ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ5837
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding voor ongeoorloofd gebruik van stem door Q-Music
In deze civiele zaak vorderde eiser A dat de rechtbank Q-Music zou veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding voor het ongeoorloofd gebruik van zijn stem in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 17 november 2005. A was als diskjockey in dienst van Q-Music en had teksten ingesproken voor een telefonische wegeninformatieservice. Na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst ging Q-Music door met het gebruik van zijn stem zonder toestemming van A. A stelde dat hij als uitvoerend kunstenaar onder de Wet op de naburige rechten (WNR) recht had op een vergoeding voor dit gebruik.
De rechtbank oordeelde dat de door A ingesproken teksten geen werken waren in de zin van de Auteurswet, omdat ze geen eigen en persoonlijk karakter hadden. Hierdoor kon A niet worden aangemerkt als uitvoerend kunstenaar volgens de WNR, wat betekende dat hij geen bescherming genoot onder deze wet. De rechtbank verwierp ook het argument van A dat Q-Music onrechtmatig handelde door het gebruik van zijn stem, omdat dit niet onder de gebruikelijke praktijken in de radiowereld viel. A had geweten dat zijn stem voor de verkeersinformatietelefoon werd gebruikt toen hij een nieuwe arbeidsovereenkomst aanging.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van A af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van Q-Music werden begroot op EUR 3.090,00. Het vonnis werd uitgesproken op 15 november 2006 door mr. G.H. Marcus.