ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/525150-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van amfetamine, cocaïne en een nepwapen door verdachte

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 4 januari 2007, is de verdachte beschuldigd van het bezit van amfetamine, cocaïne en een nepwapen. De rechtbank heeft beraadslaagd na de terechtzittingen op 5 oktober en 21 december 2006. De telastelegging is gebaseerd op de dagvaarding, die als bijlage aan het vonnis is gehecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 25 juni 2006 in Amsterdam en Santpoort-Noord opzettelijk een aanzienlijke hoeveelheid drugs en een nepwapen in zijn bezit had. De rechtbank achtte de bewijsvoering wettig en overtuigend, en concludeerde dat de verdachte strafbaar was voor de bewezen feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaar geëist, en de rechtbank heeft deze eis gehonoreerd, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen uitgesproken voor in beslag genomen voorwerpen die verband hielden met de strafbare feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de impact op de samenleving en de gezondheid van gebruikers van de drugs. De verdachte had een grote hoeveelheid amfetamine in zijn woning, wat duidt op de mogelijkheid van verdere verspreiding. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte eerder was veroordeeld, maar niet voor drugsgerelateerde feiten. Het vonnis is uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/525150-06
Datum uitspraak: 4 januari 2007
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige strafkamer C, in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te Amsterdam op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadm[adres]oonsgegevens op het [adres], gedetineerd in het Huis van Bewaring “Almere-Binnen” te Almere.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 oktober 2006 en 21 december 2006.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1:
op 25 juni 2006 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 15 MDMA tabletten en 1 zakje (1,33 gram) poeder bevattende MDMA en 3,27 gram cocaïne;
ten aanzien van feit 2:
op 25 juni 2006 te Santpoort-Noord, gemeente Velsen, in het perceel [adres], opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 31 kilogram amfetamine;
ten aanzien van feit 3:
op 25 juni 2006 te Santpoort-Noord, gemeente Velsen, in perceel [adres], om een feit, bedoeld in het derde en vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen -, twee weegschalen en een ton met opschrift watervrij cafeïne en twee blikken cafeïne, zijnde een versnijdingmiddel, en een fles vloeistof met opschrift methanol, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
ten aanzien van feit 4:
op 25 juni 2006 te Santpoort-Noord, gemeente Velsen, voorhanden heeft gehad een nabootsing van een UZI, hetwelk voor wat betreft de vorm en afmeting en kleur een nagenoeg sprekende gelijkenis vertoonde met een echt vuurwapen van het model UZI en mitsdien een voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt was als bedoeld in categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1 tot en met 4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft een zeer grote hoeveelheid amfetamine in zijn huis aanwezig gehad. Gezien de aangetroffen hoeveelheid kon de amfetamine geschikt worden geacht voor (verdere) verspreiding. Voorts heeft verdachte 15 MDMA tabletten, 1,33 gram poeder bevattende MDMA, 3,27 gram cocaïne en een nabootsing van een UZI in zijn bezit gehad.
Amfetamine is schadelijk voor de gezondheid van gebruikers daarvan. Verder is de handel in verdovende middelen bezwaarlijk voor de samenleving, zeker wanneer het hoeveelheden betreft zoals die bij verdachte in de woning zijn aangetroffen, omdat de met de verspreiding van verdovende middelen gepaard gaande criminaliteit daardoor in stand wordt gehouden. De rechtbank acht het daarnaast verontrustend dat de grote hoeveelheid amfetamine in de woning van verdachte is aangetroffen, terwijl hij daar met zijn partner en hun drie (jonge) kinderen woonde.
Met de voorhanden zijnde namaak-UZI had in ieder geval kunnen worden (af)gedreigd.
Een en ander rechtvaardigt een vrijheidsstraf van aanzienlijke duur. Ten voordele van verdachte wordt rekening gehouden met het feit dat hij, hoewel hij blijkens een hem betreffende uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 juni 2006 wel eerder is veroordeeld, dit niet terzake van drugsgerelateerde feiten is geweest.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten 1 digitale weegschaal (beslaglijst onder 2) en 1 weegschaal merk Soehnle (beslaglijst onder 6), die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien die voorwerpen tot het begaan van het onder 2 bewezen geachte zijn bestemd.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2, 10 (oud) en 10a (oud) van de Opiumwet.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 en feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
Een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd: 1 digitale weegschaal (beslaglijst onder 2).
Gelast de teruggave aan verdachte van de onder 1 en 3 tot en met 13 van de beslaglijst genoemde zaken, te weten:
1 computer met beeldscherm, toetsenbord en muis;
1 fax;
1 kluis;
1cd-rek met 7 cd’s;
1 weegschaal merk Soehnle;
1 calculator;
3 zaktelefoons, merken Motorola, Samsung en Sony;
2 documentmappen;
1 boodschappentas met administratieve bescheiden;
2 papier/administratieve bescheiden;
1 personenauto, merk VW type Golf Sdi, kenteken [nummer];
1 aktetas met bescheiden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.M. Beins, voorzitter,
mrs. W.M. de Vries en H. van Breda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.A. Krenning, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 januari 2007.