ECLI:NL:RBAMS:2006:BA1500
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Hees
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding en proceskosten in civiele procedure tussen A en Delta Lloyd
In deze civiele procedure tussen eiseres A en gedaagde Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. heeft de rechtbank Amsterdam op 19 juli 2006 uitspraak gedaan. De zaak betreft een schadevergoeding die A vordert als gevolg van een ongeval. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 21 september 2005, waarin de rechtbank heeft overwogen dat er behoefte is aan deskundigenadvies over de beperkingen en belastbaarheid van A. De rechtbank benoemde deskundige C, die een belastbaarheidsprofiel moest opstellen op basis van het neurologisch onderzoek van B. A heeft echter gebruik gemaakt van haar blokkeringsrecht, waardoor de benodigde informatie niet aan Delta Lloyd kon worden verstrekt. Dit leidde tot de conclusie dat A niet voldeed aan haar verplichtingen om mee te werken aan het deskundigenonderzoek, wat de rechtbank belemmerde in haar beoordeling van de zaak.
De rechtbank oordeelde dat A onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij door het ongeval beperkingen heeft ondervonden die haar schade hebben veroorzaakt. Hierdoor werden de vorderingen van A, inclusief de vergoeding van proceskosten en immateriële schade, afgewezen. De rechtbank stelde vast dat de kosten van de deskundige en de proceskosten voor rekening van A komen, aangezien haar vorderingen niet zijn gehonoreerd. De rechtbank heeft de kosten van de deskundige vastgesteld op EUR 758,64 en de totale proceskosten aan de zijde van Delta Lloyd op EUR 4.535,-, inclusief de kosten van de procureur. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. van Hees.