ECLI:NL:RBAMS:2008:BC3566
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in het kader van de Flora- en faunawet door Stichting Greenpeace Nederland
Op 30 januari 2008 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de Stichting Greenpeace Nederland een verzoek tot voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek was gericht op het stilleggen van bepaalde (bouw)werkzaamheden die volgens Greenpeace in strijd zijn met de Flora- en faunawet. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening gedeeltelijk toegewezen, maar het gedeelte dat betrekking had op de stillegging van de werkzaamheden is afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen besluit was waartegen bezwaar of beroep kon worden ingesteld, waardoor de bestuursrechter onbevoegd was om te oordelen over de stillegging. Het verzoek diende in plaats daarvan behandeld te worden in een civiele kortgedingprocedure.
De zaak kwam voort uit een verzoek van Greenpeace aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om handhavend op te treden tegen E.ON Benelux N.V. voor werkzaamheden die zonder de vereiste ontheffing waren gestart. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de Minister vóór 1 februari 2008 om 17.00 uur moest beslissen op het verzoek tot handhaving van Greenpeace. De rechter heeft daarbij overwogen dat er onvoldoende aanleiding was om het bezwaar van Greenpeace als prematuur te beschouwen en dat er geen spoedeisendheid was om de werkzaamheden stil te leggen.
De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. V.M. Behrens, griffier. Tegen deze uitspraak staan geen rechtsmiddelen open. De uitspraak is gepubliceerd op 5 april 2013 en is te vinden op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:RBAMS:2008:BC3566.