ECLI:NL:RBAMS:2007:BC6262
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Bade
- T. van Muijden
- M.L. van Emmerik
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de herkeuring van een gehandicaptenparkeerkaart en de motiveringseisen voor de afwijzing
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 21 december 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart. Eiser, die sinds 9 maart 1996 in het bezit is van een dergelijke kaart, heeft in beroep aangevoerd dat de herkeuring onterecht was en dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze noodzakelijk was. Eiser stelt dat hij destijds is geïnformeerd dat hij niet meer hoefde te worden herkeurd, wat op de parkeerkaart was vermeld met de letters 'GH' voor 'Geen Herkeuring'. De rechtbank oordeelt dat er geen verbetering in de medische gesteldheid van eiser is aangetoond en dat de gewijzigde regelgeving geen verzwaring van de eisen met zich meebrengt.
De rechtbank benadrukt dat aan de beoordeling door verweerder een verzwaarde motiveringseis dient te worden gesteld. Dit houdt in dat verweerder een vergelijking moet maken tussen de oude en nieuwe medische situatie van eiser. De rechtbank constateert dat deze vergelijking ontbreekt in de adviezen van de keuringsartsen en in de besluitvorming. Bovendien blijkt niet dat verweerder heeft geprobeerd om oude medische gegevens op te vragen, wat de zorgvuldigheid van de procedure in twijfel trekt.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verklaart het beroep gegrond. Verweerder moet binnen zes weken na de uitspraak een nieuwe beslissing nemen op de bezwaren van eiser, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank. Tevens wordt bepaald dat het door eiser gestorte griffierecht van € 143,- aan hem wordt vergoed.