ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ5960
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- G.H. Marcus
- P. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige toetsing van de Handmaster door het CVZ
In deze zaak heeft Ness Nederland B.V. een kort geding aangespannen tegen het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) naar aanleiding van een rapport waarin het CVZ concludeert dat de Handmaster, een hulpmiddel voor patiënten die als gevolg van een beroerte de functie van hun hand hebben verloren, niet behoort tot de te verzekeren prestaties onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ness Nederland stelt dat het CVZ onrechtmatig heeft gehandeld door de Handmaster te toetsen zonder een beoordelingskader en dat de toetsing onzorgvuldig is uitgevoerd. De voorzieningenrechter heeft op 11 januari 2007 geoordeeld dat er geen bewijs is dat het CVZ onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van het rapport. De rechter benadrukt dat de beoordeling van hulpmiddelen moet plaatsvinden aan de hand van de stand van de wetenschap en praktijk, zoals vastgelegd in de relevante wetgeving.
Ness Nederland vorderde primair de intrekking van het rapport en een verbod op het opstellen van een nieuw rapport ten nadele van de Handmaster. Subsidiair vorderde zij voorlopige intrekking van het rapport totdat er een beoordelingskader is vastgesteld. De rechter heeft echter geoordeeld dat het CVZ voldoende onderzoek heeft gedaan naar de effectiviteit van de Handmaster en dat de conclusie van het CVZ, dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is voor de effectiviteit van de Handmaster, niet gemotiveerd is betwist door Ness Nederland. De rechter heeft de vorderingen van Ness Nederland afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van hulpmiddelen binnen de kaders van de Zorgverzekeringswet en de rol van wetenschappelijk bewijs in deze beoordeling. De rechter heeft vastgesteld dat het CVZ niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de vorderingen van Ness Nederland ongegrond zijn.