ECLI:NL:RBAMS:2008:BC2664
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Zelfmoord en de uitsluiting van uitkering bij overlijdensrisicoverzekering
In deze zaak gaat het om een overlijdensrisicoverzekering waarbij de uitkering bij zelfmoord in de eerste twee jaar na aanvang van de verzekering was uitgesloten. De verzekerde, [B], heeft zelfmoord gepleegd door zich op te hangen. De eiseres, [A], is de begunstigde van de verzekering en vordert betaling van de verzekerde som van EUR 480.000,-. De verzekeraar, Legal & General, heeft de dekking geweigerd op basis van de polisvoorwaarden die zelfmoord uitsluiten binnen de eerste twee jaar. Partijen zijn het erover eens dat voor zelfmoord in de zin van de polis sprake moet zijn van een opzettelijke en welbewuste keuze van de verzekerde. De rechtbank overweegt dat, hoewel het aannemelijk is dat [B] zich opzettelijk van het leven heeft beroofd, dit niet kan worden vastgesteld zonder rekening te houden met zijn geestelijke toestand op het moment van overlijden. Uit psychiatrische rapportage blijkt dat [B] leed aan een ernstige psychotische depressie, wat zijn keuze voor de dood kan hebben beïnvloed. De rechtbank oordeelt dat het nog niet bewezen is dat er sprake was van zelfmoord in de zin van de polis en staat Legal & General toe om bewijs te leveren dat [B] in staat was zijn wil te bepalen op het moment van zijn overlijden. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor verdere bewijslevering.