ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ3773

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/477012-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in grootschalige softdrugshandelszaak met beperkte rol verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 december 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een grootschalige softdrugshandelszaak. De verdachte, die als chauffeur fungeerde, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. De rechtbank hield rekening met de beperkte rol van de verdachte in het drugstransport, waarbij hij slechts uitvoerder was. De telastelegging omvatte het opzettelijk binnenbrengen van veertien pallets met hashish in Nederland, evenals het opzettelijk aanwezig hebben van deze hoeveelheid hashish. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van een deel van de telastelegging, waar de verdachte van werd vrijgesproken.

De rechtbank overwoog dat de bewezen feiten strafbaar zijn volgens de wet en dat er geen rechtvaardigingsgronden aanwezig waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank besloot af te wijken van deze eis, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de rol van de verdachte. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, gezien de schadelijke gevolgen van de handel in softdrugs voor de volksgezondheid en de maatschappelijke impact daarvan.

De rechtbank verklaarde de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een zaktelefoon en een revolver, onttrokken aan het verkeer, omdat deze voorwerpen konden dienen voor het begaan van soortgelijke misdrijven. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was ook aanwezig tijdens de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/477012-06
Datum uitspraak: 5 december 2006
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
wonende op het adres [adres],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “Het Schouw” te Amsterdam.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 en 21 november 2006.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank acht met de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 3 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van het onder 1 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 2 april 2006 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk in een Franse vrachtwagen merk Volvo, gekentekend [nummer] binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, veertien pallets met pakken met een hoeveelheid van een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish);
Ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 2 april 2006 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad veertien pallets met pakken met een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish);
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf en de maatregel
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren en zes maanden, met aftrek van voorarrest.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Met het oog op financieel gewin heeft verdachte met anderen opzettelijk duizenden kilo’s hash in een vrachtwagen binnen het grondgebied van Nederland gebracht en aldaar aanwezig gehad. Over de precieze hoeveelheden hash kan worden gedebatteerd, zoals ook ter zitting is geschied, maar duidelijk is dat het gaat om hoeveelheden in de orde van grootte als in de telastelegging opgenomen. De rechtbank houdt daarmee bij de straftoemeting rekening.
Hash is een middel waarvan het gebruik schadelijk is voor de volksgezondheid. Een kilo hash heeft een straatwaarde van ongeveer € 3.000,00. Verdachte heeft aldus een bijdrage geleverd aan de – uiterst lucratieve – handel in en de verspreiding van softdrugs. Vaak gaat deze handel gepaard met (vermogens)criminaliteit, waaronder witwassen. Voorts benadrukt de rechtbank in dit verband dat de financiële belangen bij het op zo grote schaal handelen in softdrugs zo groot zijn, dat ter bescherming van die belangen het plegen van andere strafbare feiten veelal niet wordt geschuwd. Ook in deze zaak lijkt hiervan blijkens het dossier sprake te zijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze grootschalige handel in softdrugs en de maatschappelijk ongewenste neveneffecten daarvan met kracht bestreden dienen te worden.
De rechtbank houdt er anderzijds rekening mee dat verdachte als chauffeur slechts uitvoerder was van het transport en dus een relatief beperkte rol had. Bovendien is verdachte blijkens het hem betreffende Uittreksel Justitieel Documentatieregister van 23 augustus 2006 niet eerder in Nederland veroordeeld voor het plegen van enig strafbaar feit.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
Verbeurdverklaring
Het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 1.00 STK Zaktelefoon
NOKIA 3120 2838524
aangetroffen in vrachtauto, achterop geschreven FR,
dat aan de verdachte toebehoort, dient te worden verbeurd verklaard en is daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van dat voorwerp het onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2 1.00 STK Revolver Kl:DIVERSEN
Smith & Wesson 38 special 2787137
9D57335
3 29.00 STK Munitie
Norma 38 SPECIAL+P 2787140
platte loden neus,
die aan de dader toebehoren, dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien deze voorwerpen zijn aangetroffen in het onderzoek naar de misdrijven waarvan verdachte wordt verdacht, terwijl deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33a, 33b, 36b, 36c, 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen-geachte.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart het onder 3 telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
Eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 MAANDEN.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
1 1.00 STK Zaktelefoon
NOKIA 3120 2838524
aangetroffen in vrachtauto, achterop geschreven FR
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2 1.00 STK Revolver Kl: diversen
Smith & Wesson 38 special 2787137
9D57335
3 29.00 STK Munitie
Norma 38 SPECIAL+P 2787140
platte loden neus.
Dit vonnis is gewezen door
mr. U.W. baron Bentinck, voorzitter,
mrs. G.A. Bouter-Rijksen en A. Tegelaar, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.M.N. van den Hazel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2006.