ECLI:NL:RBAMS:2007:BB2251

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
376428
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing eigen aangifte tot faillietverklaring wegens misbruik van recht

Op 6 augustus 2007 heeft de verzoeker, gevestigd te Jakarta (Indonesië), een eigen aangifte tot faillietverklaring ingediend bij de Rechtbank Amsterdam. Het verzoek is behandeld op 7 augustus 2007, waarbij de advocaat van de verzoeker, mr. C.A. Fokker, het verzoek heeft toegelicht. De verzoeker, die sinds 2005 in Jakarta woont, heeft als grootste schuldeiser de Belastingdienst, naast twee kleinere schuldeisers. De verzoeker kan niet naar Nederland komen vanwege een signalering door de Belastingdienst en hoopt dat deze signalering na de faillietverklaring zal worden opgeheven. Tevens hoopt hij dat de schuldeisers hun vorderingen zullen afschrijven na vaststelling van het ontbreken van actief door een curator.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen actief is en dat de kosten van een faillissement niet kunnen worden bestreden. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid, omdat er een onevenredigheid bestaat tussen het belang van de verzoeker bij het aanvragen van faillissement en het belang van een curator. De rechtbank concludeert dat de verzoeker in redelijkheid niet tot de uitoefening van zijn bevoegdheid om eigen aangifte tot faillietverklaring te doen heeft kunnen komen, gezien de vaststelling dat de kosten voor de curator volledig voor zijn rekening zullen komen.

De rechtbank heeft daarom het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. W.A.H. Melissen en in raadkamer uitgesproken op 8 augustus 2007 om 13:00 uur.

Uitspraak

rekestnummer: 376428/FT-EA 07.163 afwijzing faillietverklaring
uitspraakdatum: 8 augustus 2007
RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR CIVIEL RECHT
BESCHIKKING
Ter griffie van deze rechtbank is op 6 augustus 2007 een eigen aangifte, met bijlagen, ingekomen van:
de heer <<verzoeker>>
gevestigd te Jakarta (Indonesië),
verzoeker,
procureur mr. C.A. Fokker.
Het verzoekschrift strekt tot faillietverklaring van:
<<verzoeker>>
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 7 augustus 2007.
Mr. C.A. Fokker, advocaat te Hilversum, heeft namens verzoeker het verzoek toegelicht.
Ter terechtzitting is het volgende gebleken. Verzoeker woont sinds 2005 in Jakarta (Indonesië). Zijn grootste schuldeiser is de Belastingdienst. Daarnaast zijn er nog twee kleine schuldeisers.
De advocaat van verzoeker heeft ter terechtzitting toegelicht dat eigen aangifte wordt gedaan omdat verzoeker niet naar Nederland kan komen omdat hij wegens de belastingsschuld gesignaleerd staat. Verzoeker hoopt dat die signalering na het uitspreken van het faillissement zal worden opgeheven. Verder hoopt verzoeker dat de drie schuldeisers, nadat een curator heeft vastgesteld dat er echt geen actief is, hun vorderingen na opheffing van het faillissement zullen afschrijven. De advocaat van verzoeker heeft ter terechtzitting meegedeeld dat er geen sprake is van enig actief.
De rechtbank overweegt als volgt. Vaststaat dat er geen actief is. De kosten van het faillissement zullen derhalve niet kunnen worden bestreden. De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid nu er een onevenredigheid bestaat tussen het belang van verzoeker bij de uitoefening van zijn bevoegdheid tot het aanvragen van zijn faillissement en het belang van een te benoemen curator. Vaststaat reeds nu dat indien het faillissement zal worden uitgesproken een curator wordt belast met het beheer en de vereffening van een boedel, waarvan deze zelf volledig de kosten moet dragen. Het belang van verzoeker, dat, zoals ter terechtzitting is uiteengezet, is gelegen in de hoop dat de signalering zal worden opgeheven en dat de drie schuldeisers hun vorderingen zullen afschrijven, weegt niet op tegen het belang van de curator zoveel mogelijk verschoond te blijven van een benoeming in een faillissement, waarbij op voorhand vaststaat dat alle kosten voor zijn rekening zullen komen. Gezien deze onevenredigheid heeft verzoeker in redelijkheid niet kunnen komen tot de uitoefening van zijn bevoegdheid om eigen aangifte tot faillietverklaring te doen.
B E S L I S S I N G:
de rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.A.H. Melissen en in raadkamer uitgesproken op 8 augustus 2007 te 13:00 uur.