ECLI:NL:RBAMS:2006:AV1190
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.R.M. Vermolen
- M.E. Leijten
- J.L. Hillenius
- Rechtspraak.nl
Overlevering van een Italiaanse verdachte voor moord en diefstal met geweld
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 januari 2006 uitspraak gedaan over de overlevering van een Italiaanse verdachte, geboren in 1957, die momenteel gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Huis van Bewaring Lelystad. De overlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een resterende vrijheidsstraf van 2 jaren, 9 maanden en 13 dagen, opgelegd bij een eerder vonnis. De feiten waarvoor de overlevering wordt gevraagd zijn onder andere moord, zware mishandeling, georganiseerde en gewapende diefstal, en opzetheling. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze feiten zowel onder Italiaans als Nederlands recht strafbaar zijn en dat er een vrijheidsstraf van ten minste twaalf maanden op staat.
De verdediging heeft aangevoerd dat het Europees aanhoudingsbevel (EAB) niet voldoet aan de minimumeisen en dat er slordigheden in de opstelling zijn. Met name werd betoogd dat bij feit 3 geen plaatsaanduiding is genoemd, wat volgens de raadsman zou moeten leiden tot een ontoelaatbare verklaring van de overlevering. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het ontbreken van een plaatsaanduiding niet leidt tot ontoelaatbaarheid van de overlevering, aangezien de criminele herkomst van de wapens en het moment van aanschaf voldoende duidelijk zijn.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de overlevering toegestaan, met uitzondering van een specifieke vervolging met betrekking tot de verdachte's onttrekking aan de uitvoering van de vrijheidsstraf. De rechtbank heeft daarbij de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Overleveringswet in acht genomen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, en is openbaar uitgesproken.