ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ7284
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot teruggave van sieraden en de vraag naar eigendom en goede zeden
In deze civiele zaak vordert eiseres A de teruggave van sieraden die zij in 2002 aan gedaagden B en C heeft overhandigd. A stelt dat deze sieraden haar eigendom zijn en dat zij deze nooit heeft teruggekregen. De procedure begon met een dagvaarding op 2 maart 2006, gevolgd door een conclusie van antwoord en een comparitie op 29 september 2006. A heeft aangifte gedaan van verduistering van haar sieraden en verklaart dat zij deze aan C heeft gegeven voor het maken van foto's in verband met een mogelijke diefstal. Gedaagden B en C betwisten de eigendom van A en stellen dat A de sieraden aan hen heeft gegeven als onderdeel van een bruidschat, die gebruikelijk is in hun cultuur. De rechtbank heeft de feiten en de verklaringen van beide partijen in overweging genomen en geconcludeerd dat er een geschil bestaat over de eigendom van de sieraden. De rechtbank heeft de partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten verder toe te lichten, met name over de vraag of de rechtshandeling van A in strijd is met de goede zeden, zoals bedoeld in artikel 3:40 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de rechtbank heeft bepaald dat A en B c.s. bij akte kunnen reageren op de overwegingen van de rechtbank. Het vonnis is gewezen op 27 december 2006 door mr. G. de Groot.