ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ3017

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/447661-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte met aanzienlijke hoeveelheid heroïne in woning

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 november 2006 uitspraak gedaan tegen een verdachte die een aanzienlijke hoeveelheid heroïne in zijn woning had. De rechtbank overweegt dat heroïne een schadelijke stof voor de volksgezondheid is en dat de aangetroffen hoeveelheid en het verpakkingsmateriaal erop wijzen dat de heroïne voor de handel bestemd was. De verdachte is op 19 juli 2006 betrapt op het bezit van 2,45 kilogram heroïne in zijn woning aan [adres].

De rechtbank heeft de bewijsvoering grondig gewogen en komt tot de conclusie dat de verdachte opzettelijk de heroïne aanwezig heeft gehad. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs, maar de rechtbank achtte deze verklaring niet geloofwaardig. De verdachte had eerder in Duitsland al veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat meeweegt in de beslissing.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest. De op te leggen straf is gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoon van de verdachte. Daarnaast zijn er voorwerpen, waaronder een tas en tape, onttrokken aan het verkeer, omdat deze in verband staan met het bewezen geachte feit. De rechtbank heeft de wettelijke voorschriften van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet toegepast in haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/447661-06
Datum uitspraak: 9 november 2006 (direct)
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het ([adres],
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Het Schouw” te Amsterdam.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
9 november 2006.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
3.1.
De verdediging heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte niet wist, dan wel niet had kunnen weten, dat er een tas met verdovende middelen in zijn woning aanwezig was. Verdachte heeft verklaard dat de tas van een persoon moet zijn geweest die in zijn woning verbleef.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van verdachte over deze onbekend gebleven persoon zeer wisselend zijn en er ook overigens geen steun te vinden is in het dossier ten aanzien van verblijf van derden in de woning van verdachte.
3.2.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 19 juli 2006 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad in een woning aan de [adres] 2,45 kilogram van een materiaal bevattende heroïne.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf en maatregel
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezengeachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden, met aftrek van voorarrest.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft een aanzienlijke hoeveelheid heroïne in zijn woning aanwezig gehad.
Heroïne is een voor de volksgezondheid schadelijke stof. Gelet op de bij verdachte aangetroffen hoeveelheid en het aanwezige verpakkingsmateriaal overweegt de rechtbank dat de heroïne kennelijk voor de handel was bestemd.
Bovendien houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte eerder - in Duitsland – is veroordeeld ter zake van de handel in verdovende middelen. Een vrijheidsbenemende straf van na te melden duur acht de rechtbank dan ook passend en geboden.
Onttrekking aan het verkeer
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 tas, kleur rood, met opdruk AJAX, inhoudende 3 plastic zakken, 1 bonnetje en 1 potlood;
- 5 stuks bruin tape,
dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het bewezen geachte is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart [verdachte] daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (DERTIG) MAANDEN.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 1 tas, kleur rood, met opdruk AJAX, inhoudende 3 plastic zakken, 1 bonnetje en 1 potlood;
- 5 stuks bruin tape.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. C. Klomp en J.L. Hillenius, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Oosterhuis, griffier,
en direct uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
9 november 2006.