2. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet voldoende betwist, alsmede op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van overgelegde bewijsstukken, staat het volgende vast:
2.1. [eiseres] heeft bij de Postbank een girorekening met [nummer]. Bij deze girorekening behoort een giropas met [nummer].
2.2. Tussen [eiseres] en de Postbank zijn de Voorwaarden gebruik Geld- en Betaalautomaten, hierna VgGB, en de Algemene Voorwaarden van de Postbank van toepassing.
2.3. Artikel 3, lid 1 VgGB luidt, voor zover van belang:
“Cliënt dient met de bankpas en Pin-code zorgvuldig om te gaan. Cliënt is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de bankpas en de Pin-code vanaf het moment dat hij daarover de beschikking heeft gekregen. (..)
Artikel 3, lid 2 VgGB luidt, voor zover van belang:
“Cliënt is ten aanzien van de hem toegekende Pin-code verplicht geheimhouding ten opzichte van een ieder (..) te betrachten (..) Niet naleving van het in dit artikellid bepaalde leidt tot aansprakelijkheid van cliënt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 2 c sub.”
2.4. Met betrekking tot de aansprakelijkheid is in de VgGB opgenomen, voor zover hier van belang:
“Artikel 6 lid 2 b.
Cliënt is gedurende de periode tot het moment van melding bij het door de Bank aangegeven meldpunt aansprakelijk voor de gevolgen van onbevoegd gebruik tot een bedrag van f. 350,- per bankpas (..)
Artikel 6 lid 2 sub c3
De aansprakelijkheid van cliënt voor de gevolgen van onbevoegd gebruik dat plaatsvindt gedurende de periode tot het moment van melding bij het door de Bank aangewezen meldpunt wordt verhoogd indien de Bank kan aantonen dat de onbevoegde transactie(s) heeft (hebben) kunnen plaatsvinden doordat cliënt zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 3 lid 2 niet heeft nageleefd, tot het bedrag van de onbevoegde transacties die hebben plaatsgevonden tot het moment van melding.
Artikel 6 lid 2 sub d.
In geval van opzet, grove schuld of grove nalatigheid aan de zijde van cliënt is cliënt onbeperkt aansprakelijk, een en ander onverminderd de verplichting van de bank om de (mogelijkheid van) schade te beperken.
2.5. Op 20 februari 2004 heeft [eiseres] aangifte gedaan bij de politie Haaglanden in verband met oplichting en diefstal in de periode 18 februari 2004 9.30 uur en 20 februari 2004 om 15.30 uur. In deze aangifte is opgenomen, voor zover hier van belang:
“Op eerstgenoemde datum en tijd bevond ik mij op Holland Spoor (..) Ik was hier bij een zogenaamde treinkaartjesautomaat een treinkaartje aan het kopen en betaalde middels mijn pinpas. Ik maakte mijn keuze voor het treinkaartje, deed mijn pinpas in de automaat en vervolgens koos mijn pincode. Op dit moment hoorde ik dat een voor mij onbekende man mij in de Franse taal aan sprak. Ik versta de franse taal goed. Ik zag dat de man naar de grond wees, bukte en mij duidelijk wilde maken dat ik iets op de grond had laten vallen. Ik keek en zag dat er een biljet van €10.00 en een strippenkaart op de grond lag. Ik raapte dit van de grond. De strippenkaart gaf ik terug aan de man, omdat ik zeker wist dat deze niet van mij kon zijn. (..) Ik haalde mijn pinpas weer uit de automaat en vervolgens het treinkaartje. Op tweede genoemde datum en tijd wilde ik geld pinnen bij een geldautomaat van de Postbank (..) Hier slikte de geldautomaat het giropasje in (..) Hieruit bleek dat ik een giropas van een andere persoon in mijn bezit had. (..) Op dit moment besefte ik mij dat mijn giropas omgewisseld moest zijn bij de treinkaartjesautomaat (..) De medewerker gaf mij een telefoonnummer mee om mijn giropas te blokkeren. Ik ben direct naar huis gegaan om dit te doen. (..) Een medewerker vertelde mij dat er een totaalbedrag van €3500,00 van mijn rekening is afgeschreven.”
2.6. Op 18 februari 2004 is na afschrijving om 9.33 van € 4,40 ten behoeve van de NS Den Haag Holland Spoor, om 9.35 uur € 1.000,= bij Grenswisselkantoor Den Haag van de rekening van [eiseres] afgeschreven, om 9.48 uur € 250,= bij ABN Amro Den Haag en om 11.01 uur een bedrag van € 2.250,= bij juwelier Laxmie.
2.7. Bij brief van 1 maart 2004 heeft de Postbank het verzoek van [eiseres] tot betaling van een schadevergoeding afgewezen, omdat de Postbank heeft geconcludeerd dat degene die de Giropas heeft ontvreemd ook de pincode heeft afgelezen.