De rechtbank Amsterdam heeft op 4 oktober 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal gepleegd door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld. De feiten vonden plaats op 29 maart 2007, toen de verdachte samen met een of meer mededaders een woning binnendrongen en een kluis met waardevolle spullen, waaronder sieraden en geld, hebben gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het geweld bestond uit het openbreken van de deur en het bedreigen van het slachtoffer met een vuurwapen. De rechtbank heeft de overtuiging dat de diefstal gepaard ging met geweld, gebaseerd op de aangifte van het slachtoffer en getuigenverklaringen. De verdachte ontkende maandenlang in de woning te zijn geweest, maar de rechtbank achtte de bewijsvoering overtuigend.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De rechtbank overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachte op gewelddadige wijze de woning binnendrongen en het slachtoffer met een vuurwapen bedreigden, wat een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer betekende. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die schade had geleden door de diefstal, toegewezen tot een bedrag van € 6.943,76. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen, met de mogelijkheid van hechtenis bij niet-betaling. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en op een openbare terechtzitting.