ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ8784
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Overlevering aan Duitsland op basis van Europees Aanhoudingsbevel
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 februari 2007 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland, op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering, ingediend door de officier van justitie, dateert van 7 december 2006 en betreft een verzoek tot aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die gedetineerd is in het Huis van Bewaring ‘Zwaag’. Het EAB is uitgevaardigd door de Staatsanwaltschaft te Dortmund op 4 december 2006 en is gebaseerd op een arrestatiebevel van het Amtsgericht Dortmund, gedateerd 8 mei 2006.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd, onder nummer e van bijlage 1 bij de Overleveringswet valt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitvaardigende lidstaat, Duitsland, in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, dat ook naar Nederlands recht strafbaar is. De verdediging heeft betoogd dat er mogelijk een geldboete met vervangende hechtenis kan worden opgelegd, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de WOTS-garantie ook betrekking heeft op deze maatregel.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat zijn overlevering alleen kan worden toegestaan indien de uitvaardigende justitiële autoriteit de garantie geeft dat hij in Nederland zijn straf kan ondergaan. De Staatsanwaltschaft Dortmund heeft deze garantie op 16 januari 2007 gegeven. De rechtbank concludeert dat aan alle eisen van de Overleveringswet is voldaan en staat de overlevering toe. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.