Uitspraak
s
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
(HR22 januari 1982, NJ 1982, 489).
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert eiseres dat gedaagde wordt veroordeeld om alles te doen wat nodig is voor een rabbinale echtscheiding. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde onrechtmatig handelt door zijn medewerking aan deze echtscheiding te weigeren. Eiseres en gedaagde zijn sinds 1993 gehuwd en hebben twee kinderen. De burgerlijke echtscheiding is in 2005 uitgesproken, maar het joods kerkelijk huwelijk is nog niet ontbonden. Gedaagde heeft in eerdere correspondentie aangegeven pas medewerking te verlenen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, zoals de afwikkeling van financiële kwesties en omgangsregelingen met de kinderen. De voorzieningenrechter stelt vast dat gedaagde in zijn weigering onrechtmatig handelt, omdat dit eiseres belemmert in haar levensmogelijkheden, met name in het aangaan van een nieuw joods huwelijk. De rechter beveelt gedaagde om binnen vier weken te verschijnen voor het rabbinaat en te voldoen aan de eisen voor de rabbinale echtscheiding. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde in gebreke blijft. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.