g) (...)
Op basis van de bovengenoemde beschikbare schriftelijke documentatie, de bevindingen van een persoonlijk (OFB) verricht neurologisch onderzoek van AAA in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit in Amsterdam op 12 april 2006, en beoordeling van de beschikbaar gestelde MRI-scans, kan worden geconcludeerd dat er bij betrokkene sprake is van een infantiele encefalopathie (een niet-progressieve, verworven beschadiging van de hersenen die zich op zijn minst uit in motorische verschijnselen) zich uitend in een uitgesproken ontwikkelingsachterstand, een afwijkend gemengd spastisch en dystoon motorisch patroon en epilepsie.
Dit heeft bij betrokkene, op de leeftijd van 15 jaar ten tijde van het onderzoek, de volgende klachten en beperkingen tot gevolg:
- beperkte mentale vermogens (geschat op niveau van 7-jarige): herkent ouders, toont emoties, begrijpt allerlei gemaakte opmerkingen;
- zeer ernstige motorische beperkingen: vrijwel volledig ontbrekende willekeurige motoriek van de ledematen inclusief de handen, niet in staat zijn computergestuurde communicatie apparatuur te bedienen, onmogelijkheid te spreken, moeite met kauwen en slikken;
- als gevolg van verslikken regelmatig optredende luchtweginfecties;
- bij alle bewegingen en verzorging optredende pijnklachten van de linker heup, die door de hoge spierspanning uit de kom gegroeid is;
- met enige regelmaat ondanks gebruik van medicijnen tegen epilepsie optredende epileptische aanvallen van verschillende ernst en frequentie.
h) (...)
De handicaps van AAA zijn vrij klassiek voor een ten gevolge van afhyxie opgetreden ernstige hersenbeschadiging in de perinatale periode (vlak vóór, tijdens of vlak na de geboorte) bij een à terme geboren kind.
Dat sprake is geweest van perinatale asfyxie blijkt uit de combinatie van de slechte toestand van het kind na de geboorte en de bloedsamenstelling (pH = zuurgraad) 30 minuten na de geboorte, alsmede de ontwikkeling van een ernstige neurologisch beeld binnen een dag na de geboorte (neonatale encefalopathie) met afwijkend reageren en optreden van epileptische aanvallen.
Zoals beantwoord op vraag a) en vraag b) waren er ten tijde van de baring signalen die wezen op mogelijke foetale nood. De geconstateerde lage foetale hartactie met herstel is het meest waarschijnlijk een uiting van deceleraties in de foetale hartfrekwentie.
De apgarscores waren laag: 0 na 1 minuut, 3 na 5 minuten en 6 na 10 minuten. (Hierbij worden punten gegeven voor ademhaling, hartactie, kleur, spierspanning en reacties van de pasgeborene op resp. 1, 5 en 10 minuten na de geboorte. De maximale score is 10, de slechtste score is 0).
AAA moest door de gynaecoloog gereanimeerd worden, waarbij hij aanvankelijk werd beademd met ballon en masker, na 2 minuten gevolgd door intubatie met een beademingsbuis. Na toediening van buffer in de vorm van Natriumbicarbonaat, vulling in de vorm van fysiologisch zout (...) en toediening van Calcium begon hij te bewegen met armen en benen en kwam de ademhaling op gang. Daarna werd de beademingsbuis weer verwijderd. Zijn geboortegewicht was bijna 9 pond (...). Hij werd opgenomen op de couveuze-afdeling.