ECLI:NL:RBAMS:2007:BB0002
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. drs. Chr.Th.P.M. Zandhuis
- mr. J.H.R. Massmann
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en de kwalificatie van laden van zaken volgens de Gemeentewet
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 19 juli 2007, staat de naheffingsaanslag parkeerbelasting centraal. Eiser, X, had op 13 juni 2006 zijn auto geparkeerd aan de a-straat te Z, met de intentie om een tiental pakjes op te halen bij een nabijgelegen bedrijf. Bij controle bleek dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was betaald, wat leidde tot de oplegging van de naheffingsaanslag om 11.43 uur. De rechtbank moest beoordelen of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, gezien het feit dat de pakjes niet voorhanden waren op het moment van controle.
De rechtbank oordeelde dat er tussen partijen geen geschil bestond over de intentie van eiser om de pakjes op te halen en dat deze pakjes van voldoende omvang waren om te kwalificeren als het laden van zaken in de zin van artikel 225 lid 2 van de Gemeentewet. De enkele omstandigheid dat de pakjes niet voorhanden waren, was volgens de rechtbank onvoldoende om de handelwijze van eiser deze kwalificatie te onthouden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en veroordeelde de gemeente Amsterdam in de proceskosten van eiser ter hoogte van € 18,92, alsook het betaalde griffierecht van € 38.
De uitspraak benadrukt het belang van de intentie en de uitvoering van het laden van zaken in het kader van parkeerbelasting. De rechtbank stelde vast dat eiser aan zijn intentie om de pakjes op te halen reeds een begin van uitvoering had gegeven, wat leidde tot de conclusie dat de naheffingsaanslag niet terecht was opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. drs. Chr.Th.P.M. Zandhuis, in tegenwoordigheid van mr. J.H.R. Massmann, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.