ECLI:NL:RBAMS:2007:BC0339

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
362841
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in een bemiddelingsovereenkomst voor uitzendkrachten

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, staat de toepasselijkheid van algemene voorwaarden centraal in een geschil tussen Dactylo Uitzendbureau B.V. en De Beulacke B.V. De rechtbank oordeelt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de bemiddelingsovereenkomst tussen partijen. De zaak betreft een vordering van Dactylo tot betaling van een bedrag van EUR 4.538,28, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, die voortvloeien uit de bemiddeling van een uitzendkracht. De rechtbank stelt vast dat De Beulacke de algemene voorwaarden heeft ontvangen en akkoord is gegaan met de inhoud ervan, wat de basis vormt voor de vordering van Dactylo. De rechtbank wijst erop dat de opdracht tot bemiddeling van een vervanger voor een uitzendkracht niet als een voortgezette opdracht kan worden beschouwd, maar dat de algemene voorwaarden ook op deze nieuwe opdracht van toepassing zijn. De Beulacke heeft aangevoerd dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn wegens niet ter handstelling, maar dit verweer wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank laat Dactylo toe tot bewijslevering om aan te tonen dat de indiensttreding van de uitzendkracht bij De Beulacke door haar bemiddeling tot stand is gekomen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 362841 / HA ZA 07-476
Vonnis van 21 november 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DACTYLO UITZENDBUREAU B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
procureur mr. B.J.H. Crans,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE BEULACKE B.V.,
gevestigd te Vollenhove, gemeente Steenwijkerland,
gedaagde,
procureur mr. E.S. Lassche.
Partijen zullen hierna Dactylo en De Beulacke genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 februari 2007, met bewijsstukken;
- de conclusie van antwoord, met één bewijsstuk;
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 11 april 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast die op 21 september 2007 heeft plaatsgevonden en het daarvan opgemaakte proces-verbaal, met het daarin vermelde stuk.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de overgelegde bewijsmiddelen, staat in deze zaak het volgende vast:
a. In maart 2006 heeft De Beulacke aan Dactylo opdracht gegeven tot het werven en selecteren van een flexwerker voor de functie van zelfstandig werkende kok.
b. Dactylo heeft A bij De Beulacke voorgesteld. Op 27 maart 2006 is A als kok bij De Beulacke aan het werk gegaan. In de door beide partijen ondertekende opdrachtvestiging tot terbeschikkingstelling van A van 23 maart 2006 is ondermeer bepaald:
“Op deze opdracht zijn Algemene Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van Uitzendkrachten tussen partijen van toepassing. De Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd onder nr. 156/2001 dd. 5 september 2001 ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Opdrachtgever verklaart een exemplaar van de Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen, hiervan kennis te hebben genomen en akkoord te zijn met de inhoud.”
c. De Algemene Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van Uitzendkrachten (hierna: de algemene voorwaarden) luiden voor zover hier van belang:
“[...]
Artikel 1 Toepasselijkheid
a. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, opdrachten en overeenkomsten van bij de ABU aangesloten uitzendondernemingen voor zover een en ander betrekking heeft op het ter beschikking stellen van uitzendkrachten aan opdrachtgevers als omschreven in artikel 7:690 Burgerlijk Wetboek.
[...]
Artikel 2 Definities
[...]
a. Opdracht: de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de uitzendonderneming op grond waarvan (en in zoverre telkens) een enkele uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld – daaronder mede begrepen de overeenkomst die wordt voortgezet door terbeschikkingstelling van een vervangende uitzendkracht – om onder diens toezicht en leiding arbeid te verrichten, zulks tegen betaling van het opdrachtgeverstarief.
[...]
Artikel 4 Het aangaan van een arbeidsverhouding met een uitzendkracht
[...]
b. Voor het bepaalde in dit artikel wordt onder uitzendkracht tevens verstaan:
• de aspirant-uitzendkracht die bij de uitzendonderneming is ingeschreven;
• de (aspirant-)uitzendkracht die is voorgesteld aan de opdrachtgever;
• de uitzendkracht wiens terbeschikkingstelling minder dan drie maanden voor het aangaan van de arbeidsverhouding met de opdrachtgever is geëindigd.”
[...]
g. Indien een uitzendkracht door tussenkomst van de uitzendonderneming aan een mogelijke opdrachtgever is voorgesteld en deze mogelijke opdrachtgever met die uitzendkracht een arbeidsverhouding aangaat voor dezelfde of een andere functie voordat de terbeschikkingstelling tot stand komt, is deze mogelijke opdrachtgever een vergoeding verschuldigd van 20% van het opdrachtgeverstarief, dat voor de betrokken uitzendkracht van toepassing zou zijn geweest over een periode van zes maanden, indien de terbeschikkingstelling tot stand zou zijn gekomen. De opdrachtgever is deze vergoeding altijd verschuldigd indien de opdrachtgever in eerste instantie door tussenkomst van de uitzendonderneming in contact is gekomen met de uitzendkracht.
[...]
Artikel 16 Betaling en gevolgen wanbetaling
a. De opdrachtgever is te allen tijde gehouden elke door de uitzendonderneming ingediende nota binnen veertien kalenderdagen na factuurdatum te voldoen. Indien een nota niet binnen deze periode is betaald, is de opdrachtgever vanaf dan zonder ingebrekestelling van rechtswege in verzuim en een rente van 1% per maand verschuldigd, waarbij een deel van een maand tot een volle maand wordt gerekend.
[...]
e. Alle kosten van inning komen geheel voor rekening van de opdrachtgever. De vergoeding voor buitengerechtelijke kosten worden gefixeerd op 15% van de verschuldigde hoofdsom inclusief rente met een minimum van ƒ 500,- c.q. € 226,89 per vordering. Deze vergoeding zal steeds, zodra rechtsbijstand door de uitzendonderneming of door de derde die tot de betaling gerechtigd is, is ingeroepen respectievelijk de vordering door de uitzendonderneming ter incasso uit handen is gegeven, zonder enig nader bewijs in rekening worden gebracht en door de opdrachtgever verschuldigd zijn.
[...]”
d. Op 18 april 2006 heeft De Beulacke Dactylo verzocht op zoek te gaan naar een vervanger voor A, nu A zijn werkzaamheden voor De Beulacke had gestaakt. De Beulacke heeft daarbij aangegeven vanwege de tijdsdruk ook zelf op zoek te gaan.
e. Naar de rechtbank begrijpt heeft A. B van Dactylo dezelfde dag met De Beulacke gebeld over een mogelijke kandidaat, C.
f. D van De Beulacke had C zelf ook via werk.nl gevonden. Zij heeft dit B medegedeeld en het cv van C op zijn verzoek naar hem toegestuurd.
g. C is ’s middags bij De Beulacke op gesprek geweest. Op 25 april 2006 is hij bij De Beulacke in dienst getreden.
h. Op 24 mei 2006 heeft Dactylo een factuur voor een bedrag van EUR 4.538,28 (inclusief BTW) naar De Beulacke gestuurd die onbetaald is gebleven.
i. Een door De Beulacke overgelegde schriftelijke verklaring van C van 23 maart 2007 vermeldt ondermeer:
“Dinsdag 18 april 2006 ben ik door De Beulacke uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Zij hadden mijn cv zien staan op werk.nl. Dezelfde middag ben ik op gesprek geweest. Ook ben ik dinsdag 18 april 2006 gebeld door Dactylo, meneer E. Hij had ook mijn cv op werk.nl gevonden en zocht een kok voor een restaurant. Meneer E vroeg of ik op gesprek wilde komen om kennis te maken. Ik stond en sta niet ingeschreven bij Dactylo. Ik ben hier bijna direct heen gegaan en heb een kort gesprek gehad met meneer E, ongeveer een kwartier. In dit gesprek hebben we mijn cv, huidige baan en eventuele beschikbaarheid besproken. Aan het eind van het gesprek hebben we afgesproken dat hij mij zou voorstellen aan het betreffende bedrijf en dat hij eventueel een afspraak voor me zou maken. Achteraf bleek het om De Beulacke te gaan die mij al gebelt hadden. [...]”
3. Het geschil
3.1. Dactylo vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van De Beulacke tot:
- betaling van EUR 4.538,28, primair vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand op grond van artikel 16a van de algemene voorwaarden, subsidair met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vanaf 7 juni 2006 tot de voldoening,
- betaling van de buitengerechtelijke incassokosten primair conform artikel 16e van de algemene voorwaarden (EUR 680,74), subsidiair conform Voorwerk II (EUR 768,=), primair vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand op grond van artikel 16a van de algemene voorwaarden, subsidair met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vanaf 7 juni 2006 tot de voldoening,
- betaling van de proceskosten.
3.2. Dactylo stelt dat De Beulacke op grond van artikel 4g van de algemene voorwaarden een overnamefee aan Dactylo verschuldigd is, nu C door haar bemiddeling bij De Beulacke op gesprek is geweest.
3.3. De Beulacke voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De Beulacke heeft aangevoerd dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn respectievelijk dat zij wegens niet ter handstelling vernietigbaar zijn. Dactylo stelt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, omdat uit artikel 2a van de algemene voorwaarden volgt dat het verzoek om een vervanger voor A te vinden een voortzetting is van de opdracht om een flexwerker te bemiddelen.
4.2. De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Hoewel de opdracht van De Beulacke aan Dactylo tot bemiddeling van een vervanger voor A niet te beschouwen is als een voortgezette opdracht, zijn de algemene voorwaarden ook op de nieuwe opdracht van toepassing, omdat de algemene voorwaarden op grond van artikel 1a van toepassing zijn op alle aanbiedingen, opdrachten en overeenkomsten. Het verweer van De Beulacke dat de algemene voorwaarden wegens niet ter handstelling vernietigbaar zijn, slaagt ook niet. Bij de door beide partijen ondertekende opdrachtbevestiging tot terbeschikkingstelling van A heeft De Beulacke verklaard de algemene voorwaarden te hebben ontvangen.
4.3. Grondslag voor de vordering van Dactylo is artikel 4g van de algemene voorwaarden. Nu niet gesteld of gebleken is dat C als uitzendkracht bij Dactylo was ingeschreven, moet allereerst onderzocht worden of C voldoet aan het tweede in artikel 2b genoemde criterium dat bepaalt dat onder uitzendkracht tevens moet worden verstaan “de aspirant-uitzendkracht die is voorgesteld aan de opdrachtgever”. Redelijke uitleg van het begrip voorgesteld brengt mee dat van voorgesteld niet kan worden gesproken indien de betrokkene reeds bij de opdrachtgever anderszins bekend was. De Beulacke heeft gemotiveerd aangegeven dat zij C, na zijn cv op werk.nl te hebben gevonden, zelf heeft uitgenodigd voor een gesprek. Nu Dactylo zich erop beroept dat de indiensttreding van C bij De Beulacke door haar bemiddeling tot stand is gekomen, omdat zij de afspraak van C met De Beulacke heeft geregeld, ligt het op haar weg zulks te bewijzen. Dactylo zal derhalve op dit punt overeenkomstig haar uitdrukkelijk aanbod daartoe, tot bewijslevering worden toegelaten. De Beulacke zal in de gelegenheid worden gesteld hierop te reageren.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. laat Dactylo toe tot het hiervoor in rechtsoverweging 4.3 bedoelde bewijs,
5.2. verwijst de zaak naar de rol van 19 december 2007 opdat Dactylo alsdan kan mededelen of, en zo ja hoe, zij dit bewijs wenst te leveren, met, indien Dactylo het bewijs wenst te leveren door getuigen, opgave van de verhinderdata van alle betrokkenen,
5.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Marcus en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2007.?