1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. OAO Yukos Oil Company (verder Yukos Oil) is een in Moskou gevestigde vennootschap, actief op het gebied van de winning, het transport en de verkoop van - met name - olie en gas, die is opgericht naar en wordt beheerst door het recht van de Russische Federatie (RF). De oorspronkelijke directeur van Yukos Oil, [persoon1] zit momenteel in detentie in de RF, op beschuldiging van belastingontduiking en fraude.
b. Alle aandelen in Yukos Finance B.V. worden gehouden door Yukos Oil. Yukos Oil heeft het stemrecht op alle aandelen in Yukos Finance B.V. [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4] zijn, althans waren tot voor kort, bestuurders van Yukos Finance B.V. De vennootschap Yukos Finance B.V. met als bestuurders [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4] zal in het navolgende worden aangeduid als Yukos Finance (oud).
c. Op 23 april 2004 heeft [informant] namens Yukos Oil een klacht ingediend tegen de RF bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (EHRM), naar aanleiding van een in april 2004 opgelegde belastingaanslag over het jaar 2000 en het bevriezen van alle activa van Yukos Oil op 15 april 2004. Nadien zijn aan Yukos Oil over 2001 tot en met 2004 naheffingsaanslagen en boetes opgelegd. Ook deze aanslagen zijn onderwerp van de procedure bij het EHRM.
d. Bij brief van 10 juli 2006 heeft het EHRM een aantal vragen voorgelegd aan de RF, naar aanleiding van de onder c genoemde klacht, onder meer of in de periode tussen 2000 en 2004 aan andere bedrijven dan Yukos Oil soortgelijke belastingmaatregelen zijn opgelegd.
e. Op 1 augustus 2006 heeft de Arbitrale Rechtbank in Moskou op Yukos Oil een met een faillissement te vergelijken insolventieprocedure (verder: het faillissement) van toepassing verklaard. [eiser1] is als curator aangesteld. Aan het faillissement zijn vergaderingen van schuldeisers voorafgegaan van 20 en 25 juli 2006.
f. Op 4 augustus 2006 heeft (de raadsman van) [eiser1] brieven gestuurd aan [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4], waarin zij worden uitgenodigd voor een buitengewone aandeelhouders-vergadering van Yukos Finance B.V. Het onderwerp op die vergadering zou zijn het voorgenomen ontslag van [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4]. De vergadering zou plaatsvinden op 11 augustus 2006.
g. Bij dagvaarding van 8 augustus 2006 hebben Yukos Finance (oud), [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4] in kort geding bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank gevorderd [eiser1] te verbieden enige aandeelhoudersvergadering met betrekking tot Yukos Finance B.V. te beleggen dan wel enig aandeelhoudersrecht met betrekking tot Yukos Finance B.V. (proberen) uit te oefenen dan wel opdracht te geven aan een derde tot het (trachten te) verrichten van een van deze handelingen. Advocaten van NautaDutilh traden op voor Yukos Finance (oud), [gevoegde partij 3] en [gevoegde partij 4]. Ook in andere procedures, onder meer in een procedure op grond van artikel 474g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), heeft NautaDutilh (onder anderen [gedaagde2] en [gedaagde4]) voor Yukos Finance en voor Yukos Oil opgetreden.
h. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis van 11 augustus 2006 (nader gemotiveerd op 24 augustus 2006) de vordering van Yukos Finance (oud) afgewezen, onder meer op grond van de overweging dat ervan kan worden uitgegaan dat [eiser1], naar Russisch faillissementsrecht, bevoegd is om het stemrecht op de aandelen in de volle dochtervennootschap Yukos Finance B.V. uit te oefenen en dat een buitenlandse curator bevoegd is hier te lande als zodanig op te treden. Met betrekking tot de stelling van Yukos Finance B.V. dat het in strijd is met de openbare orde om de positie van [eiser1] te erkennen omdat geen sprake is van een echt faillissement, althans dat daarover zoveel twijfel bestaat dat het gevraagde verbod om die reden moest worden toegewezen, heeft de voorzieningenrechter overwogen dat niet kon worden beoordeeld in hoeverre het faillissement van Yukos Oil Company terecht is aangevraagd en uitgesproken, aangezien daartoe een nader onderzoek naar de feiten dient plaats te vinden, waartoe een kort geding procedure zich niet leent.