ECLI:NL:RBAMS:2008:BC6132

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-525315-07
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in overvalzaak op de Centrale Bibliotheek van Amsterdam

In de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een overval op de Centrale Bibliotheek van Amsterdam, heeft de rechtbank Amsterdam op 4 maart 2008 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor het wegnemen van een kluis met daarin een aanzienlijk geldbedrag, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen beveiligingsmedewerkers aan de orde waren. Tijdens de zitting op 19 februari 2008 heeft de rechtbank het bewijs tegen de verdachte zorgvuldig gewogen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het primair tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Dit betekende dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte feitelijke zeggenschap had over de kluizen, aangezien hij de sleutel van zijn garagebox aan een medeverdachte had overgedragen. De rechtbank merkte op dat de medeverdachte en anderen zonder medeweten van de verdachte de kluizen in de garagebox hadden geplaatst. De verdachte had weliswaar later kennisgenomen van de aanwezigheid van de kluizen, maar dit was niet voldoende om hem te veroordelen. De rechtbank verklaarde het tenlastegelegde niet bewezen en sprak de verdachte vrij. Tevens werd vastgesteld dat de benadeelde partijen, waaronder beveiligers en Vroom en Dreesmann Warenhuizen BV, niet-ontvankelijk waren in hun vorderingen, aangezien de feiten niet bewezen waren. De benadeelde partijen konden hun vorderingen enkel bij de burgerlijke rechter indienen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/ 525315-07
Datum uitspraak: 4 maart 2008
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2008.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding. De tenlastelegging is als bijlage aan het vonnis toegevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht met de officier van justitie het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht – anders dan de officier van justitie – het onder subsidiair tenlastegelegde feit eveneens niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte ook daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hieromtrent dat voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde heling allereerst noodzakelijk is dat komt vast te staan dat verdachte de kluizen voorhanden heeft gehad en derhalve dat hij feitelijke zeggenschap over deze kluizen heeft gehad. Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting moet echter worden aangenomen dat verdachte de sleutel van zijn garagebox aan zijn neef en medeverdachte [betrokkene 1] heeft overgedragen en dat de kluizen door [betrokkene 1] en een of meer van diens mededaders zonder medeweten van verdachte – althans van dit medeweten ten aanzien van de buitgemaakte kluizen is niet gebleken – in de garagebox zijn geplaatst. Dat verdachte enige tijd later alsnog ermee bekend is geworden dat buitgemaakte kluizen in de garagebox waren geplaatst, doet hieraan niets af. Hierbij merkt de rechtbank nog op dat enkele telefoongesprekken tussen verdachte en [betrokkene 1] er op duiden dat verdachte aandringt op het retourneren van de sleutel en het zo spoedig mogelijk doen weghalen van de kluizen uit de box.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
Verklaart het telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van de benadeelde partijen
Nu de telastegelegde feiten niet bewezen zijn, zijn de benadeelde partijen [beveiliger 1], [beveiliger 2], [beveiliger 3] en Vroom en Dreesmann Warenhuizen BV in hun vorderingen niet-ontvankelijk. De benadeelde partijen kunnen die slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.M.J. Quaedvlieg, voorzitter,
mrs. J.H.M. van de Ven en E.A.W. Schippers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Loots, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 maart 2008.
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 27 augustus 2007 te Amsterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen in/uit de Centrale Bibliotheek (perceel
Oosterdokskade 143) een kluis met daarin ongeveer 13000 euro en/of in/uit
restaurant La Place (perceel Oosterdokskade 145-147) een kluis met daarin
41573 euro in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan respectievelijk de Centrale Bibliotheek en/of Vroom & Dreesman, in elk
geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te
weten een bedrijfssleutel,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen een of meer beveiligingsmedewerkers van de firma
Master Security ( te weten [beveiligingsmedewerkers]), gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en), dat hij, verdachte en/of zijn mededaders opzettelijk
geweldadig en/of dreigend
(zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) bivakmutsen, althans
(donkere) kleding droeg(en), teneinde herkenning te voorkomen en/of schrik an
te jagen)
- een pistool, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
heeft/hebben getoond/voorgehouden aan en/of gericht op die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3]
en/of [beveiliger 2]
en/of
- tegen die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/of [beveiliger 2] heeft/hebben gezegd/gevraagd "Ik wil
geld" en/of dat zij op de grond moesten gaan liggen en/of dat zij niet mochten
kijken;
en/of
(vervolgens) die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/of [beveiliger 2] (onder dreiging van een
pistool, in elk geval een op een vuurwapen gelijk voorwerp) heeft/hebben
gedwongen, althans bewogen mee te lopen naar een ander vertrek (magazijn)
en/of
(vervolgens) in genoemd vertrek tegen die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/ [beveiliger 2]
heeft/hebben gezegd dat zij op hun buik moesten gaan liggen en/of dat zij
zich rustig moesten houden en/of dat zij geen aangifte moesten doen , anders
werden zij doodgeschoten en/of "Als jullie iets proberen schieten wij door
jullie kop, althans een of meer van dergelijke dreigende woorden
en/of
de ogen en/of oren en/of mond van die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/of [beveiliger 2]
heeft/hebben dicht getaped en/of
de handen en/of enkels van die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/of [beveiliger 2] met tape
heeft/hebben vastgebonden
en/of
de (broek)zakken van die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/[beveiliger 2] heeft/hebben doorzocht
en/of leeggehaald
en/of
tegen die [beveiliger 1] en/of [beveiliger 3] en/ [beveiliger 2] heeft/hebben gezegd dat zij zich rustig
moesten houden en/of dat zij geen aangifte moesten doen , anders werden zij
doodgeschoten en/of "Als jullie iets proberen schieten wij door jullie kop,
althans een of meer van dergelijke dreigende woorden
en/of
de (toegangs)deur van dat vertrek op slot heeft/hebben gedaan
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2007 tot en met 4 september
2007 te Uitgeest, in elk geval in Nederland, 2, althans een of meer kluizen
(met inhoud) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten
tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans
redelijkerwijze had kunnen vermoeden dat het (een) door diefstal in elk geval
(een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(artikel 416 jo 417 bis Wetboek van strafrecht)