ECLI:NL:RBAMS:2007:BA4524
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een opdrachtbevestiging in het kader van een mondeling aanbod
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, is de rechtsgeldigheid van een opdrachtbevestiging aan de orde. De eiseres, Transequity Network B.V., heeft in een incident een vordering ingesteld tegen de gedaagde, A Bouw B.V., met betrekking tot een mondeling aanbod dat op 4 april 2005 zou zijn gedaan. De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 2 augustus 2006 partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de communicatie tussen hen en de inhoud van de opdrachtbevestiging van 7 april 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 4 april 2005 mondeling overleg heeft plaatsgevonden, maar dat de gedaagde geen opdracht heeft verstrekt aan de eiseres op dat moment. De eiseres heeft echter gesteld dat de opdrachtbevestiging van 7 april 2005 een aanvaarding van het mondeling aanbod vormde, en dat de gedaagde deze zonder protest heeft behouden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de opdrachtbevestiging van 7 april 2005 moet worden gezien als de schriftelijke aanvaarding van het eerder gedane mondelinge aanbod. De verwijzing naar de eigen voorwaarden van de gedaagde in de opdrachtbevestiging van 20 mei 2005 heeft geen werking, omdat de gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de opdrachtbevestiging van 7 april 2005. De rechtbank heeft de vordering van de gedaagde tot niet-ontvankelijkheid van de eiseres verworpen en heeft de gedaagde veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere behandeling in de hoofdzaak, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de zaak op 28 februari 2007 weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van de gedaagde.