ECLI:NL:RBAMS:2007:BA8795
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over ontwerp en levering van bruidskleding met betrekking tot een huwelijk
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een geschil tussen een modeontwerper, [eiser], en een bekende Nederlander, [gedaagde], over de ontwerp en levering van bruidskleding. De procedure begon met een dagvaarding op 5 december 2006, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis. De vordering van [eiser] is gericht op betaling van EUR 8.925,- voor de door hem ontworpen bruidskleding, die hij op 30 augustus 2006 aan [gedaagde] had gefactureerd. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat er een afspraak was gemaakt dat de bruidskleding gratis zou worden vervaardigd in ruil voor publiciteit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] en [gedaagde] sinds november 2005 samenwerkten aan een kledinglijn. De bruidsjurk en andere kledingstukken zijn ontworpen en vervaardigd door [eiser]. [gedaagde] heeft de factuur niet voldaan en stelt dat de gemaakte afspraken niet correct zijn weergegeven. De rechtbank heeft [eiser] opgedragen bewijs te leveren van de gemaakte afspraken, waarbij de bewijslast bij hem ligt volgens artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank heeft verder bepaald dat indien [eiser] getuigen wil oproepen, dit zal plaatsvinden op 19 september 2007. De partijen zijn verplicht om tijdig bewijsstukken aan te leveren en de rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 4 juli 2007.