden ondergebracht in de Nederlandse structuur. Promneftstroy en Rosneft leggen aan hun vordering ten grondslag dat de door Stichting Yukos aan Yukos Finance uitgegeven certificaten van aandelen Yukos International alleen recht geven op eventuele dividenduitkeringen en geen zeggenschap over Yukos International en de in het kader van de herstructurering aan Yukos International overgedragen deelnemingen en vermogensbestanddelen. Hiermee hebben [bestuurder A] en [bestuurder B] getracht de verhaalsmogelijkheden van de crediteuren van Yukos Oil illusoir te maken. Het bestuur van Yukos International kan zo zonder enig toezicht door de gerechtigden over de verkoopprijs van USD 1,2 miljard beschikken. Promneftstroy en Rosneft stellen dat in dit kader ook sprake is van wanbeleid door [bestuurder A] en [bestuurder B] als bestuurders van Yukos Finance. In verband daarmee is ook een enquêteverzoek ingediend bij de Ondernemingskamer. Rosneft stelt nog USD 290 miljoen van Yukos Oil te vorderen te hebben. Promneftstroy is - indien uiteindelijk geoordeeld wordt dat de aandelenverkoop door [de curator] geldig is - gerechtigde tot de aandelen in Yukos Finance en de daaronder begrepen vermogensbestanddelen, waaronder de opbrengst van de verkoop van de Litouwse olieraffinaderij van USD 1,2 miljard en de 49% deelneming in Transpetrol ter waarde van USD 100-USD 200 miljoen. Indien deze vermogensbestanddelen aangewend worden voor de betaling van Moravel en Rosneft resteert nog altijd een aanzienlijk batig saldo. Indien [bestuurder A] en [bestuurder B] naar eigen goeddunken beschikken over de USD 1,2 miljard, dan wordt de door de rechtbank bepaalde veiling van de aandelen in Yukos Finance - waarvan de opbrengst ten goede dient te komen aan de schuldeisers van Yukos Oil - illusoir gemaakt. De veiling heeft alleen zin als de vermogensbestanddelen van Yukos Nederland nog aanwezig zijn. De rechten van de schuldeisers worden hiermee op onaanvaardbare wijze aangetast. Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] dreigen op deze wijze onrechtmatig te handelen jegens Rosneft en Promneftstroy, wat de freezing order tot op heden heeft kunnen voorkomen. Deze dient dan ook gehandhaafd te blijven - in elk geval - in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep tegen het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 en de procedure bij de Ondernemingskamer. Verder verkeert Yukos International feitelijk in staat van liquidatie en thans wordt niet voldoende gewaarborgd dat de vereffening van het vermogen van Yukos International voldoet aan de eisen die de Nederlandse wet stelt aan een dergelijke procedure.
3.3. Yukos International, [bestuurder A], [bestuurder B] en Moravel hebben verweer gevoerd. Op dit verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in procedure 389897 / KG ZA 08-174
4.1. Yukos Nederland en Moravel vorderen - samengevat -:
A. (i) primair op te heffen het op 26 april 2005 in verband met de bankenvordering door (de rechtsvoorgangers van) Rosneft gelegde executoriale beslag op de aandelen in Yukos Finance;
(ii) subsidiair de executie van voornoemd beslag te schorsen;
(iii) meer subsidiair opheffing dan wel schorsing van voornoemd beslag tegen zekerheidstelling;
(iv) meest subsidiair te bepalen hoe Yukos Nederland het nog verschuldigde terzake van de bankenvordering bevrijdend kan voldoen en te bepalen dat daarna het onder (i) bedoelde beslag zal zijn opgeheven;
B. (i) primair op te heffen het executoriale beslag op de aandelen in Yukos Finance dat op 22 mei 2007 is gelegd door Rosneft in verband met de Commission Agreement;
(ii) subsidiair de executie van dit beslag te schorsen;
(iii) meer subsidiair opheffing of schorsing van dit beslag tegen zekerheidstelling;
C. Rosneft te bevelen de tenuitvoerlegging van de executoriale beslagen onmiddellijk te staken en verder Rosneft te verbieden voornoemde executoriale titels op andere wijze ten uitvoer te leggen, een en ander op straffe van een dwangsom;
D. (i) primair op te heffen alle conservatoire beslagen die zijn gelegd door het consortium, Yuganskneftegaz en/of Rosneft op bezittingen van Yukos Oil, Yukos Finance, Stichting Yukos en Yukos International en waarvoor Rosneft (thans) als beslaglegger geldt;
(ii) subsidiair deze beslagen op te heffen tegen zekerheidstelling;
E. op te heffen het conservatoire beslag van Rosneft op de Fortisrekening voor zover dit nodig is om de in het petitum bedoelde zekerheid-stellingen te realiseren of de in het petitum bedoelde betalingen te verrichten;
F. te bevelen dat Rosneft zal gehengen en gedogen dat Yukos International fondsen op de Fortisrekening van maximaal USD 875 miljoen zal gebruiken voor de vordering van Moravel;
G. Rosneft te verbieden conservatoire beslagen ten laste van Yukos Nederland te doen leggen ter verzekering van de door haar gestelde vorderingen, op straffe van een dwangsom, althans Rosneft te gebieden bij ieder verzoek tot het leggen van conservatoir beslag dit vonnis over te leggen;
H. Yukos Oil en Promneftstroy te bevelen de tenuitvoerlegging van de sub A tot en met F genoemde veroordelingen te gehengen en gedogen en zich te onthouden van iedere handeling die de tenuitvoerlegging zou kunnen frustreren, een en ander op straffe van een dwangsom.
4.2. Yukos Nederland en Moravel leggen aan de vorderingen kort gezegd ten grondslag dat Yukos Nederland ernaar streeft de thans resterende Yukos activa na betaling van de crediteuren, aan legitieme stakeholders van Yukos Oil ten goede te doen komen. Zij vrezen dat bij veiling van de aandelen van Yukos Finance niet de hoogste opbrengst zal worden gegenereerd. Stichting Yukos heeft onder meer als doel de behartiging van de belangen van crediteuren van Yukos Oil, waaronder Moravel, die niet in het Russische faillissement is voldaan. De beslagen verhinderen dat de vordering van Moravel, waarvoor executoriaal beslag op de aandelen in Yukos Finance is gelegd, betaald kan worden. Na de uitkeringen aan de overgebleven schuldeisers van Yukos Oil, zal het restant aan de (rechtmatige) aandeelhouders van Yukos Oil worden uitgekeerd. Op grond van artikel 6:30 lid 1 BW is Yukos International bevoegd de verplichtingen van Yukos Oil na te komen.
Aan de vordering tot opheffing van de beslagen leggen Yukos Nederland en Moravel, samengevat, het volgende ten grondslag:
Opheffing executoriaal beslag bankenvordering:
- De bankenvordering is geheel betaald. In totaal is volgens Yukos Nederland in Rusland USD 487.898.156,13 in het faillissement betaald, dus is - gezien de vonnissen van 17 en 24 juni 2005 van de High Court in Londen - USD 5.651.349,85 teveel betaald. In Roebels zou volgens Yukos Nederland terzake van de bankenvordering 12.711.848.886,77 aan hoofdsom zijn voldaan en 264.198.598,58 aan rente, zijnde in totaal 12.976.047.485,35. Ook door [de curator] is meegedeeld dat de vordering geheel is betaald uit de faillissementsboedel. Een en ander blijkt tevens uit het vonnis van de arbitrazh rechtbank van 12 november 2007. De rente tot op de faillissementsdatum is voldaan. Rosneft heeft zelf ook aan haar aandeelhouders meegedeeld dat al haar vorderingen op Yukos Oil geheel zijn voldaan. Onder het executoriale beslag resteert derhalve geen te betalen bedrag meer;
- Rosneft stelt thans nog USD 38.481.040,74 aan rente te vorderen te hebben, maar de vonnissen van de Engelse High Court behelzen geen veroordeling tot betaling van rente over de periode na 17 juni 2005. Overigens betwist Yukos Nederland ook dat voor deze Engelse vonnissen een geldig exequatur is verkregen;
- Een goede onderbouwing van het volgens Rosneft nog openstaande bedrag ontbreekt. Rosneft gaat in haar berekening onder meer uit van Roebels, terwijl de bankenvordering een vordering in dollars is;
- Indien er al iets zou openstaan, dan moet er rekening mee worden gehouden dat er uit het faillissement ook een bedrag van USD 7,2 miljard aan in het faillissement toegelaten “pseudo-vorderingen” is betaald. Daarnaast is een bedrag van RUR 3.688.389.075,69 meer aan Rosneft uitbetaald, dan de Russische rechter in het faillissement heeft toegelaten. Voortzetting van de executie levert in dat verband misbruik van bevoegdheid op;
- Voor zover de uitkeringen uit het Russische faillissement niet tot volledige betaling van de vorderingen van Rosneft zouden hebben geleid, zijn de vorderingen van Rosneft met de beëindiging van het faillissement teniet gegaan, aldus ook het vonnis van de arbitrazh rechtbank te Moskou van 12 november 2007. Aan Rosneft komt in dit verband geen beroep toe op het feit dat het Russische faillissement in Nederland niet erkend wordt.
Opheffing executoriaal beslag Commission Agreement-vordering:
- dit executoriale beslag dient te worden opgeheven omdat de titel - de door [de curator] afgegeven authentieke schuldbekentenis van 8 mei 2007 - gebrekkig is, onder meer omdat [de curator] gelet op het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 niet bevoegd was deze schuld te erkennen. In de akte is een bedrag aan verschuldigde rente erkend, terwijl in het Russische vonnis van 13 mei 2005 geen rente is toegewezen;
- Verder stelt Yukos Nederland dat ook deze vordering geheel uit de faillissementsboedel is voldaan. In totaal is volgens Yukos Nederland RUR 75.155.874.346,36 uit de faillissementsboedel betaald, terwijl de hoofdsom (inclusief leges) van voornoemde schuldbekentenis van RUR 62.359.604.905,92 en de rente tot aan de faillissementsdatum van RUR 12.796.269.440,44 samen op RUR 75.155.774.346,36 komen. Derhalve is RUR 100.000,- teveel betaald. [de curator] en Rosneft hebben zelf erkend dat de vorderingen van Rosneft op Yukos Oil zijn betaald en dit blijkt verder uit het vonnis van de arbitrazh rechtbank van 12 november 2007;
- De executoriale titel strekt zich niet uit tot rente die vervallen is na de faillissementsdatum. In de notariële akte wordt geen lopende rente erkend. Verder ontbreekt een goede onderbouwing van het beweerdelijk nog openstaande bedrag;
- Daarbij dient - mocht er nog iets te vorderen zijn op grond van de Commission Agreement - er rekening mee gehouden te worden dat in het Russische faillissement USD 7,2 miljard onverschuldigd is betaald;
- Ook ten aanzien van deze vordering geldt dat naar Russisch recht de vordering van Rosneft met de beëindiging van het faillissement teniet is gegaan.
Opheffing conservatoir beslag op basis van het verlof van 15 september 2005:
Yukos Nederland betwist dat dit beslag op de aandelen van Yukos Finance ten laste van Yukos Oil er nog ligt, aangezien de aanhangig gemaakte bodemprocedure in verband met de Commission Agreement in oktober 2007 is doorgehaald. Voor zover nodig vraagt Yukos Nederland opheffing van dit conservatoire beslag. De vordering zelf wordt betwist en bovendien is Rosneft geheel voldaan. Het Russische vonnis houdt geen renteveroordeling in, zodat de procedure van artikel 431 lid 2 Rv hierop niet van toepassing is. Een Nederlandse bodemprocedure voor de resterende renteclaim, die ook wordt betwist, stuit af op de forumkeuzeclausule in artikel 11.6 van de Commission Agreement. In Rusland zou een procedure hiervoor stranden, omdat op grond van het vonnis van de arbitrazh rechtbank van 12 november 2007 de restvorderingen teniet zijn gegaan.
Opheffing conservatoir beslag op aandelen en certificaten op basis van het verlof van 6 oktober 2005:
Yukos Nederland betwist onrechtmatig te hebben gehandeld jegens Yugansknefte-gaz, thans Rosneft, door de herstructurering. Het verhaal van de door Rosneft gestelde Commission Agreement-vordering is hierdoor niet gefrustreerd. Er is geen sprake van misbuik van recht of maatschappelijke onzorgvuldigheid. De crediteuren van Yukos Oil worden niet geschaad. De herstructurering diende er slechts toe een beschermingswal op te werpen tegen het onrechtmatige Russische faillissement van Yukos Oil. Yukos Nederland is bereid mee te werken aan ongedaanmaking van de certificering als Yukos Finance op bonafide wijze -waaronder de openbare verkoop op grond van artikel 474g Rv - wordt verkocht. Gelet op de reeds aan Rosneft betaalde bedragen is het niet aannemelijk dat Rosneft nog een vordering op Yukos Oil heeft. De door Rosneft gestelde restvorderingen zijn ondeugdelijk. Als er nog vorderingen zouden openstaan, zijn deze naar Russisch recht teniet gegaan met de beëindiging van het faillissement.
Opheffing conservatoir derdenbeslag Fortis Bank op basis van het verlof van 20 december 2007
Yukos Nederland herhaalt voor de opheffing van dit beslag haar hierboven naar voren gebrachte argumenten. Zij betwist met de herstructurering onrechtmatig te hebben gehandeld jegens Rosneft. Het verhaal voor de (resterende) Commission Agreement- en bankenvorderingen is niet gefrustreerd. Daarnaast zou de voorzieningenrechter ten aanzien van de bankenvordering verkeerd zijn voorgelicht, omdat hiervoor geen eis in hoofdzaak is ingesteld tegen Yukos Nederland.
Voor zover mocht worden geoordeeld dat er nog vorderingen, waarvoor conservatoir beslag is gelegd of nog wordt toegestaan, openstaan, biedt Yukos Nederland zekerheid aan (via middelen op de beslagen Fortis rekening), met een maximum van USD 293,7 miljoen.
4.3. Rosneft en Promneftstroy hebben verweer gevoerd, waarop hierna - voor zover van belang - nader zal worden ingegaan.
5. De beoordeling in beide procedures
Verstek Yukos Oil
5.1. Yukos Oil, gedaagde sub 2 in de zaak onder nummer 389897 / KG ZA 08-174, is in Rusland failliet is verklaard en vervolgens, na beëindiging van dit faillissement met ingang van 4 november 2007, geschrapt uit het Russische register van ondernemingen. Yukos Oil is dus in Rusland opgehouden te bestaan. Bij vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 is beslist dat het Russische faillissementsvonnis in Nederland niet voor erkenning in aanmerking komt. Stichting Yukos heeft ter zitting verklaard dat gelet op voornoemde omstandigheden er thans niemand is die Yukos Oil in deze procedure kan vertegenwoordigen en dat daarom Stichting Yukos de belangen van Yukos Oil waarneemt, waartoe Stichting Yukos krachtens een statutenwijziging van 14 februari 2008 bevoegd zou zijn. Zij heeft geen exemplaar van de gewijzigde statuten overgelegd. De vertegenwoor-digingsbevoegdheid van Stichting Yukos is door Promneftstroy en Rosneft betwist. Zonder kennisname van de gewijzigde statuten van Stichting Yukos kan niet worden vastgesteld of de door Stichting Yukos gestelde zaakwaarneming binnen de doelstelling van haar statuten valt. Voorts kan op voorhand niet worden uitgesloten dat Stichting Yukos en Yukos Oil tegenstrijdige belangen hebben, gelet op het feit dat ze in deze procedure respectievelijk eiseres en gedaagde zijn. Evenmin is duidelijk waarom de aandeelhouders van Yukos Oil niet in haar vertegenwoordiging voorzien. Gelet op deze onduidelijkheden kan er voorshands niet van worden uitgegaan dat Stichting Yukos uit hoofde van zaakwaarneming bevoegd is Yukos Oil te vertegenwoordigen en zal verstek worden verleend tegen Yukos Oil.
Ontvankelijkheid Yukos Nederland in zaak 389897 /KG ZA 08-174
5.2. Rosneft heeft de ontvankelijkheid van Yukos Nederland betwist, omdat Yukos Nederland geen belang zou hebben bij de door haar gevraagde voorzieningen die verband houden met vorderingen op Yukos Oil. Dit omdat Yukos Nederland hierbij geen partij maar derde is. Verder zou er geen spoedeisend belang zijn bij de vordering tot opheffing van de executoriale beslagen, omdat nog onzeker is of de executoriale verkoop wel door zal gaan.
5.3. Overwogen wordt dat Yukos Nederland crediteuren van Yukos Oil wil voldoen, met als doel de veiling van de aandelen in Yukos Finance te voorkomen. Uitgangspunt is dat Yukos Nederland hierbij belang heeft. Een veiling geeft Yukos Nederland immers geen enkele invloed op de vraag wie haar moedermaatschappij wordt. Dit geldt temeer nu moedermaatschappij Yukos Oil - in elk geval naar Russisch recht - thans niet meer bestaat, althans op dit moment niet meer vertegenwoordigd wordt, en dus niet meer voor de belangen van Yukos Nederland kan opkomen. De vraag wie nu aandeelhouder is van Yukos Finance is - gelet op het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 en het daartegen ingestelde hoger beroep - nog niet bij een in kracht van gewijsde gegane uitspraak vastgesteld, zodat ook de daardoor ontstane onzekerheid bijdraagt aan het belang van Yukos Nederland om zelf de veiling te voorkomen. Dat de veiling zoals Rosneft heeft gesteld, wellicht geen doorgang zal vinden is gelet op de beschikking van deze rechtbank van 20 december 2008 voorshands onvoldoende aannemelijk. Bovendien kan dit, zolang niet zeker is dat de executoriale verkoop inderdaad niet doorgaat, niet afdoen aan het spoedeisend belang van Yukos Nederland. Ook de omstandigheid dat partijen reeds ver gekomen waren met schikkingsonderhandelingen, maakt niet dat Yukos Nederland geen belang heeft bij de door haar gevraagde voorzieningen. Gelet op het voorgaande is Yukos Nederland hierin dan ook ontvankelijk.
De bankenvordering
5.4. Yukos Nederland heeft opheffing gevorderd van het executoriale beslag van Rosneft ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de bankenvordering. Niet betwist is dat de hoofdsom alsmede de rente tot de faillissementsdatum van Yukos Oil geheel is betaald in het Russische faillissement. Dat het Russische faillissementsvonnis niet erkend is in Nederland, doet er niet aan af dat de bedragen betaald en behouden zijn. Partijen verschillen van mening over de vraag of de executoriale titel zich uitstrekt over de rente van na de faillissements-datum. Onvoldoende aannemelijk is dat dit het geval is. In de uitspraak van de High Court in Londen van 17 juni 2005 is de rente bepaald en toegewezen tot 29 april 2005. Verder is bepaald dat de nog overeen te komen dan wel vast te stellen rente dient te worden voldaan. Deze is in het vonnis van 24 juni 2005 vastgesteld op USD 4.398.373,54 voor de periode van 29 april 2005 tot 17 juni 2005. Hieruit blijkt niet dat de rente is toegewezen voor de periode vanaf 17 juni 2005 tot aan de dag der algehele voldoening, laat staan hoe deze rente zou moeten worden berekend. Thans is er derhalve geen executoriale titel in Nederland voor de rente van na het faillissement. Het ondanks de volledige voldoening van de vordering handhaven van het executoriale beslag levert misbruik van recht op. Het executoriale beslag ter zake van de bankenvordering dient derhalve te worden opgeheven.
5.5. Er is geen grond voor de door Rosneft verzochte schorsing van deze executoriale titel in afwachting van een in Engeland aanhangig te maken procedure voor de rente van na de faillissementsdatum. Een dergelijke schorsing is strijdig met het (beslag)systeem van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Of er (nog) een rentevordering bestaat vanaf de datum van het faillissement zal immers moeten worden vastgesteld. Zolang dat niet is gebeurd kan slechts conservatoir beslag worden gelegd. Rosneft heeft hiervoor reeds een verzoek ingediend. Hiervoor wordt verwezen naar het beslagrekest in de procedure onder nummers 390987 RK 08-493. Dit conservatoire beslag zal worden toegestaan in afwachting van de uitslag van de in Engeland aanhangig te maken procedure. Partijen zijn weliswaar verdeeld over de vraag hoe naar Engels recht op deze vordering zal worden beslist, maar op de stelling van Yukos Nederland dat de Engelse rechter deze vordering zal afwijzen, gelet op de Russische faillissementsprocedure, kan niet worden vooruitgelopen. De stelling dat in het Russische faillissement bedragen onverschuldigd zijn betaald en dat deze moeten worden verrekend met een eventuele rentevordering, leent zich niet voor behandeling in kort geding. Rosneft heeft derhalve haar vordering terzake de na de faillissementsdatum vervallen rente voldoende aannemelijk gemaakt om het verlof tot het leggen van conservatoir beslag voor deze vordering te kunnen verlenen.
5.6. Gelet op het voorgaande wordt de (primaire) vordering van Yukos Nederland onder A (i) toegewezen. De subsidiaire vorderingen onder A behoeven dan ook geen behandeling meer.
De Commission Agreement-vordering
5.7. Yukos Nederland heeft verder opheffing verzocht van het executoriale beslag ter zake van de Commission Agreement-vordering, dat is gelegd op basis van de notariële akte van 8 mei 2007. Wat er ook zij van de argumenten van Yukos Nederland dat [de curator] gelet op het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 niet bevoegd was deze schuld te erkennen, ook voor deze executoriale titel geldt dat vast staat dat de hierin erkende schuld en rente (tot aan de faillissementsdatum) zijn voldaan in het Russische faillissement. Dit wordt immers door geen van de partijen betwist. Partijen verschillen met betrekking tot deze schuld wel van mening over de vraag of de executoriale titel zich ook uitstrekt over de rente die na de faillissementsdatum is vervallen. Deze vraag moet voorshands ontkennend beantwoord worden. Uit de schuldbekentenis blijkt immers niet dat ook de rente van na de faillissementsdatum, of lopende rente, wordt erkend. Ook voor dit beslag geldt dat het handhaven ervan, ondanks de volledige betaling van de vordering misbruik van recht oplevert. De vordering van Yukos Nederland onder B (i) kan derhalve worden toegewezen en de subsidiaire vorderingen onder B behoeven geen behandeling meer. Schorsing van de executoriale titel totdat (in rechte) duidelijkheid is verkregen over de verschuldigdheid van deze rente is, zoals hiervoor ook is overwogen, in strijd met het wettelijk systeem van conservatoire en executoriale beslagen.
5.8. Aangezien de vorderingen van Yukos Nederland onder A (i) en B (i) worden toegewezen, behoeft de vordering van Yukos Nederland onder C geen bespreking meer. Nu de beslagen worden opgeheven, hebben Yukos Nederland en Moravel hierbij immers geen belang meer.
5.9. Ter zake van de Commission Agreement is door Yuganskneftegaz op 15 september 2005 ook conservatoir beslag gelegd op de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance. Yukos Nederland heeft opheffing van dit conservatoire beslag gevorderd. De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
Overwogen wordt dat voor zover dit conservatoire beslag nog zou liggen, dit beslag dient te worden opgeheven, omdat de vordering waarvoor dit beslag is gelegd - met rente tot aan de faillissementsdatum - is toegewezen en voldaan in het Russische faillissement. Blijkens het beslagrekest heeft Yuganskneftegaz aan haar vordering het Russische vonnis van 13 mei 2005 (uitgegeven op 19 mei 2005) ten grondslag gelegd, waarin een bedrag van RUR 62.359.504.905,- (volgens het beslagrekest circa EUR 1,8 miljard) en van RUR 100.000,- aan staatsleges is toegewezen. Uit de vertaling van dit vonnis blijkt niet dat hierin lopende rente is toegewezen, zodat dit beslag niet geacht wordt ook gelegd te zijn ter zake van rente van na de datum van het Russische vonnis. Gelet op de volledige voldoening van deze vordering is summierlijk van de ondeugdelijkheid van de vordering gebleken. De vordering van Yukos Nederland onder D (i) tot opheffing van dit beslag kan dan ook - voor zover betrekking hebbend op dit beslag - worden toegewezen.
5.10. Rosneft heeft voor zover voornoemde rente niet onder de executoriale titel van de notariële akte zou vallen, ter zake van de Commission Agreement-vordering een nieuw verzoek tot het leggen van conservatoir beslag (390985 RK 08-491) ten laste van Yukos Oil op aandelen in Yukos Finance ingediend, een en ander voor een bedrag van USD 326.700.000,- inclusief rente en kosten, in verband met rente over de Commission Agreement-vordering van USD 251.320.594,90. Gelet op de verweren die Yukos Nederland heeft gevoerd tegen deze (resterende) rentevordering, is voorshands niet voldoende aannemelijk dat die rentevordering ooit zal worden toegewezen. Er moet immers, gelet op de inhoud van de notariële akte van 8 mei 2007, vanuit worden gegaan dat Rosneft akkoord is gegaan met het totaal bedrag van de daarin genoemde hoofdsom en rente, welke bedragen ook volledig zijn voldaan in het Russische faillissement. Niet weersproken is dat een eventuele restvordering ter zake van de na het faillissement vervallen rente in Moskou aanhangig dient te worden gemaakt. Voorshands is - ook gelet op het vonnis van de arbitrazh rechtbank te Moskou van 12 november 2007 - niet aannemelijk dat dit nog mogelijk is, zodat hiervoor ook in Nederland thans geen beslag kan worden gelegd. Het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag ter zake van de rentevordering op basis van de Commission Agreement zal derhalve worden afgewezen. Verwezen wordt hiervoor naar de heden in bovenvermeld rekestnummer gegeven beschikking.
Conservatoire beslagen ten laste van Yukos Nederland
5.11. Yukos Nederland heeft verder opheffing gevorderd van de beslagen die door (de rechtsvoorganger van) Rosneft zijn gelegd op basis van de beslagverloven van 6 oktober 2005 en 20 december 2007 ten laste van de Nederlandse Yukos entiteiten, zijnde de beslagen op de aandelen Yukos International, op certificaten van Yukos International en op de Fortis bankrekening van Yukos International. Blijkens de verzoekschriften die aan deze beslagen ten grondslag liggen, zijn de vorderingen op de Nederlandse Yukos entiteiten gebaseerd op onrechtmatig handelen door Yukos Nederland in verband met de herstructurering in 2005.
5.12. Een conservatoir beslag kan - zoals hiervoor ook is overwogen - onder meer worden opheven indien summierlijk blijkt dat de vordering ter verzekering waarvan het gelegd is ondeugdelijk is. Alle conservatoire beslagen zijn gelegd op basis van een jegens de beslaglegger beweerdelijk gepleegde onrechtmatige daad. Van een onrechtmatige daad kan alleen sprake zijn indien Rosneft schade heeft geleden door de herstructurering. Verder kan het conservatoire beslag gehandhaafd blijven, indien aannemelijk is dat een onrechtmatige daad zal worden gepleegd, waardoor Rosneft schade zal lijden. Door Yukos Nederland is al eerder om opheffing van deze beslagen verzocht. Destijds zijn deze vorderingen bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 24 november 2005 en bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 2 februari 2006 - met uitzondering van de ten laste van Yukos International gelegde beslagen - afgewezen. Thans is de situatie veranderd. De hoofdvorderingen met betrekking tot de bankenvordering en de Commission Agreement-vordering zijn in Rusland volledig voldaan in het faillissement. Kennelijk beschikte de boedel in Rusland over voldoende middelen voor volledige voldoening. De herstructurering heeft met andere woorden geen invloed gehad op de mogelijkheden van Yukos Oil om de vorderingen van Rosneft te voldoen. Niet gebleken is verder dat deze inning, gezien de notariële akte van 8 mei 2007 en de vonnissen van het Engelse High Court, door de herstructurering extra moeite heeft gekost. Daarmee is summierlijk van de ondeugdelijkheid van de op onrechtmatige daad gegronde vorderingen gebleken. Niet dan wel onvoldoende gesteld of gebleken is dat een eventuele nog in Engeland toe te wijzen rentevordering voor de rente van na de faillissementsdatum van Yukos Oil niet geïnd zal kunnen worden door de herstructurering, zodat ook ter zake daarvan geen sprake is van (dreigend) onrechtmatig handelen, dat handhaving van deze conservatoire beslagen rechtvaardigt. Rosneft heeft derhalve terzake van de herstructurering geen vordering op de Nederlandse Yukos entiteiten. Ten overvloede wordt daarbij nog vermeld dat Yukos Nederland ter zitting heeft toegezegd dat wanneer de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance zullen worden geveild, zij de huidige (stichting-)structuur zal ontmantelen, dan wel deze structuur aan de kopers van de aandelen van Yukos Finance zal overdragen, zodat de koper zelf het stichtingbestuur kan aanwijzen. Gelet op het voorgaande wordt de vordering van Yukos Nederland onder D (i), voor zover betrekking hebbend op de door (de rechtsvoorganger van) Rosneft gelegde conservatoire beslagen op basis van de beslagverloven van 6 oktober 2005 en 20 december 2007 ten laste van de Nederlandse Yukos entiteiten toegewezen. De subsidiaire vordering onder D behoeft verder geen bespreking meer, aangezien thans alle door (rechtsvoorgangers van) Rosneft gelegde conservatoire beslagen ten laste van Yukos Oil en Yukos Nederland worden opgeheven, op het hiervoor onder 5.5 genoemde nieuwe conservatoire beslag na. Ook de vordering van Yukos Nederland onder E behoeft geen bespreking meer, aangezien dit beslag reeds wordt opgeheven gelet op de omschrijving van de vordering onder D.
Verbod tot het leggen van nieuwe conservatoire beslagen
5.13. Yukos Nederland heeft onder G verzocht Rosneft op straffe van een dwangsom te verbieden conservatoire beslagen te doen leggen ten laste van Yukos Nederland voor de door haar gestelde vorderingen op Yukos Nederland. Een dergelijk algemeen geformuleerd verbod strekt te ver. Wel zal Rosneft geboden worden om, indien zij in de toekomst opnieuw conservatoir beslag wil leggen ten laste van Yukos Nederland, dit vonnis bij haar rekest over te leggen, zolang dit vonnis rechtskracht heeft, een en ander op straffe van na te melden dwangsom.
De freezing order
5.14. De opheffing van het conservatoire beslag op de Fortisrekening van Yukos International brengt gezien de New Yorkse freezing order nog niet met zich dat Yukos International vrijelijk over die rekening kan beschikken. Naar wordt begrepen heeft Yukos Nederland in dat verband haar vordering onder F in de zaak met nummer 389897 /KG ZA 08-174 ingesteld, te weten dat Rosneft zal gehengen en gedogen dat Yukos International fondsen op de Fortisrekening van maximaal USD 875 miljoen zal gebruiken om de vordering van Moravel te voldoen.
5.15. Rosneft heeft haar verweer dat Yukos Nederland niet ontvankelijk is in deze vordering, omdat dit het bestek van een kort geding ter opheffing van beslagen te buiten gaat, terwijl Rosneft, die in Rusland gevestigd is, in verband met de opheffingsvorderingen gedagvaard is op het adres van haar deurwaarder niet gehandhaafd, zodat dit verweer geen bespreking meer behoeft.
5.16. Verder hebben Rosneft en Promneftstroy in de procedure met nummer 388931 / KG ZA 08-104 - kort gezegd - gevorderd de freezing order te handhaven, omdat sprake zou zijn van (dreigend) onrechtmatig handelen jegens schuldeisers van Yukos Oil indien Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] eigenhandig over de verkoopopbrengst van de olieraffinaderij van Mazeikiu en over de deelneming in Transpetrol kunnen beschikken. Deze vordering strekt ertoe dat de baten van Yukos International niet door haar bestuurders worden aangewend voor doeleinden, waarvoor ze niet bestemd zijn.
5.17. Yukos Nederland heeft gesteld dat Promneftstroy niet ontvankelijk is in deze vordering, omdat Promneftstroy - gelet op het vonnis van deze rechtbank van 31 oktober 2007 - geen aandeelhoudster van Yukos Finance is, dan wel houdster te kwader trouw. Daarnaast heeft Yukos Nederland betoogd dat deze vordering zich niet leent voor behandeling in kort geding, omdat reeds een procedure bij de Ondernemingskamer aanhangig is, waarin onmiddellijke voorzieningen kunnen worden gevorderd. Verder betwist Yukos Nederland dat er sprake is van dreigend onrechtmatig handelen jegens Rosneft en Promneftstroy.
5.18. De rechter te New York heeft aan zijn handhaving van de freezing order de voorwaarde verbonden dat uiterlijk op 21 januari 2008 hierover een oordeel van de Nederlandse rechter wordt gevraagd. Partijen hebben ervoor gekozen hiervoor de voorzieningenrechter te Amsterdam om een oordeel te vragen. Partijen zijn dan ook ontvankelijk in hun vordering.
5.19. De vorderingen in beide procedures lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling. Partijen zijn verdeeld over de vraag of het tegoed op de rekening van de Fortis Bank ten name van Yukos International daarop moet blijven staan of dat dit tegoed gedeeltelijk mag worden aangewend tot betaling van de opeisbare vordering van Moravel op Yukos Oil, waarvoor executoriaal beslag op de aandelen van Yukos Finance is gelegd. Voorop staat dat het bestuur van een vennootschap in beginsel bepaalt wat met de baten van de vennootschap moet gebeuren, mits het bestuur daarbij blijft binnen de doelstelling van de vennootschap en handelt in het belang van de vennootschap. Dit brengt mee dat het bestuur kan besluiten om een schuld van een tot de groep behorende vennootschap te voldoen, indien een dergelijke voldoening in haar belang is en zij door die betaling haar eigen crediteuren niet benadeelt. In dit geval wenst Yukos International uit de haar in eigendom toebehorende baten de schuld van Yukos Oil aan Moravel te voldoen. Zoals hiervoor onder 5.3 reeds overwogen, heeft Yukos International belang bij die betaling, omdat zij daardoor de veiling van de aandelen van Yukos Finance kan voorkomen. Moravel is immers, na opheffing van de executoriale beslagen van Rosneft, de enige crediteur van Yukos Oil met een executoriale titel en een op grond daarvan gelegd executoriaal beslag. Voorts heeft Yukos International onweersproken gesteld dat door die betaling geen crediteuren van haar benadeeld worden.
Rosneft heeft zich tegen die betaling verzet, aanvoerend dat zij als schuldeiser van Yukos Oil zich kan verhalen op de aandelen in Yukos Finance en dat zij er daarom belang bij heeft dat de baten in Yukos International ter beschikking blijven van de schuldeisers van Yukos Oil. Uitgangspunt is dat alle in het verleden door Rosneft gelegde beslagen op die aandelen worden opgeheven als gevolg van de voldoening van de vorderingen waarvoor ze zijn gelegd. Indien zou blijken dat Promneftstroy eigenares van de aandelen in Yukos Finance is geworden, kan een eventueel na die verkrijging op de aandelen gelegd beslag niet ten nadele van Promneftstroy strekken. In dat geval ontbreekt bij Rosneft ieder belang om zich tegen betaling van Moravel te verzetten. Voor zover zou blijken dat Rosneft nog een vordering op Yukos Oil heeft uit hoofde van na de faillissementsdatum vervallen rente op de bankenvordering, dat van verrekening met een te hoge uitkering in het faillissement geen sprake is en dat deze vordering op de aandelen verhaald kan worden, dan nog hoeft dit niet aan voldoening van Moravel in de weg te staan. Het tegoed bij de Fortis Bank is immers voldoende om ook na voldoening van Moravel die eventuele vordering van Rosneft te voldoen, indien dit tegoed ter beschikking van de schuldeisers blijft. Ook in dat geval heeft Rosneft geen belang bij haar verzet tegen voldoening van de schuld van Moravel. Hierbij is van belang dat ter zitting door Yukos Nederland is verklaard dat de vorderingen van andere groepsmaatschappijen, waarvoor conservatoir beslag is gelegd op die aandelen, met hun instemming zullen worden achtergesteld bij de vordering van Rosneft. Rosneft heeft zelf ter zitting verklaard dat deze vorderingen niet serieus genomen kunnen worden en dat met het bestaan van die vorderingen geen rekening behoort te worden gehouden. Ten aanzien van het na de betaling aan Moravel resterende tegoed zal hierna worden beslist. Het standpunt van Rosneft wordt derhalve verworpen.
5.20. Promneftstroy heeft tegen betaling van Moravel uit het tegoed het volgende verweer gevoerd. Enerzijds stelt zij zich op het standpunt dat de baten van Yukos International toekomen aan de crediteuren van Yukos Oil en daarom voor die crediteuren bewaard moeten blijven, anderzijds meent zij dat het bestuur van Yukos International schandelijk zou handelen door een crediteur van Yukos Oil te willen betalen. Dit verweer is niet te volgen en wordt daarom buiten beschouwing gelaten.
Daarnaast stelt Promneftstroy dat zij er als eigenaar van de aandelen van Yukos Finance belang bij heeft dat de baten in Yukos International zo groot mogelijk zijn.
Indien Promneftstroy geen eigenares van de aandelen is geworden, heeft zij geen belang bij haar verzet. Voor dat geval heeft zij weliswaar aangevoerd dat zij dan een vordering op Yukos Oil heeft voor de door haar onverschuldigd betaalde koopprijs voor de aandelen, maar het bestaan van zo’n vordering komt voorshands onaannemelijk voor. Zij heeft immers zelf gesteld dat de koopprijs zo laag was, omdat bekend was dat er executoriale beslagen op de aandelen lagen, zodat voor haar duidelijk moet zijn geweest dat het verkrijgen van de eigendom uiterst onzeker was. Bovendien was zij op de hoogte van de voor deze rechtbank aanhangige procedure en het daarin door Yukos Nederland ingenomen standpunt ten aanzien van de bevoegdheid van de curator [de curator]. Het is dan ook voorshands aannemelijk dat, zoals Yukos Nederland heeft betoogd, de bodemrechter zal oordelen dat Promneftstroy willens en wetens het risico genomen heeft dat zij de eigendom niet zou verkrijgen en dat dit risico in de door haar betaalde prijs was verdisconteerd. Het zich verwezenlijken van dit risico levert dan geen vordering jegens Yukos Oil op. Voor zover zij meent dat zij hierdoor een vordering op de inmiddels afgewikkelde faillissementsboedel heeft zal zij zich in Rusland tot de curator dan wel die boedel moeten wenden.
Indien zou blijken dat Promneftstroy wel de eigendom heeft verkregen, dan geldt het volgende. Tussen partijen is niet ter discussie dat in het faillissement van Yukos Oil in Rusland alle daarin erkende crediteuren zijn voldaan. In Nederland hebben zich behalve Moravel en Rosneft geen andere crediteuren gemeld dan twee groepsmaatschappijen, die kennelijk bereid zijn hun vordering achter te stellen aan de vordering van Moravel en mogelijk ook aan een eventuele vordering van Rosneft. Promneftstroy moet zich verhaal van de vordering van Moravel op de aandelen laten welgevallen. Het executoriale beslag is immers voor de verkrijging van de aandelen gelegd en het bestaan ervan was haar ten tijde van die verkrijging bekend. Hieruit volgt dat het ook in haar belang is om de veiling te voorkomen. Dat dit zo is blijkt ook uit het feit dat zij zelf al in onderhandeling was met Moravel en de aandeelhouder van Yukos Oil over de voldoening van Moravel uit het tegoed bij de Fortisbank. Voor haar verzet in deze procedure tegen voldoening van de vordering van Moravel heeft zij dan ook geen goede reden aangevoerd.
Conclusie is gelet op het voorgaande dat het voor Yukos International mogelijk dient te zijn om de vordering van Moravel van maximaal USD 875 miljoen te voldoen. De vordering van Yukos Nederland onder F wordt derhalve toegewezen. In zoverre kan aan Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] ook niet verboden worden om over de Fortisrekening te beschikken.
5.21. Blijft over de vraag of er grond bestaat om het na voldoening van de vordering van Moravel resterende tegoed verder te bevriezen en om Yukos International te verbieden verdere vermogensbestanddelen te verkopen.
5.22. Het bestuur van de vennootschap is, al dan niet na voorafgaande toestemming van de aandeelhouders, het bevoegde orgaan om te beslissen of vermogensbestanddelen moeten worden verkocht. In dit geval is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat het bestuur van Yukos International voor die taak niet geschikt is of niet in het belang van de vennootschap zou handelen. De aandeelhouder van Yukos International, Stichting Yukos, heeft tegen het handelen van het bestuur geen enkel bezwaar geuit. Het door Rosneft en Promneftstroy gevraagde verbod tot verkoop van de deelneming in Transpetrol wordt derhalve afgewezen. Wel wordt in de omstandigheid dat nog niet zeker is wie de aandeelhouder is van Yukos Finance en daarmee, al dan niet via Stichting Yukos, eigenaar van Yukos International, aanleiding gevonden om Yukos International te bevelen de opbrengst van eventueel te verkopen activa te storten op de Fortisrekening en dit samen met het restant tegoed na betaling van Moravel, op die rekening te laten staan, totdat is beslist wie als aandeelhouder van Yukos Finance moet worden aangemerkt en deze aandeelhouder kan beslissen wat met de tegoeden moet gebeuren, dan wel in een bodemprocedure hierover een beslissing wordt gegeven. Het door Rosneft en Promneftstroy gevorderde bevel wordt in zoverre toegewezen evenals de door Rosneft en Promneftstroy in verband met het bevel gevorderde dwangsom, een en ander als na te melden.
5.23. Yukos Nederland heeft nog gevorderd dat het haar wordt toegestaan om ten laste van het tegoed op de Fortisrekening zekerheid te stellen voor vorderingen van Rosneft, waarvoor een conservatoir beslag niet wordt opgeheven, dan wel verlof daartoe wordt verleend.
Nu alle conservatoire beslagen worden opgeheven gaat het alleen nog om de vraag of ten laste van dat tegoed zekerheid mag worden gesteld voor de rentevordering, waarvoor heden bij beschikking verlof tot het leggen van beslag op de aandelen van Yukos Finance wordt verleend.
Indien de overdracht van die aandelen aan Promneftstroy rechtsgeldig zou zijn, dan kan Rosneft haar vordering niet op die aandelen verhalen, aangezien het beslag dan is gelegd na de verkoop en levering van die aandelen. In zoverre verschilt de vordering van Rosneft met die van Moravel, die immers haar vordering wel op die aandelen kan verhalen. Zekerheidstelling ten laste van het tegoed zou dan ten nadele van Promneftstroy werken.
Indien Rosneft haar vordering wel op de aandelen kan verhalen, dan heeft zij er, net als alle andere schuldeisers van Yukos Oil, belang bij dat de opbrengst zo hoog mogelijk is en dat vervolgens uit die opbrengst de schuldeisers van Yukos Oil kunnen worden voldaan. Het toestaan van zekerheidstelling ten laste van het tegoed zou Rosneft in een gunstiger positie brengen dat de andere schuldeisers. Hiervoor is geen aanleiding. Yukos Nederland heeft bovendien geen belang bij deze vordering aangezien aan Yukos International niet wordt toegestaan over het tegoed op de Fortisrekening te beschikken, anders dan ter voldoening van Moravel.
Vordering Yukos Nederland onder H
5.24. Yukos Nederland heeft belang bij de door haar onder H gevraagde voorziening, gelet op de houding van Promneftstroy en gelet op de omstandigheid dat Promneftstroy tot op heden ieder middel heeft aangewend om betaling aan Moravel te voorkomen. Niet ondenkbaar is immers dat Promneftstroy ook na dit vonnis bijvoorbeeld door het leggen van beslag op de Fortisrekening zal trachten de betaling aan Moravel te voorkomen. De vordering zal - gelet op het grote belang dat hiermee gemoeid is - worden toegewezen met de gevorderde dwangsom, die zal worden gemaximeerd tot een bedrag van EUR 900.000.000,-. De vordering wordt ook ten opzichte van Yukos Oil toegewezen, aangezien tegen Yukos Oil verstek wordt verleend en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Proceskosten
5.25. In de procedure onder nummer 389897 /KG ZA 08-174 zullen Rosneft en Promneftstroy, als grotendeels in het ongelijk gestelde partijen, worden veroordeeld in de proceskosten van Yukos Nederland, alsmede in de kosten van de aan de zijde van Yukos Nederland gevoegde partij Moravel. De kosten aan de zijde van Yukos Nederland worden in deze procedure tot op heden gesteld op:
- dagvaarding EUR 71,80
- herstelexploot 71,80
- vast recht 254,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.213,60
De kosten aan de zijde van Moravel worden in deze procedure tot op heden gesteld op:
- vast recht 254,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.070,00
5.26. In de procedure onder nummer 388931 / KG ZA 08-104 worden de proceskosten gecompenseerd als na te melden nu partijen over en weer deels in het gelijk en het ongelijk zijn gesteld.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
In de procedure onder nummer 388931 / KG ZA 08-104:
6.1. beveelt Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] de opbrengsten van de verkoop van de olieraffinaderij Mazeikiu Nafta en de 49% deelneming in Transpetrol op een afzonderlijke rentedragende bankrekening ten name van Yukos International te storten en te houden en daarover niet te beschikken, met uitzondering van de betaling door Yukos International van de vordering van Moravel tot een bedrag van maximaal USD 875.000.000,-, totdat daarover bij in kracht van gewijsde gegaan of uitvoerbaar bij voorraad gegane uitspraak van een Nederlandse rechterlijke instantie anders is beslist;
6.2. bepaalt dat Yukos International, [bestuurder A] en [bestuurder B] voor iedere keer dat zij in strijd handelen met het onder 6.1 bepaalde, aan Rosneft en Promneftstroy een dwangsom verbeuren van EUR 10.000.000,-;
6.3. compenseert de proceskosten in deze procedure aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.4. verklaart het vonnis in deze procedure uitvoerbaar bij voorraad;
6.5. wijst af het meer of anders gevorderde.
In de procedure onder nummer 389897 /KG ZA 08-174:
6.6. verleent verstek tegen Yukos Oil;
6.7. heft op het door (de rechtsvoorganger van) Rosneft op 26 april 2005 gelegde beslag ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de bankenvordering, dat krachtens de beschikking van deze rechtbank van 1 juli 2005 is overgegaan in een executoriaal beslag;
6.8. heft op het door Rosneft op 22 mei 2007 gelegde executoriale beslag ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de Commission Agreement-vordering;
6.9. heft op het door (de rechtsvoorganger van) Rosneft krachtens verlof van 15 september 2005 op diezelfde datum gelegde conservatoire beslag ten laste van Yukos Oil op de aandelen in Yukos Finance ter zake van de Commission Agreement;
6.10. heft op de door (de rechtsvoorganger) van Rosneft op 7 oktober 2005 gelegde conservatoire beslagen op basis van het beslagverlof van 6 oktober 2005 ten laste van Yukos Finance en Stichting Yukos op de aandelen in Yukos International en op de certificaten van Yukos International;
6.11. heft op het door Rosneft op 21 december 2007 gelegde conservatoire derdenbeslag onder de Fortis Bank ten laste van Yukos International op basis van het beslagverlof van 20 december 2007;
6.12. beveelt dat Rosneft zal gehengen en gedogen dat Yukos International fondsen op de Fortis rekening van maximaal USD 875.000.000,- zal aanwenden ter voldoening van de vordering van Moravel;
6.13. gebiedt Rosneft om telkens indien zij verlof vraagt voor het leggen van conservatoir beslag ten laste van Yukos Nederland, dan wel ten laste van één of meerdere van de Nederlandse Yukos entiteiten, dit vonnis mede over te leggen, op straffe van een aan Yukos Nederland te verbeuren dwangsom van EUR 50.000.000,- per overtreding van dit gebod;
6.14. beveelt dat Yukos Oil en Promneftstroy de onder 6.1 en 6.12 van dit vonnis genoemde betaling van de Fortisrekening aan Moravel zullen gehengen en gedogen en zich zullen onthouden van iedere handeling die tenuitvoerlegging zou kunnen frustreren, op straffe van een aan Yukos Nederland te verbeuren dwangsom van EUR 50.000.000,- voor iedere overtreding van dit bevel met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van EUR 900.000.000,-;
6.15. veroordeelt Rosneft en Promneftstroy in de proceskosten van Yukos Nederland en Moravel tot op heden begroot op respectievelijk EUR 1.213,60 en EUR 1.070,-;
6.16. verklaart het vonnis in deze procedure uitvoerbaar bij voorraad;
6.17. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.Y.C. Poelmann, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C. Neve, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2008.?